'Liefhebben zonder huilen is ongehoord, zegt ze. Waar hebben ze jou gestoken, vraagt hij. Jij mag ook in zachte bedden slapen.'
'Altijd zou nooit echt magie zijn' is het eerste uitgegeven werk van dichter Laura Debusschere (1996). Het werd een verzameling gedichten geschreven over een tijdspanne van drie jaar vol lui(d)e liefde, tekenend verlies en eindelijk (eindelijk!) een klein, klein beetje herwonnen tederheid. De verhalen zijn een ode aan Gent, aan de vriendschap, aan alle ongare soorten graag zien, aan het verlangen in al haar vormen. Ze omarmen de schoonheid van het eindige, want altijd zou nooit echt magie zijn.
Het boek kwam in eigen beheer uit op de kortste dag van 2020.
Voor de vierde keer ondertussen. En elke keer pakkender, prangender en prachtiger. En pijnlijker. Woorden die naar mijn binnenste rijken, woorden die mijn binnenste lijken. Dit zal altijd magie zijn.
'Altijd zou nooit echt magie zijn', een werk van bijna drie jaar, een aaneenschakeling van zwoegen en zweten, opgeven en herbeginnen, twijfel en eindelijk (eindelijk!) een beetje tederheid - voor de liefde, voor het verlies, maar vooral voor mezelf. Dit boek en het enthousiasme van al wie 'm nu ook kan lezen was het allermooiste eindejaarsgeschenk. (Maar het feit dat het nu ook op Goodreads staat is ook wel een dikke win!)
p. 27: ‘mijn vrienden schrokken niet van de storm; het had al maanden gemiezerd, maar ik zag enkel zon’ - p r a c h t i g - ook bladzijde 73 heeft mijn hart. Wat mooi