Sinds Ingmar een nieuw leven is begonnen als buschauffeur en inwonend opzichter van een observatorium in Waterland is hij eindelijk gelukkig. Dat verandert als een vriend hem belt met de vraag of hij naar een mysterieus cassettebandje komt luisteren. De muziek die Ingmar hoort laat hem niet meer los: de stem van zangeres K. blijft voortdurend rondzingen in zijn gedachten en maakt zijn leven richtingloos. Tijdens zijn werk kan hij niet langer rustig naar de polders kijken, en door de telescoop in het observatorium ziet hij eigenlijk niets meer.
De enige manier om zijn kalme blik op de wereld terug te krijgen, besluit hij, is om de zangeres te vinden en gehoor te geven aan zijn verlangen. Wat volgt is een zoektocht door Waterland en door verborgen straten en ruimtes in Amsterdam, bijgestaan door de norse Astronoom, een Hongkongse polderbokser en een groep stuurse muzikanten. Het is hun vreemde muziek die alles vloeibaar maakt.
In Waterland laat Pieter Kranenborg de lezer kennismaken met een wereld waarin hij beheerst en precies gestalte geeft aan Ingmars zoektocht naar betekenis.
Magisch realisme is een genre dat wat mij betreft nog te weinig voorkomt in de Nederlandse literatuur. Een goed teken dus dat deze jonge auteur zich daaraan durft te wagen. Ondanks dat het voor mij misschien niet het magisch realisme is waar ik naar op zoek ben, vond ik het een fijne afwisseling.
Ingmar denkt dat hij zijn leven op een rijtje heeft en blij is met het leven zoals het is. Totdat hij op een gegeven moment wordt herinnerd aan een avond een tijd geleden, waar hij een meisje genaamd K. ontmoet, de zangeres van een band die hij en Egon die avond hadden zien optreden. Egon vindt een cassette met de muziek en wanneer hij de muziek hoort veranderd alles en zal nooit meer iets hetzelfde zijn.
Wat het magisch realisme precies inhoudt in dit boek, is denk ik iets wat je beter zelf uit kan gaan vinden. En eerlijk gezegd is het ook gewoon moeilijk uit te leggen. Zelf vond ik het soms bijna meer lijken op een innerlijke strijd dan iets wat zich in de daadwerkelijke wereld afspeelde. Misschien was dat ook wel zo. Voor mij was het iets te veel filosofie en te weinig 'magie'.
Kranenborg schrijft goed met mooie gevormde zinnen en weet een goed beeld van de omgeving te schetsen, maar zelf kwam ik er maar langzaam doorheen. De zinnen voelden voor mij heel zwaar, alsof je door het zand loopt en het lopen meer moeite kost.
Leuk om dit boek van een jonge Nederlandse auteur te mogen lezen en eens iets anders te mogen ervaren dan de nuchtere directe Nederlandse literatuur die ik meestal tegenkom en die mij nogal tegen is gaan staan. Niet een verhaal wat mij heel erg bij zal blijven, maar zeker een auteur om in de gaten te houden!
Dank aan uitgeverij Van Oorschot voor een exemplaar van dit boek in ruil voor een eerlijke review.
“Soms zijn er momenten die niet echt verleden willen worden”
Waar Magisch Realisme als genre internationaal al wordt omarmd, mede dankzij grote namen als Murakami, Allende en Gaiman, lijkt de Nederlandse literatuur toch wat achter te blijven. Misschien is het onze neiging tot literair minimalisme, of misschien is de Nederlandse lezer gewoon “te nuchter”, maar als je het mij vraagt is het vooral een enorm gemis. Voor wie die mening met mij deelt is Pieter Kranenborg een debutant om in het oog te houden!
Kranenborgs debuutroman volgt Ingmar, die na een impasse besluit zijn leven nieuwe richting te geven als buschauffeur en inwonend beheerder van een observatorium in Waterland. Zijn nieuwe evenwicht wordt verstoord als een oude vriend hem belt met het verzoek om naar een mysterieus cassettebandje te luisteren. De muziek die hij hoort vormt het startpunt van een zoektocht. Een fysieke reis langs de grachten en verborgen uithoeken van Amsterdam, op zoek naar de zangeres K., maar ook een spirituele queeste naar zingeving en betekenis.
Waterland is indrukwekkend in zijn ambitie, maar bij vlagen wat inconsistent in de uitvoering. Het is een ongebruikelijk boek waarin alledaagse taferelen worden afgewisseld door episodes die lezen als een desoriënterende koortsdroom. Dit maakt het een unieke ervaring, maar wel een waar je van moet houden en waarvan ik verwacht dat hij met gemengde gevoelens ontvangen zal worden onder lezers. Over Kranenborgs talent als auteur kan echter weinig twijfel bestaan; zijn proza is prachtig, treffend en een frisse wind tegenover de “kale taal” waarmee onze generatie is opgevoed. De elementen van magisch realisme benut hij optimaal om te doen wat dit genre het beste doet: het “echt” maken een innerlijke ervaring die moeilijk in woorden te vangen is. Dat gezegd hebbende: deze spirituele onderlaag is tevens de achilleshiel van dit verhaal. Een groot deel van Igmar’s overpeinzingen en openbaringen vielen voor mij in de categorie “quasi-filosofie”, welke diepgaand klinkt, maar in werkelijkheid weinig inhoud houden. In het begin valt het weinig op, en was dit boek door een redacteurspen 100 pagina’s ingekort dan had het me niet zo gestoord. In de huidige vorm meandert het naar mijn smaak echter net wat te lang door.
Al met al een imperfect maar zeer veel belovend debuut van een talentvolle jonge auteur. Met wat jaren ervaring en meer stof tot schrijven sluit ik niet uit dat Kranenborg zal helpen het magisch realisme in Nederland nieuw leven in te blazen.
Met hartelijke dank aan uitgeverij Van Oorschot voor een exemplaar van Waterland in ruil voor een eerlijke recensie.
Soms zijn er momenten die niet echt verleden willen worden
Ingmar weet niet zo goed wat hij met zijn leven aan moet. Als zijn broer hem aanbiedt om opzichter te worden in een verlaten observatorium, besluit hij dit aan te pakken. Hij wordt, zoals hij het zelf benoemt, een "asceet in de polder". Ondertussen begint zijn leven als buschauffeur, waarmee hij zijn dagen weet door te komen.
Totdat een oude vriend, waarmee het contact verloren is gegaan, hem opbelt om hem muziek te laten luisteren. Muziek die hem gaat doen verlangen naar K., een oude scharrel die meer en meer zijn leven gaat beheersen.
Wat volgt is een spiritueel ontwaken, waarbij hij zijn ex-vriendin K. weet te vinden maar tegelijkertijd zijn verlangen niet weet te bedwingen. Uiteindelijk blijkt niet K. de oorzaak van zijn verlangen te zijn, maar juist het verlangen zelf. Om daar vanaf te komen dient Ingmar zijn toevlucht te nemen daar waar het allemaal begon: de muziek, waarbij dit keer niet de melodie van K. leidend moet zijn, maar zijn eigen: alleen dan kan het unheimische gevoel beteugeld worden.
Dit boek lijkt wel een nieuwe vorm van het magisch realisme in de lijn van Hubert Lampo, waar het realistische van Ingmar zelf samensmelt met een bovennatuurlijke lotsbestemming tussen twee personen, die in parallelle werelden en op verschillende tijdstippen elkaar toch altijd weer weten te vinden. De muziek van K. vormt een vehikel waarmee de magische aspecten in de gepresenteerde werkelijkheid worden opgenomen - een magie die bestaat uit levende muziek, verborgen deuren en ruimtes en een bovenzinnelijke dimensie die als een deken over de alledaagse werkelijkheid komt te liggen.
Kranenborg weet op overtuigende wijze deze wereld vorm te geven, gaat zich niet te buiten in al teveel magische parabolen, alhoewel hij her en der wel eens uit de bocht vliegt met zijn beschrijvingen ("als een roedel honden liet ik mijn gedachten los over de polders"). Maar ach, met zijn 24 jaar is dit de auteur vergeven - ik denk dat ik in de komende jaren nog veel plezier aan zijn boeken ga beleven.
Ik kreeg van uitgever Van Oorschot dit boek als e-boek toegezonden in ruil voor een eerlijke review
Een ontzettend mooi boek waarbij de werkelijkheid zich continue vermengt met de verbeelding, a la Murakami. De verwijzing naar Chinese filosofie die invulling geeft aan Ingmar's levensloop en de interessante karakters zorgen voor een verhaal wat je blijft boeien. Met uitzondering van een wat lijkt op een wat gehaast einde, een perfect boek.
A very slow book that unfolds over the pages. Weird figures and situations are the guiding principle in this book. If you like Dutch literature, this is your book. Sometimes too slow and tangled.
Pieter Kranenborg ( 1994) debuteerde met de verhalenbundel Astronaut, waarin de jonge auteur de veelzijdigheid van zijn schrijftalent toonde. In vrijwel al zijn verhalen worden mensen beschreven die zich verplaatsen.De titel van de bundel is afkomstig van één van de verhalen, maar sluit ook aan bij het hoofdthema: kunnen wortelen in tijd en ruimte. Een astronaut is bij uitstek iemand die zich buiten het dagelijkse plaatst. De ruimtereiziger creëert in extremere mate dan de wereldreiziger een tweede leven met ontsnappingsclausules, op een plek waarvandaan je de hele planeet kan vatten in de cirkel tussen je duim en wijsvinger. In het surreële Waterland, de eerste roman van Pieter Kranenborg, worden we geconfronteerd met het ervaren van geluid en een vloeibare tijd, een term die gebruikt werd door de Pools-Britse filosoof Zygmunt Bauman. Zijn analyse is pessimistisch. Menselijke relaties zijn zeer broos en vergankelijk geworden. Zelfs familiale banden lijken binnen de modern vloeibare samenleving niet meer te kunnen rekenen op de stabiliteit van vroeger. Huwelijken lopen massaal op de klippen en relaties worden gemakkelijker verbroken dan aangemaakt. Kenmerkend voor de moderne vloeibare samenleving is de gemakkelijkheid waarmee relaties worden stopgezet. Mensen worden als het ware als wegwerpproducten bij het huisvuil gezet bij de minste relatieproblemen die zich voordoen. Er wordt amper nog moeite gedaan om relaties te redden in het geval van problemen. Het boek Liquid Life is grote mate een uitbreiding van Liquid Love. In dit boek onderzoekt Bauman onder andere het fenomeen speeddating. Ook besteedt hij hier veel aandacht aan de toestand van de arbeidsmarkt en de toename van flexibele arbeid. die beweert dat het leven en zijn instituties aan voortdurende verandering onderhevig zijn, en daarmee zogezegd fluïde zijn. Veel van deze theorieën kun je ook terug vinden in Waterland. Vrijwel alle personages hebben een onbeantwoorde of gefnuikte liefde onder de leden en hoofdpersonage Ingmar ruilt zijn job als vertaler in om een gelukkige buschauffeur te worden. In die tijd reed hij zijn rondjes tussen Waterland en Amsterdam en woonde hij in een klein huisje naast de sterrenwacht. Een telefoontje van een vriend uit zijn studietijd, Egon, zet dat rustige bestaan op losse schroeven. Want nadat ze samen naar een muziekcassette geluisterd hebben, krijgt Ingmar het stemgeluid van de zangeres maar niet uit zijn hoofd. Het zingt er maar rond, al zet hij alles op alles om dit geluid het zwijgen op te leggen. Ingmar en Egon luisteren naar een muziekcassette terwijl ze door het appartement en een parallelle werkelijkheid zweven. De wereld, het aquarium, alles wordt een moment lang vloeibaar. En als Ingmar daarna naar buiten gaat, en de jongen van de fietsstalling hem vraagt of hij hen nu echt zag zweven in dat appartement, dan is dat surreële vervormen van de werkelijkheid de werkelijkheid van de roman geworden, en volkomen geloofwaardig. De verhaallijn van Ingmars queeste in Waterland komr zeer traag op gang en is dan ook opgehangen aan heel veel filosofie. Verliefdheden, verlangens, veranderen wie je bent en daarmee dus ook je werkelijkheid. Ik is een ander, de befaamde regel van Rimbaud, is dan ook een van de twee motto’s die aan de roman voorafgaan. Ook Ingmar probeert te ontsnappen, hij wil zijn rust terug. De wereld zoals die was voor hij de muziek hoorde die als een mythische sirene in zijn oor klinkt. Geen van de personages weet eigenlijk hoe en waarom van die sirene-achtige muziek, die voor iedereen blijkbaar anders is. Egon, Kelvin de polderbokser, de Astronoom, ze zijn allemaal op zoek naar een manier om dat verlangen het zwijgen op te leggen. Met de filosofie van Zuang Zi in gedachten, (droom ik dat ik een vlinder ben, of droomt de vlinder dat hij Zuang Zi is), besluit Ingmar aan zijn verlangen naar het volledig opgaan in de ander toe te geven. De liefhebber van ‘toegepaste’ filosofie in een verhaal komt hier oeverloos aan zijn trekken. Wat mij het meest aansprak in dit verhaal is het mooie taalgebruik dat de trage verhaallijn volledig tot zijn kracht laat komen
Globaal gezien mooi geschreven. Er zaten zeker wat gelaagde stukjes in die me aanspraken. Het subthema Chinese linguistiek voegt ook ook iets toe waardoor het geheel wat levendiger overkomt. Vond het boek daarbij ook een welkome afwisseling van het gros van de redelijk nuchter Nederlandse literatuur. Waar het boek me soms echter kwijtraakte, was toen het surrealisme te ver werd doorgetrokken en ik de draad van het verhaal verloor. Zou ook goed kunnen komen omdat het verhaal maar heel langzaam voortgang maakt. Dat zorgde ervoor dat ik het misschien meer vanuit zelfdiscipline heb uitgelezen dan uit nieuwsgierigheid.
Bijzonder boek, goed geschreven. Het is vooral goed gelukt om een vreemde sfeer te scheppen rond een paar steeds terugkomende plekken, zoals een bushalte die zelfs door buschauffeurs over het hoofd wordt gezien, een verlaten observatorium en een café dat alleen zichtbaar is voor de juiste mensen die ook nog eens van de juiste kant moeten komen. Stijlvast en veelbelovend.