Een banaal ongeluk. Een moment van onoplettendheid. Koplampen die voor de laatste keer een paar prachtige ogen belichten. Na de dood van zijn vrouw trekt een man zich terug uit de wereld. Rouwend om een verdwenen leven verschanst hij zich in zijn woning, met enkel de nieuwslezer als gezelschap. Hij is met stomheid geslagen - dood is waar de taal faalt. Tot een onverwacht telefoontje hem uit zijn sluimer wekt en naar buiten lokt. Daar gloort het licht, maar sleept hij de duisternis niet mee in zijn hart? En waarom blijft hij zijn vrouw zien? Spoort zij hem aan tot een gruwelijk plan? Met chirurgische precisie snijdt Roderick Six de grote levensthema’s aan. In Monster serveert hij opnieuw een staaltje van zijn literaire talent. Een ontroerende en onthutsende roman over de liefde, en, onvermijdelijk, de dood.
Roderik Six (1979) is literair journalist bij het weekblad Knack. Met zijn debuut Vloed won hij prompt De Bronzen Uil. Zijn tweede roman Val werd bekroond met de driejaarlijkse Prijs voor de Letteren van de provincie West-Vlaanderen. Ook zijn romans Volt en Monster werden lovend onthaald. Roderik Six woont en werkt in Gent.
Een man rouwt om zijn vrouw, die in een auto-ongeval tot vleesbrij werd herleid. Wie smult van termen als ‘vleesbrij’ kan zich als op een bacchanaal verzadigen met het vierde boek van Roderik Six. Het zuipende, rancuneuze, vuilgebekte hoofdpersonage wentelt zich in een poel van bitter cynisme waaruit enkel een ‘ocharme ik’ opstijgt, en die – behalve zijn libido – volledig door walging vergiftigd lijkt.
Het is een dun boekje. Met korte hoofdstukken. En veelal korte zinnen. Wie weet trachtte Six het huidige triumviraat van de uitgepuurde vertelling (Catherine Lacey, Jesse Ball, Cynan Jones) achterna te lopen, maar zijn slordig snoeiwerk verkwist de beoogde magnetische fascinatie en laat enkel een braakland over met suffe zinnen als: ‘Ik ben hier en zij is nergens. Toch wou ik dat ik bij haar was.’
Qua beeldspraak vergaart Six – behalve enkele originele voltreffers – een stoet van platitudes waarbij je vaak halverwege de rest van de zin kunt aanvullen. Bovenal is ‘Monster’ dermate volgeklad met gitzwart zelfbeklag dat de eigenliefde van de rouwende de liefde voor de vrouw om wie hij treurt compleet overvleugelt. Zo blijft er voor de welwillende lezer geen stipje over om met medeleven in te kleuren. De ware meerstemmige, veelkleurige rouw verdient zoveel beter
Een goed boek is een boek waarvan je blij bent dat het zijn geheimen heeft prijsgegeven, aan joù, de bevoorrechte lezer.
Je maakt nu deel uit van het selecte gezelschap dat maar naar de prachtige cover hoeft te kijken om te weten wat er achter schuilgaat, voor wie de laatste zin de beloning is van alle voorgaande, dat welkom was (en altijd zal blijven) in het tijdelijke, maar o zo unieke universum van dit specifieke boek.
Maar...
In plaats van die exclusiviteit te koesteren als een heimelijk lidmaatschap van een verborgen verbond, maakt ze iets in je wakker: een nauwelijks te onderdrukken enthousiasme om het uit te schreeuwen. Een dwingende drang om te delen.
Je kunt niet anders dan anderen aanzetten om lotgenoot te worden van het mooie dat je overkwam. Je wordt missionaris van de esthetica, promotor van de poëtica, je gooit de deuren open en nodigt iedereen naar binnen.
Om vervolgens in stilzwijgen te vervallen.
Want hoe minder je op voorhand over de bestemming weet, hoe indrukwekkender de reis wordt.
Harde, goede, ingekookte taal, zwart als gestolde olie. Een prachtig bittere en pijnlijk consequente novelle over verlies, rouw en de ultieme consequentie van liefde.
Ik heb de nieuwe roman van Roderik Six gelezen: Monster. Een verhaal over een man die de dood van zijn vrouw Véronique niet kan verkroppen; zij is omgekomen in een auto-ongeval. Op alle mogelijke manieren protesteert zijn geest en zijn lijf tegen wat er is gebeurd.
Hij hangt tussen opgeven en wraak. Hij wankelt op de grens tussen nihilisme en zingeving. Hij is buiten zichzelf. Het boek is warrig, zoals het hoofd van de hoofdpersoon. Er wordt geslapen, gedroomd, wakker geworden en gezwijmeld; er is veel ruis, een deel van het verhaal lijkt zich af te spelen in een onduidelijke waak/slaap-toestand van de hoofdpersoon.
De vrouwen in dit boek zijn vaak duivelse wezens: de beroemde zangeres Ulrike, vriendin Anna, de advocate. Het zijn bijna-heks-achtigen die het gemis van zijn eigen vrouw benadrukken.
Monster lijkt een karakteroefening, onheilspellend maar ook verwarrend, soms onduidelijk. Roderik Six dolt met woorden en - zoals steeds - met de duistere kant van de menselijke ziel. In De Groene Amsterdammer staat een uitstekende recensie, waarin de link wordt gelegd met De vreemdeling van Albert Camus.
Opnieuw erg genoten van dit vierde boek(je) van Roderik Six. Hij brengt het verhaal van een man die zijn geliefde na een doodsmak moet afstaan en daardoor langzaam de controle over zichzelf verliest, en doet dat aan de hand van korte, voor zijn doen zuinige zinnen. Wat echter als een rouwverhaal begint, neemt na een tijdje plots wel een heel vreemde wending, maar voor wie vertrouwd is met het werk van deze auteur zal dat geen verrassing heten. Net zomin als dat dit boek ook een feest van bloed en slijm en kots en kak is, doorspekt met morbide humor die je geregeld doet grinniken, en af en toe onthutst achterlaat. Kortom, Roderik Six ten voeten uit! Een tussendoortje naar het schijnt, in afwachting van nieuw werk. Dat predicaat doet dit boek geen recht. Een beetje alsof ze je kaviaar serveren als vieruurtje.
Een boek dat in je ziel kruipt. Prachtige zinnen, geen woord te weinig of te veel. Zeer dens allemaal en op een manier pijnlijk tragisch, hoe rouwen soms een onmogelijkheid lijkt te zijn.
Monster vliegt de lezer vanaf de openingszin even genadeloos naar de keel als het lot het hoofdpersonage.
"Vandaag is mijn vrouw overleden. Of misschien gisteren. Ik weet het niet meer. Ik ben dronken."
Ik korte, kale en snelle zinnen leidt Roderik Six je doorheen de uitzichtloze gedachtegang van een man die zijn vrouw verliest en meteen ook de zin van zijn leven. Niets is nog de moeite waard en alles glijdt in een waas voorbij. Het eerste deel van het boek komt stevig binnen, is heftig en genadeloos. Je vraagt je af of er dan absoluut nergens nog licht in de wereld te bespeuren valt. Het strakke tempo is bijna even beklemmend als het isolement waarin de rouwende weduwnaar zich terugtrekt. Wanneer hij dat kluizenaarschap toch doorbreekt en ook zijn fysieke rouwproces stilaan lijkt te kenteren, krijg je als lezer weer wat meer grip (of is dat gewoon een illusie waar je al die tijd naar snakte?) en hoop je van het hoofdpersonage hetzelfde.
Vrolijk wordt je van het oeuvre van Roderik Six niet, en dat is met Monster niet anders. Maar ook hier slaagt hij er links en rechts in wat zwarte of wrange humor doorheen de tragiek te laten schemeren en weet hij zijn lezer aan zijn zinnen te kluisteren.
Een intrigerend boek over verlies en rouw, over realiteit en droom, over vrijheid en gevangen zijn. Het is bijna poëtisch geschreven, maar toch erg bevattelijk.
Dit boek heb ik eigenlijk ‘blind gekocht’, de titel sprak me aan en de auteur heeft de boeken in Paard van Troje gesigneerd. Ik heb er geen spijt van.
Een roman over rouw, na verlies door een ongeval en hoe het hoofdpersonage daardoor zijn grip op de wereld en zichzelf verliest, in meerdere vormen Leest vlot maar voelt niet of voelt onwerkelijk, wat misschien wel net de bedoeling is stilistisch niks op aan te merken maar niet echt mijn cup of tea
Veronique komt om bij een auto-ongeval. Haar partner kan dit verlies héél moeilijk verwerken en zondert zich af van alles en iedereen. Hij kan maar aan één ding denken...Veronique is dood. Een paar uitstappen zorgen ervoor dat hij dingen ziet die er eigenlijk niet zijn, en net die dingen zetten hem aan tot daden, die zijn hele verdere leven zullen bepalen. Monster is een boek waarin gegoocheld wordt met prachtige woorden en zinconstructies. De beeldende taal zorgt ervoor dat je alles voor ogen kan zien, je wordt als lezer meegesleept in de prachtige woordspelingen. Aanvankelijk dacht ik dat dit genre boek mij niet kon bekoren, maar na het lezen van dit boek, kan ik alleen maar zeggen dat ik grote fan ben! Roderik Six komt op mijn lijstje van "to-read-auteurs". Ik ben heel blij dat ik dankzij dit recensieboek (dank u L&M Books), deze auteur heb leren kennen!
Een novelle over een man die zijn vrouw verliest. Het verdriet is bijna tastbaar, een stomp in de maag. Maar Six kan het niet nalaten om er aan het einde een paar surrealistische pagina's tussen te voegen. Die breken het geheel nogal en dat is een beetje spijtig. Terwijl het einde wel weer gewoon te volgen is.
In mijn poging het leesdoel voor dit jaar (52 boeken - nog 5 te gaan) te halen, bracht ik enkele dunnere boeken mee van de bib. Dat is niet mijn gewoonte, ik lees liever dikkere boeken omdat er daarin meer ruimte is voor het verhaal. Maar dit “Monster” wist me wel te overtuigen. Het rouwproces wordt heel raak en met opvallend veel fysieke details beschreven. Korte zinnen, beenhard, dit maakte echt wel indruk.
Eentje die aan de ribben kleeft. Ongelofelijke hoe diep een mens kan zitten en tot wat een mens in staat is. Wat de dood kan doen met iemand. Een boek om stil te worden. Prachtige schrijfstijl leest erg vlot
This entire review has been hidden because of spoilers.
2,5 * Cynan Jones weet me te raken met zijn uitgepuurde stijl. Dit had ik niet met Roderik. Maar niet met tegenzin gelezen. Waarschijnlijk zoveel meningen als er lezers zijn. Dit is een boek dat je ligt of niet. Geen middenweg en ook dat is een kwaliteit. De zwarte raaf 😉
Donkerder dan donker, maar toch voelde ik het verdriet van het hoofdpersonage zo hard. De gevoelens van het hoofdpersonage werden zo mooi beschreven. Als lezer werd ik meegezogen in het verhaal en las ik het boek in één ruk uit. Kwam binnen. Om stil van te worden.
Een mooi boek. Beklijvend. Meeslepend. Vanuit een origineel standpunt geschreven. Het hele verhaal speelt zich af in een roes, waaruit het hoofdpersonage nooit ontwaakt. Dat maakt dat je als lezer echt in het vel van dat personage kruipt en elke rauwe emotie mee ervaart. In het boek gebeurt er tegelijk niets en enorm veel. Elk hoofdstuk doet je verlangen naar dat ongrijpbare moment waarop alles weer beter zal worden; dat moment dat geregeld binnen handbereik ligt maar toch steeds weer op cruciale momenten wegglipt, tot het compleet verloren is. Knap!
'Later is het alsof iemand pluisjes van mijn geest plukt. Mijn naam valt. Een paar keer. Ik knipper met mijn ogen, probeer scherp te stellen in het tegenlicht, vind geen focus. Er is een hand op mijn schouder. Koud metaal rond mijn pols. Dat doet deugd. Ik keer de zon de rug toe. '
Rouw. Rauw. En sterk. Liefde overheerst. In één ruk uitgelezen!
1.5 sterren. Dit boekje was echt niks voor mij. Voor mij voelt het eerder aan als een schrijfoefening dan een afgewerkt verhaal. De korte zinnen in de korte hoofdstukken werkten redelijk op mijn zenuwen. Er was ook te veel beeldspraak. Praatgrage reptielen? Het deed er ook geen goed aan dat ik helemaal geen binding kon vinden met het hoofdpersonage. Niet positief niet negatief. De plotwending had ik dan weer niet zien aankomen. Maar ergens lijkt die even absurd al het boekje zelf.
De V-trilogie - Vloed (2012), Val (2015) en Volt (2019) - fascineerde door duisternis en stijl. Vooral de Lynchiaanse beklemmendheid van Val beviel me. Maar voor een verhaal moest je niet bij Six zijn. Dat is hier enigszins anders.
Monster is een boek over de rauwheid van de rouw, maar bevat ook een soort van verhaal. Hierdoor is Monster toegankelijker dan pakweg Val of Volt. Helaas is dat verhaal weinig geloofwaardig. Actie komt hier nogal random uit de lucht gevallen. Of is het nihilistisch bedoeld?
Six' stilistisch meesterschap blijft indrukwekkend. Zijn zinnen zijn beknopt, puur en raak, met mooie en vaak erg originele beeldspraak. Ook de manier waarop hij onze (ontzielde) rituelen registreert, is meesterlijk. Dat doet hij eerst met een begrafenis, daarna in een grandioze rechtbankscène. Dat is heerlijke literatuur en bewijst wat Six in zijn mars heeft, waardoor ik toch weer nieuwsgierig ga uitkijken naar dat volgende boek van hem.
Ik ben niet zot van dit boek, het heeft me niet kunnen begeesteren. Het lag er niet aan dat het boek grotendeels vanuit een roes beschrijft, al dan niet door middelen opgewekt, of dat het onderwerp donker is. Die dingen kunnen me wel bevallen. Ik denk dat het er aan ligt dat ik mijn zwartgalligheid liever in een soort van , eventueel bevreemdende en/of zelfs angstaanjagende, schoonheid beschreven heb. Dit boek is in korte , weinig kleurrijke zinnen geschreven en daar zal wel een bedoeling voor zijn want ik heb begrepen dat dat niet de gewoonlijke stijl van de schrijver is. Misschien om de duistere banaliteit van totale algemene isolatie van het hoofdpersonage te beschrijven of iets dergelijks. Maar het sleept mij niet mee.
Roderik Six is een literair journalist en dat merk je dan ook op aan zijn schrijven. Prachtige zinsbouw.
Maar mjjn hoge verwachtingen werden niet ingelost.
Een man zondert zich na het ongeval van zijn partner Véronique af van de wereld. Hij rookt en drinkt, verslijt zijn dagen in bed en in de zetel. Maar hij kan haar dood maar niet verwerken.
Er komt een proces tegen de oude man die het ongeval heeft veroorzaakt maar zoals we het bij zijn naam noemen, het is een ongeval.
Ergens vond ik het hele verhaal wat oppervlakkig maar toch had het diepgang wat gevoelens betreft.
Dit verhaal start als een stilleven: een man heeft net zijn vrouw in een ongeval verloren, ontvangt bezoekers bij hem thuis, woont haar begrafenis bij. Daarna sleept hij zich doorheen de dagen, slaapt van droom naar droom, tussen licht en donker, nuchter en dronken. Hij wordt enkel gestoord door een pijnlijke werkelijkheid. Een intens verhaal met enkele citaten als souvenir, zoals ‘Niets is ooit helemaal vrij’, ‘Buiten bestaat niet. Buiten is een plek in je hoofd waar geen muren zijn’, ‘Met een vlijmscherp mes versnijd ik de tijd in steeds kleinere deeltjes tot de tijd een hoopje stof is en ik slechts hoef te blazen.’
De tweede helft is gelukkig veel beter dan de eerste, dus ik ben wel blij dat ik doorgelezen heb. Er zit zeker een goede novelle in dit boek. Six kan ook wel schrijven: sommige alinea's en zinnen zijn helder, puntig en af. Maar veel te vaak klinken de zinnen onbeholpen, klopt het ritme niet of zijn er registerbreuken. De hele tijd had ik de neiging in mijn hoofd te gaan herschrijven tot het wél klonk. Hier is veel te weinig redactie op gebeurd. Jammer, jammer.
Ik citeer de tekst op de achterflap: Een ontroerende en onthutsende roman over de liefde, en, onvermijdelijk de dood. Welnu ik heb helemaal niets gevoeld, niets van medeleven. De man is nihil. Ik voelde alleen walging bij het beschrijven van zijn spetterende diarree en het resultaat van zijn masturbatie.