Op een nacht vergrijpt Tille Storkema, een jonge boer en vader van twee kleine kinderen, zich bij een fietspad aan een zestienjarig meisje uit het dorp. De volgende ochtend wordt zij naakt en levenloos teruggevonden in een weiland. Dertien jaar zal het duren voordat Tille eindelijk wordt gepakt en de waarheid met kracht zal doordringen tot de wereld, het dorp, zijn vrouw, zijn kinderen. Dertien lange jaren blijft Tille gewoon een boer, een echtgenoot en een vader. Tot aan het einde probeert hij een goede vader voor Suze te zijn, zijn kleine meid. Maar er komt steeds meer druk op hem te staan. Het dorp smeedt zich wild aaneen tegen de vermeende daders uit het asielzoekerscentrum. Tille wordt geplaagd door ontwrichtende herinneringen. Onder zijn ogen bereikt zijn dochter Suze de leeftijd van zijn slachtoffer.
Graag gelezen, ten eerste om de inhoud. Helemaal niet exhibitionistisch zoals ik had gevreesd. Een boek over de moord op een dorpsmeisje, verkrachting incluis, in een weiland, door een dorpsboer. Dat kan wel eens aanleiding geven tot teksten van een laagste-nieuwsniveau. Niet dus. Alles blijft sereen, niets wordt als dusdanig benoemd, er is ruimte om de zaken zelf in te vullen. Ook de racistische ondertoon bleef matig, ook al komen asielzoekers als mogelijke daders in beeld. Ten tweede om de mooie taal. Wat houd ik van dit eenvoudige Nederlands. Korte actieve zinnen. Soms zinnen van amper een paar woorden. Geen enkele moeilijke zinswending. Zou die stijl typisch Nederlands kunnen zijn, zo eenvoudig als de boeren daar? En ten derde is er de structuur. Het boek vlot van toen naar nu, naar gisteren en weer naar vandaag. Alles loopt naast en door elkaar heen. En toch is alles makkelijk te volgen. Puik!
De taal in ‘Jij bent van mij’ is in al haar eenvoud ook zeer poëtisch, melancholisch, ritmisch. ‘Eerst moest iets kapot en dan pas zagen we hoe het in elkaar zat. Hoe het in elkaar gezeten had. Het was een leerproces, we leerden met vernietigende kracht…’ schrijft het ik-personage, waarvoor je, tegen beter weten in, toch sympathie krijgt. De wellustige moordenaar is tegelijkertijd ook een vader, een echtgenoot, een boer. Ik lees in sommige besprekingen dat lezers Tille als koudbloedig en onverschillig ervaren - ik heb het personage niet helemaal zo ervaren. Voor mij was het eerder een zielige man, niet in staat zijn gevoelens onder woorden te brengen.
Dit bezorgt je als lezer een onwennig gevoel omdat je aan de kant lijkt te staan van de dader. Langzaamaan word je samen met hem ‘de enige toeschouwer in een wereld die detective was geworden’ want zijn vrouw, zijn ouders, de andere dorpsbewoners,… iedereen speculeert over de moord en is ervan overtuigd te weten wie de dader is maar Tille heeft enkel de lezer in vertrouwen genomen.
Ik heb dit boek heel graag gelezen en kijk ernaar uit om ander werk van deze schrijver te leren kennen.
Waaaaaauw !!!!! Wat een creepy boek. Het lijkt alsof je continue in een nachtmerrie zit , in die zieke onverschillige geest van Tille. Als lezer kreeg ik zoveel kippenvel met momenten. Onvoorstelbaar goed is dit. Als je dit als auteur bij de lezer kan teweeg brengen .. stop dan aub niet met schrijven!!! Wat eten talent die Peter 😱
Al vond ik de schrijfstijl soms moeilijk te volgen doordat veel niet geëxpliciteerd werd en er veel wisselingen van tijd waren, vond ik dit een heel mooi boek.
Super naar hoe je in het hoofd zit van iemand die compleet in zijn eigen realiteit leeft, maar ook hoe de rest van de dorpse samenleving dit doet.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Bij tijd en wijle werkelijk huiveringwekkend doordat de auteur vooral suggereert wat er zou kunnen gebeuren, vooral tussen vader en dochter. De eerste helft van het boek is magistraal, geschreven in een stijl die je maar zelden tegenkomt, zo goed. De tweede helft wordt het allemaal wat fragmentarischer en moeilijker te volgen, maar wel passend bij de geest van de ik-figuur. Als je in de eerste persoon wil schrijven dan is dit boek een schoolvoorbeeld van hoe het moet.
Indringend en beklemmend. Wie wil er in de huid kruipen van iemand die zich aan een jong meisje vergrijpt? Ik wilde continue verder lezen, maar toch ook weer niet. Krachtig hoe Middendorp het personage Tille weergeeft. Een man van weinig woorden maar daaronder gaat een heleboel schuil.
opmerkelijk boek...de verteller switcht voortdurend van tijd..voor het incident, tijdens, erna...speciaal.Enige waar ik eigenlijk ook benieuwd naar was is hoe zijn vrouw, zoon, dochter Tille zien en ervaren maar wss was dat net de bedoeling. Heel interessante schrijver ga zijn ander werk ook zeker lezen.
Roman naar aanleiding van de brute lustmoord op Marianne Vaatstra, niet door iemand uit het asielzoekerscentrum maar door een onopvallende lokale boer met een gezin. Middeldorp schreef er deze roman over. Voorin dit boek staat duidelijk “Jij bent van mij is fictie.” Dit boek is dus geen whodunnit, maar een poging om de psychologie en de context van de dader te duiden.
Aantekeningen voor mezelf gemaakt. Één grote spoiler.
Huwelijk “Mannen maken de oorlog, vrouwen kiezen de doelen. Nooit maken ze zelf eens vieze handen. Alles gaat impliciet, via de band. Met een gebaartje. Een blik.”
“Na de zwangerschappen en bevallingen waren Ada’s armen en benen twee keer zo dik geworden. De buik ook, de borsten stulpten bijna uit de bh’s.” “Ik legde een hand op haar buit, ze was een waterbed van wit vlees. (…) ik voelde niets dan vet en warmte, er was nauwelijks meer sprake van vorm.”
Middendorp beschrijft de ontwikkeling van het huwelijk van Tille en Ada vanaf de eerste kennismaking in een plattelandsdisco, via stiekem vrijen achter de sporthal, naar langzame introductie van de vriendin in het boerengezin en dan trouwen en kinderen. Het jonge gezin woont bij de ouders van de vader Tille in; vader en zoon runnen samen het boerenbedrijf. De vrouw moet zich aanpassen maar weet door de langzame introductie in het boerengezin ook waar ze instapt. Na de geboorte van de kinderen wordt Ada dik en ontevreden. Het huwelijk glijdt af. “En ik verdroeg mijn afwezigheid slecht, zeker als die werd opgedrongen. Ada maakte mij afwezig. (…) Alsof ik niet bestond, alsof mijn wensen er niet toe deden, mijn belangen.” Terwijl ze als jonge vrouw veel seks wilde, wilde ze dat na de kinderen niet meer: “Een echtgenote geeft seks als een koe melk - een paar seizoenen, vijf, zes, en het beste is er wel vanaf.” “Ik zag mijn vrouw, mijn wereld, mijn uitdijende, lillende waarheid.” “Ik wilde kijken, naar mijn vrouw, het waterbed van golvend vlees. (…) Ada keek me aan, de borsten naast zich op het matras.” De man, Tille, komt er ook niet goed vanaf; zijn vrouw zegt op gezette tijd zaken als: “‘Ik ben een vrouw, Tille,’ zei Ada. ‘Vrouwen hebben soms een beetje aandacht nodig. Dat hun man af en toe iets aardigs zegt. Het hoeft niet elke dag.’” Dat is overigens wel kort nadat: “Ze trok haar benen onder haar billen, soepel ging het niet, terwijl begeerte meestal door souplesse wordt aangejaagd.” En gelijk erna over haar nieuwe kapsel: “‘Het is leuk’, zei ik. ‘Maar…?’ ‘Een beetje kort.’ ‘Te kort?’ ‘Een beetje’, zei ik.” Middendorp beschrijft veelzeggend een specifiek kapsel dat een bepaald type vrouw draagt, een kapsel dat je bewust moet kiezen: “Rondom waren de haren kortgeknipt, uit de kruin staken puntige plukjes, en bovenop, aan de voorkant, hing een wat langere lok, die schuin opzij werd gekamd en met haarlak ingespoten, anders hing hij voor haar ogen. Er waren meer vrouwen met dit kapsel.” Ze had het bruin met rood geverfd. “Vanaf een zekere leeftijd ging de belangstelling van vrouwen op aan henzelf, de eigen opwinding dreef ze voort, een lichte paniek, een vormloos idee van overbodigheid.” En over de houding van vrouwen jegens mannen: “De enige keren dat ik het middelpunt van een gesprek was, waren we met z’n tweeën geweest, ik met Suze of Ada, maar dan had je eigenlijk geen middelpunt en was je meer een onderwerp.” Tille voelt zich gekleineerd door zijn vrouw: “Maar ze moest niet op mijn schouders gaan staan en naar beneden gaan roepen dat ik lager stond.” Als de ruzies ontstaan tussen de echtelieden voelen de kinderen intuïtief aan waar de oorzaak het meest ligt: “Wat is er met mama?” Aan de moeder van Tille ziet hij zijn voorland: “Sommige vrouwen, niet allemaal, leefden op als hun man achteruit ging, alsof ze de onbekommerde jaren na zijn dood al voor zich konden zien.”
Platteland Dit is vooral het verhaal van een boerenfamilie op het platteland. De spanningen tussen de grootouders en het jongere echtpaar. De veranderende omgeving met nieuwbouw bij het dorp en de voor de boer vreemde en uniforme mensen die daar komen wonen, compleet met forensen-spitsdrukte van mensen met nette kleren in stationwagons die de boeren aankijken alsof die de vreemdelingen zijn. De starre en weinig ontwikkelde ouders, de harde werkers. De regelmaat, het zwijgen: “Als je wat vaker uit je ogen kijkt, (…) hoeft je mond ook niet zo vaak open.” Latent racisme ook: mensen van een nabijgelegen azc lopen met boodschappen langs waarop de oude vader reageert dat veel Nederlanders niet zoveel kunnen kopen… Vader wordt naar oud. “Het zelfbeklag lag waterig in zijn ogen. Mooi was het niet, straffeloos kon een mens niet zijn hele leven ontevreden blijven.”
De moord Vanaf het begint hint Middendorp erop dat de boer Tille, vader van twee kinderen waaronder een dochter Suze, de lustmoord heeft gepleegd. Hij geeft steeds meer informatie. Er wordt in het gezin gesproken over mensen uit het azc, en schijnbaar in het hele dorp, waarover Tille denkt: “Het waren gesprekken waar ik zowel in als buiten stond. De wereld was een tv-detective waarvan ik de enige toeschouwer was.” “De mensen spraken over schuld omdat we het niet over onze meisjes wilden hebben, hun rol niet wilden zien. (…) de dochters kenden zichzelf niet, ze waren jong, ze konden hun wensen en verlangens nog niet zo goed onder woorden brengen.” Ja, dat kan wel zo zijn denk ik, maar never nooit zal ik accepteren dat iemand anders dan de dader zelf verantwoordelijk is voor zoiets afschuwelijks als een verkrachting en moord, hoe kort het rokje ook is, hoe provocerend het gedrag van het slachtoffer (vrouw, man, hen) ook is…
De verkrachting Tille fietst als het huwelijk, de stelselmatige afwijzing door zijn vrouw hem teveel wordt. Soms naar de stad om een prostituée te bezoeken. Op de bewuste avond fietste hij ook. Dat is de context en de aanleiding, die vallen nog na te volgen. Het zestienjarige meisje fietste die nacht ook. Puur toeval. “(…) zij fietste alleen door de nacht, en terwijl ze dat deed dacht ik: jij bent van mij.” Die gedachte, en dan dat die man daadwerkelijk het meisje dwingt te stoppen en de rest, dat je dat doet, dwars door het natuurlijke verzet van het kind heen, haar paniek en woede, haar krijsen en schoppen, de worsteling, en dan toch doorzetten… dat gaat er bij mij niet in. Een kind nog. En een vader als dader… Middendorps beschrijving van de verkrachting is volledig vanuit het perspectief van de dader. Zo ook de laatste zinnen van die scene: “Ik huilde, maar het waren geen tranen, het was vocht. Zij huilde ook. Dat was het ontroerende van dit moment, dat we samen konden huilen.” Daar volg ik hem niet, er is niets ‘samen’ aan de gebeurtenis, enkel een bruut misbruik. De verwijdering tussen de twee kan niet groter zijn. Het moment is ruw, gewelddadig, er is niets ontroerends aan.
Doorleven 13 Jaar na de lustmoord leeft Tille gewoon door, als hardwerkende boer, welwillende vader en teleurgestelde echtgenoot. “Natuurlijk had ik aan de ouders gedacht. Voortdurend. Dertien jaar heb ik aan ze gedacht. Het spreekt voor zich, het gaat vanzelf. Vreselijk moet het voor die mensen zijn geweest.” “Ze heeft niet meegewerkt. (…) Ze werkte niet tegen, dat heb ik gezegd. Op een gegeven moment hield ze op zich te verzetten.” Middendorp beschrijft Tille met een mengeling van hard en zacht. Als boer zag hij de natuur verarmen door zijn gif maar bleef hij het wel gebruiken. Hij heeft als vader van een dochter compassie met de ouders van het meisje dat hij heeft vermoord, maar heeft wel die moord gepleegd. Hij denkt met warmte over zijn dieren maar zie ze ook als producten. “Haar naam was Rosalinde Edith Dingena, maar dat wist je toen nog niet, dat heb je later uit de krant moeten vernemen.” Het is nodig denk ik om mensen als dingen te kunnen zien, naamloos, om zoiets afschuwelijks te kunnen doen. “Ik realiseerde me dat dit de plek was waar ik was geboren en opgegroeid, waar ik mijn hele leven had doorgebracht. De plek waar ik was geworden wie ik was.” Eenmaal in de cel voelt Tille zichzelf gereduceerd tot een ding of een dier: “Al die benamingen, al die doorzichtige pogingen om ruimte te scheppen tussen mij en de menselijke soort.” Als zijn advocaat aan Tille vraagt hoe het met hem gaat, observeert Middendorp: “De vraag kwam dertien jaar te laat, waarschijnlijk langer.”
Parallellen Tille is gek op zijn kinderen, vooral op zijn dochter Suze voor wie hij goed zorgt. Zijn zoon wordt op school gepest en genegeerd. Waarna die bij de rector moet komen terwijl hij niets had gedaan of veroorzaakt. De parallel met het vermoorde meisje dringt zich op: het meisje heeft niets veroorzaak maar krijgt toch, ja wat eigenlijk, straf? Noodlot? Nog een parallel: het boek eindigt met het bezoek van de veroordeelde Tille aan zijn oude gezin, compleet met bewaking en handboeien. Zijn kinderen zien een vader die is ‘ontkracht’. In de eerste scene van het boek moet Tille als kind toezien hoe een landbouwmachine het been van zijn vader vermorzelt, waarna die in een rolstoel belandt. Ontkracht, ontvadert. Traumatisch.
Zestien Suze is zestien wanneer Tille wordt gearresteerd. De leeftijd van het vermoorde meisje destijds.
“Eerst moest iets kapot voordat je zag dat het kapot kon, zo werkte het. Eerst moest iets kapot en dan pas zagen we hoe het in elkaar zat. Hoe het in elkaar gezeten had. Het was een leerproces, we leerden met vernietigende kracht.”
Knap geschreven, invoelende schets van een boer, echtgenoot, vader, misogynist en moordenaar.
De beelden van het boerenbedrijf en het platteland zijn erg mooi, zoals dit hele boek uitblinkt in een stijl die mooi haaks staat op de aardse, zwijgende omgeving waarin het is gesitueerd. De omgeving wordt niet alleen prachtig beschreven, maar ook de taal van de omgeving komt heel naturel over. Er wordt meer gezwegen dan gesproken, waardoor de dingen die wel worden gezegd echt aankomen. Vooral als het over de asielzoekers gaat. Ook die laag, die diepe xenofobie, werkt Middendorp subtiel uit.
Misschien is dat ook wel een groot verschil met zijn vorige boek, Vertrouwd Voordelig. Daar worden alle imperfecties van de provinciaal zo uitvergroot dat er niets anders overblijft dan een meelijwekkende opeenstapeling van ongeschikt DNA-materiaal. Hier zijn de imperfecties er ook, maar worden ze nergens triomfantelijk uitvergroot.
De dromerige, associatieve manier waarop hoofdpersoon Tille denkt en vertelt, lijken niet te passen bij een man die zijn vrouw verkracht, en een tiener vermoordt. Het is echt knap dat de dankzij de subtiele karakterschets van Tille je uiteindelijk begrijpt waarom hij tot een moord in staat is, maar tegelijkertijd ook empathie voelt. Daardoor is het een gelaagd onderzoek naar goed en fout en dat soort grote woorden die zeker bij moordzaken op tienermeisjes altijd zo eenvoudig lijken.
Tijdens het lezen voelde het soms wel wat gekunsteld aan. De prachtige beschrijvingen, observaties en introspectie komen soms te literair, te gezocht over. Alsof alles en iedereen, ook boeren die een verschrikkelijke moord plegen, in poëtische aforismen op zichzelf reflecteren. Alsof moordenaars van tienermeisjes een construct zijn waarbij de schrijver oorzaak en gevolg bij elkaar kan voegen om zo het kwaad te temmen. Dat woorden en ideeën, als ze maar genoeg hun best doen, een andere werkelijkheid scheppen.
Toch is het juist door het verhaal zo te vertellen een moord, die onbegrijpelijke daad, dichterbij gekomen. Het is nu een week geleden dat ik dit boek uitlas, maar ik denk er nog vaak aan. Dat moet precies de bedoeling zijn geweest.
Vijf sterren. En als ik een bonusster kon geven, dan kreeg hij die ook. Ondanks het gruwelijke onderwerp, dat als een rode draad door het verhaal loopt maar niet overheersend is, heeft Middendorp een prachtig geschreven boek ervan gemaakt. Schitterende metaforen, hele mooie zinnen en peilloos diepe gedachten. Een intense beschrijving van het gevoelsleven van de hoofdpersoon Tille maakt het een boek dat de gedachten ruimte geeft. Een aanrader.
Wat drijft iemand (vader van een dochter) om zich te vergrijpen aan een zestienjarig meisje, daarover dertien jaar te zwijgen en uiteindelijk vrijwillig DNA af te staan? Geraffineerd schetst Middendorp een psychologisch profiel van de dader. Omdat het verhaal is geschreven in de ik-vorm zit je de dader dicht op de huid en ga je ver mee in zijn onnavolgbare logica waarin mensen slechts spreken over schuld omdat zij de rol van vrouwelijke slachtoffers niet willen zien, waarin een verkrachting met dodelijke afloop een ongeluk heet en waarin zwijgen geldt als het grootste offer dat een mens in zijn leven kan brengen. En dan bevatten de luttele 247 pagina’s ook nog een fraaie decortekening van een agrarische en dorpse omgeving waarin verstedelijking en industrialisering oprukken, men zich vergeten voelt en men snakt naar stevige beloften (“tijd voor actie!”) en zondebokken. Het persoonlijke verhaal van de dader haakt prachtig in het politieke verhaal van diens omgeving.
Eerlijk gezegd vond ik 'Vertrouwd voordelig' leuker. De sfeer in dit boek is ook ronduit somber en mistroostig, wat mij wat minder lag. De premisse is veelbelovend, maar op één of andere manier had ik er meer van verwacht. Ik kon niet echt connectie maken met één van de personages, ze bleven op afstand en vaag.
Toen ik doorhad dat het boek gebaseerd is op de moord van Marianne Vaatstra kreeg ik meer interesse in dit boek. Het boek is in de ik-vorm geschreven vanuit de moordenaar en dat is heel erg interessant. Maar het is erg poëtisch en gaat soms opeens in een terugblik schrijven terwijl dat dan niet op het eerste oog duidelijk is. Ik vond de schrijfstijl dan ook wel lastig. Maar prima om weg te lezen, maar niet iets wat me helemaal te pakken had mede doordat ik de manier van schrijven niet top vond. 2/5
Goed geschreven en geen gore seksscènes gelukkig. Ook geen aanmatigende politieke meningen door je strot geboord. Ruimte voor eigen interpretatie. Pijnlijk verhaal, zeker na Lisa.
Indrukwekkend in eenvoud en beheerstheid. Kruipt onder de huid. Stukje bij beetje legt het de giftige gedachten van het hoofdpersonage bloot. In korte zinnen, die meer dan eens op een simpele manier de hypocrisie van het leven doorprikken. Dit verhaal gaat over een man zoals zovelen zouden kunnen zijn. Het plaatst het normale en banale tegenover de gruwelijkheid van een daad die niet te verantwoorden valt: veel meer horror kun je eigenlijk niet krijgen.
3,5* Boek dat is gebaseerd op de in Nederland bekende zaak van Marianne Vaatstra, een meisje, dat op zestienjarige leeftijd, verkracht en vermoord werd door een lustmoordenaar.
Wat dit boek zo bijzonder maakt is dat het is geschreven vanuit het standpunt van de moordenaar zelf, een landbouwer die in de buurt woont en die dertien jaar lang uit de greep van het gerecht wist te blijven. (Je moet het maar durven als schrijver.)
De landbouwer zelf heeft een gezin met twee kinderen, en weet zijn dagen te slijten, moet zijn dagen slijten, op een manier dat het pijnlijk wordt van de eentonigheid en de alledaagsheid. (Dit is waarschijnlijk de reden dat hij zo lang onder de radar van het gerecht wist te blijven. Vlakbij zijn boerderij bevond zich immers een asielcentrum, en de gevolgtrekkingen waren dus snel gemaakt gezien er geen andere schuldige kon worden gevonden…)
Vaak deed dit boek mij denken aan ‘Stoner’, een boek waarin evenzeer niets gebeurt maar dat door zijn stilistische beschrijvingen van het leven zoals wij het slijten toch torenhoog boven de rest van het ‘maaiveld’ weet uit te steken.
De beschrijvingen van de saaiheid van het boerenbestaan, de door de tijd afkalvende liefde, het verval van het vrouwenlichaam na de bevallingen, het verdwijnen van iedere lust voor de eigen partner door de gewoonte van de aanwezigheid zelf en de financiële druk op het leven van de kleine zelfstandige zijn treffend te noemen.
De enige, en zeer belangrijke, levensles die in dit boek verscholen is, is voor mij deze: Een moordenaar is ook een mens! Vaak een saaie en/of simpele mens, maar daarom niet minder menselijk. Het is door één misstap, één moment, één nano-seconde (“het lichaam neemt het over van de geest”) in het leven van die mens, dat een ander leven ten gronde kan worden gericht…
Of, zoals een bekende strafpleiter het in zijn boek stelde: Het kan ons allemaal gebeuren!
Prachtig, gedurfd en vernieuwend beschreven… (Het schijnt de schrijver zijn debuut te zijn.) Maar wat mij betreft zowat 70 blz.te lang.
Met een behoedzaam oog nam ik “Jij bent van mij” ter hand. Het verhaal over een man die een meisje verkracht en vermoordt, verteld vanuit een diepmenselijk perspectief, vond ik gevaarlijke lectuur. Ik vreesde dat het monster begrip en sympathie ging losweken. Zijn moeilijke jeugd, hoe hij het hele gebeuren een ongeluk noemt, hoe hij zichzelf niet meer onder controle had, hoe hij trouwde met een vrouw die hem toch geen 100% kon bekoren… Dertien jaar lang draagt hij het geheim en zijn schuld met zich mee, tot hij uiteindelijk aan een DNA-onderzoek meedoet en ze hem arresteren. Dan komen de herinneringen naar boven. We springen doorheen de tijd en in de ene flashback geraakt hij in gedachten verzonken naar een andere flashback. Zijn gedachten strengelen door elkaar. Hij start het boek met een duidelijk literaire stem. Woordenschat, zinsbouw, het zit tegen het poëtische aan. Na verloop van tijd treed er echter een soort chaos op, en komt de tekst vol herhalingen te zitten. Dit laatste praat hij goed aan het einde van het boek, door het belang van herhalingen tijdens de opvoeding aan te kaarten. Het literaire is er achter af, en de tekst krijgt zelfs een kinderlijk karakter. Maar al te vaak zorgen zijn woorden voor ongemak, afkeer; zo griezelig beschrijft hij zijn relatie met zijn eigen dochter. Soms weet je niet wat je moet denken. Onschuldige handelingen krijgen, gekleurd door zijn daden, een negatieve betekenis. Sympathie is er zeker niet, voor iemand die vrouwen de hele tijd met koeien vergelijkt. Maar volledig slecht is hij ook weer niet. Op dat vlak sluit het boek nauw aan bij “Grijze Zielen” van Philippe Claudel. Tille Storkema heeft duidelijk een grijze ziel. Maar misschien had hij toch wel wat meer moeite kunnen doen om die witter te houden.
Interessant aan dit boek was vooral het perspectief. Tille is een erg nuchtere, directe maar ook emotioneel vermijdende man. De eerste helft van het verhaal gaf mij de indruk dat hij zich niet erg om zijn daad bekommerde, langzaam bleek dat hij zijn emoties alleen uit de weg ging. Het is verschrikkelijk wat hij gedaan heeft. Het oogde mij dat Middendorp hem ook als een vader wilde afzetten, misschien zelfs de lezer een gevoel van medelijden wilden meegeven, terwijl hij Tille ook als slecht portretteerde om de lezer in een soort tweestrijd te brengen. Hoe dan ook, ik kon geen medelijden met deze man krijgen. Op zijn dochter na is zijn kijk op het leven erg bitter en nuchter, denk aan hoe hij zijn vrouw beschreef. Terugkerende thema's in dit boek zijn: Schuld Ingewikkelde familierelaties Mishandeling Ingewikkelde liefde Familiebanden
Hoe dan ook, dit boek was zeker niet slecht. Mooie vergelijkingen in taal keerden steeds terug. En de koude familierelatie op het platteland was goed en realistisch afgeschilderd. Waar ik mij alleen behoorlijk aan ergerde was de relatie tussen Suze en Tille. Dit boek leek Tilles moraal te willen behouden door een zeer goede relatie met zijn dochter te laten zien. Ik weet niet of dit een bewuste keuze van Middendorp is om Tille als creepy af te schilderen, of dit zijn ware kijk op de band tussen een vader en dochter is. Dat Tille zijn dochters lichaam aantrekkelijker beschreef als dat van zijn vrouw vond ik echt gestoord. Er was echt geen noodzaak om dat te doen en het maakt mij echt ongemakkelijk. Daarnaast vond ik de tijdsprongen vaag en onduidelijk aangegeven. Daarom dit boek 3/5 sterren.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Ik vond dit echt een mooie roman. Het verhaal ken ik uit m’n jeugd. Peter Middendorp heeft dit verhaal wonderschoon beschreven vanuit het perspectief van de dader. Hoe de liefde voor de dochter verweven en bijna verwarrend wordt beschreven in relatie tot zijn daad. Er bekruipt me een viezig, beklemmend gevoel. Nooit te. Hoe verschillende contrasterende gevoelens aanwezig kunnen zijn in één mens. Peter krijgt het voor elkaar om bij mij begrip te kweken voor die daad. Boosheid naar zijn vrouw.
En tegelijkertijd sluimert de echte gebeurtenis steeds op de achtergrond. Een meisje van mijn leeftijd destijds. In Friesland. Het had mega impact. Mooi detail: verschillende frisismen die zeer eigen voelen komen her en der voor in het boek.
Een beklemmend boek verteld vanuit het perspectief van een lustmoordenaar, die ook boer en vader is. De schrijfstijl was helemaal in mijn straatje. Het is heel raar om zo in het hoofd van een moordenaar en verkrachter te leven en met momenten toch wel bijna sympathie te voelen voor Tille. Ik vond de beschrijvingen van het boerenleven en de spreeuwen ook mooi. Verder krijg je toch echt wel een creepy gevoel van de gedachtes die Tille heeft omtrent zijn dochter, Rosalinde en vrouwelijke jeugdigheid. Wat ik dan weer heel knap vind gedaan door de schrijver. Deze thematiek zal mij altijd blijven boeien in boeken, juist omdat je je er zo vervelend van gaat voelen. Machtig knap vind ik dat. Hetzelfde als huilen om een film, kunst!