Uit hoeveel levens bestaat een mensenleven? Het leven van schrijfster Karlijn komt plotseling tot stilstand wanneer ze op één dag Hanna ontmoet, een vrouw voor wie ze direct gevoelens krijgt, maar ook haar vriend verliest bij een ongeluk. Wie vind je terug als je de dag erna wakker wordt, jezelf of een ander?
Karlijns omgeving verwacht dat ze rouwt, maar dat lukt haar niet. Haar uitgever hoopt dat ze haar verhaal vertelt, maar ze zwijgt. Wanneer ze Hanna steeds meer gaat zien als een medeplichtige, wordt het tijd om hun verhaal te herschrijven.
Raam, sleutel is een intrigerend literair spel, over aantrekkingskracht en schuldgevoel, over rouw, leven en literatuur.
Dutch author, born in 1981. Welagen volgde de kunstacademie in Den Bosch en studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht. Zijn debuut Lipari (2006) werd bekroond met de Selexyz Debuutprijs en stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs. In 2008 verscheen zijn tweede boek Philippes middagen en in datzelfde jaar ontving hij het Charlotte Köhler Stipendium, een prijs voor veelbelovend schrijftalent. In 2009 verscheen Welagens derde roman Verre vrienden die voor de BNG Literatuurprijs werd genomineerd, gevolgd door Porta Romana in 2011. Zijn roman Het verdwijnen van Robbert uit 2013 werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs 2014. In goede handen, zijn zesde roman, verscheen in 2015. Welagen publiceerde verhalen in onder andere Hollands Maandblad en HP/De Tijd. Voor De Groene Amsterdammer schrijft hij over beeldende kunst en interviewde hij Françoise Hardy.
Mensen zeggen wel eens dat er ‘weinig gebeurt’ als een schrijver een boek lang minutieus inzoomt op de handelingen en de gedachten van een personage. Ik heb dat nooit heel goed begrepen. Naar mijn gevoel gebeurt er juist heel veel in zulke boeken, maar omdat we gewend zijn geraakt aan het feit dat ‘een gebeurtenis’ doorgaans iets opzienbarends is, iets wat we doorvertellen, worden handelingen als het openzetten van een raam of het vergeten van een sleutel weggezet als onbelangrijk, om niet te zeggen: niet het vertellen waard. Laat Robbert Welagen met ‘Raam, sleutel’ net weer aan mij bewezen hebben dat een verhaal waarin je een personage dagenlang op de voet volgt en dicht op de huid zit, adembenemend spannend en geweldig goed gecomponeerd kan zijn.
3.5 sterren Een jonge schrijfster moet leren omgaan met het verlies van haar vriend, waarvan ze zichzelf in eerste instantie de schuld geeft. Ze is zoekende en kwetsbaar, maar weet zich toch een weg naar boven te banen.
3.5 stars A young writer must deal with the loss of her boyfriend, for which she initially blames herself. She is searching and vulnerable, but manages to work her way up.
Erg mooi boek. Over rouw en een relatie tussen twee vrouwen. Door een man geschreven! En goed ook! Take that, AFTH! Genomineerd voor de Libris ook! Take that, Onno!
Ik ben er nog niet precies achter waarom, maar ik heb dit boek (voor mijn doen) in een ruk uitgelezen. Fascinerend verhaal. Soms volkomen alledaags, soms extreem creepy, soms fantasievol. Bijzonder.
Even een heel korte impressie. Zeer sterke roman! Robbert Welagen, Raam, sleutel. Bijzondere roman ook, over dood en rouw. En weer over schuld en beroete. Net als Stenen eten van Koen Caris, dat ik onlangs las en recenseerde. Deze roman van Welagen is naar mijn smaak literair geslaagder. Veellagig. En alles hangt met alles samen. Vrouwenliefde is erg en vogue. Verwijzingen naar veel ander literair werk: Nooit meer slapen van Hermans - vanwege Arne. Carol van Patricia Highsmith - Carol en Karlijn. De voorlezer van Schlnk - vanwege Hanna. Ook de inhoud van de romans corresponderen. En over het schrijven van een roman. Een thema waar ik nogal dol op ben. Knap en zeer natuurlijk gedaan. In de zin van dat alle verwijzingen en dubbele bodems en lagen op geen enkele wijze geforceerd aandoen. Hoed af!
Is er een logisch gedrag als iemand zijn of haar meest dierbare verliest? Nee. Is er een logisch gedrag van de mensen rondom iemand die zijn of haar dierbare heeft verloren? Ja. Ik had er nog nooit zo over nagedacht, maar tijdens het lezen van “Raam, sleutel” van Robbert Welagen komt de de hele serie dooddoeners voorbij die de rouwende van het eerste gelid moet aanhoren: Neem een pauze, zoek troost in het werk/schrijven, wat ben je sterk, je mag huilen (wat vaak betekent: je moet huilen), denk aan jezelf, het is jouw schuld niet. Karlijn zoekt de schuld van de dood van haar vriend wél bij zichzelf. Arne krijgt een ongeluk, op weg naar huis om de sleutels te brengen die zij vergeten is. In de uren daarvoor is ze geïnterviewd door Hanna, die iets bij Karlijn had weten op te wekken dat verliefdheid genoemd zou kunnen worden.
Robbert Welagen is een schrijver die zich weet te verdiepen in zijn hoofdpersonages. Hij deinst er daarbij niet voor terug om ze niet de geijkte zielepaden te laten bewandelen, maar hij weet ze uit te laten groeien tot echte mensen met een ietwat gestoorde geest (hoe gestoorder de geest, hoe echter de mens – het is iets waar ik aan denk, maar wat ik niet hardop durf te beamen). Je zou Karlijn’s gedrag redelijk gestoord kunnen noemen, irritant, maar je moet het haar vergeven want het maakt deel uit van het rouwproces. Maar is ze daar echt mee geholpen? En hoelang kan zoiets door blijven gaan?
“Raam, sleutel” (2021) is de tweede roman van Robbert Welagen die ik lees en ik ontkom er niet aan om bepaalde paralellen te trekken met zijn geroemde “Antoinette” uit 2019. Het verwerken van verlies, toen gepresenteerd in een tijdsspanne van een dag, hier uitgesmeerd over meerdere maanden. Maar het principe is hetzelfde. De traagheid van gedachten, op zich al moeilijk te bevatten, en helemaal als die het contact met de realiteit dreigen te verliezen. Het risico om daar als schrijver in te verzanden is groot, maar Welagen weet dat, juist door het geijkte normale gedrag van de mensen om Karlijn heen, te voorkomen. De zus is zo ontzettend zus. Om in te lijsten.
Wat een bijzonder verhaal is dit. Verstild en liefdevol. Beklemmend en verdrietig, dat ook. Erg tof dat er veel verwijzingen naar andere literatuur in zitten. Ik vind de schrijfstijl ronduit prachtig en ik ben benieuwd geworden naar meer van Robbert Welagen.
Raam, Sleutel is een roman met herkenbare personages en korte hoofdstukken die bijna dwingen tot verder lezen. Ik vind dat Welagen een mooie schrijfstijl heeft en de dialogen komen natuurlijk over. De hoofdpersoon begon me op een gegeven moment wat te irriteren en verloor wat aan geloofwaardigheid (gummetjes). Een goedgeschreven roman maar het sprak me iets minder aan dan zijn roman "Antoinette".
Karlijn, schrijfster en het hoofdpersonage in Raam, sleutel, zit opgesloten tussen verdriet en verlangen. Zoals zo vaak biedt de verbeelding uitkomst. Het verhaal komt geheel via Karlijn, als de ik, tot de lezer. Karlijn is merkwaardig scherp op haar omgeving maar scheutig in het tonen van haar beleving. De toon van de roman is zacht, de thematiek niet. Dat maakt het geheel wat onevenwichtig. De compositie komt daardoor gekunsteld over: Karlijn blijft zo plat als haar levensgrote kartonnen reclamebeeld. Mogelijk bewust, maar de lezer blijft ondanks het gekozen perspectief gissen naar de drijfveren van Karlijn. Het is de stijl die deze roman goed leesbaar houdt.
In het openingshoofdstuk wordt een schrijfster geïnterviewd. Ze vertelt dat de genders van de personages in haar roman er wat haar betreft weinig toe doen, en dat alle gebeurtenissen volledig uit haar verbeelding afkomstig zijn. De uitspraak lijkt mij een vrij duidelijk statement van Welagen over zijn eigen boek. Zijn verhaal gaat in de eerste plaats over rouw en verlangen, zonder een al te sterke focus op de seksualiteit van de hoofdpersonages. Je zou het zonder al te veel moeite kunnen omschrijven naar een heteroseksuele romance die net zo geloofwaardig overkomt.
Op psychologisch vlak slaagt Welagen er ook goed over in om de Karlijn en Hanna als ronde personages neer te zetten. Ze hebben beiden een succesvolle carrière, brede interesses en een binnenleven dat veel verder gaat dan hun liefde voor elkaar. De auteur heeft duidelijk zijn best gedaan om geen objectiverende, male gazey lesboliteratuur in het rijtje van Twee Vrouwen of Stemvorken te schrijven.
Paradoxaal genoeg is precies dat zelfbewustzijn echter wat mij gedurende het lezen lang op afstand hield. Het taalgebruik van Welagen is zo minutieus afgewerkt, de verwijzingen naar Carol, Nooit Meer Slapen en andere literatuur zijn zo perfect in het verhaal verweven, en het slot is zo netjes rond – dat ik het lastig vond om daadwerkelijk mee te leven met de personages. Ondanks alle oprechte empathie die duidelijk in het boek is gestopt, ontbreekt er een zekere emotionele spontaniteit die nodig is om de twee vrouwen echt tot leven te wekken.
Het is dan ook veelzeggend dat ik opeens met meer interesse ging lezen toen de tweede helft wat minder aandacht besteedde aan de liefdesrelatie, om in plaats daarvan wat Chungking Express-achtig geobsedeer te introduceren. Zo’n ietwat bizarre uitvergroting van rouwverwerking komen gaf het verhaal voor mij eindelijk de luchtigheid die het in de beschrijvingen van tedere aanrakingen en subtiele dagdromen ontbraken, hoe meelevend ze allemaal ook opgeschreven zijn.
Maar goed, ik ben dus een witte heteroman die hier aan het betogen is dat we de realistische lesbische representatie uit het boek moeten knippen. Voel je volkomen vrij om deze recensie te negeren, welverdiende scheldparagrafen te posten en/of rotte eieren naar mijn raam te gooien.
Raam, sleutel - Robbert Welagen (1981) – Nijgh en van Ditmar 2021
Ben ik nou gek?
Dit hypnotiserende boek is de vrucht van een gerijpt meesterschap, roept Sebastiaan Kort in de NRC. En het krijgt nota bene vijf ballen!
Adembenemende zinnen:
Een stadsbus reed voorbij en mijn haren waaiden van achter over mijn hoofd. Bij een halte verderop remde hij af. (17)
Het bovenste knoopje van haar blouse was los. (87)
Het moest haar niet zo hebben overvallen als mij. (94)
Ik wandelde verder en de straten regen zich aaneen. (94)
Nu stond ik met twee douchegordijnen in mijn handen. Ik wist niet welke ik vandaag zou kiezen. Iene miene mutte. Ik legde het gekleurde douchegordijn terug en liep naar de kassa. (187)
Hij schrijft als vrouw, en hoe!:
Zijn hand onder mijn bikinibandje. De zwelling in zijn zwembroek tegen mijn been. Hoe zijn lippen van mijn mond naar mijn nek gleden. Mijn achterhoofd in het zand en mijn klauwende hand op zijn rug. (83)
De enige literaire tintjes die ik tegenkwam:
Na de middelbare school had hij nog maar één roman gelezen. 'Nooit meer slapen'… daar komt ook een Arne in voor'. (65)
Ik bladerde door de boeken van Marguerite Duras, Jean Rhys en Zadie Smith. (…) Een rijtje Vladimir Nabokov en zo'n beetje alles van Rachel Cusk. (…) Maar voor mij was de kern van 'De Voorlezer' van Berhard Schlink het eerste deel: de geheime liefde. (154)
Ik bladerde het boek door. Ook deze bladzijden bevatten onderstreepte zinnen en gekrabbel in de kantlijn. (…) Ik pakte de (!) gum. Op de bank, met het boek op mijn bovenbenen, wiste ik de potloodstrepen onder de zinnen. Daarna deed ik voor de zekerheid de rest (?) ook. (155)
Mooie korte zinnen, dat wel. Zoals de beginzin van hoofdstuk 55. Je zit er meteen in: Buiten regende het. (164)
Aan het eind van het boek, in hoofdstuk 71– Arne is dan al lang begraven, zelfs zijn graf is door zijn ouders al voorzien van een steen - horen we dat de ouders van Arne bij haar langskwamen om te zeggen dat ze gingen stoppen met de beademing. Op de dag dat Arne van de beademing werd gehaald, verscheen ik met Hanna op een boekpresentatie. Hand in hand. (195)
Stel je voor, je deur slaat dicht, je hebt je sleutel niet bij en het hulptelefoontje naar je vriend verandert je leven compleet. Dat is het interessante uitgangspunt van deze roman. In het begin zat ik echt in het verhaal. Arne komt om in een verkeersongeval terwijl hij op weg is om Karlijn aan een sleutel te helpen. Vlak ervoor heeft Karlijn haar hart verloren aan een journaliste die haar interviewt over haar boek. Kan natuurlijk, niets is vreemd in dit leven. Maar dan begint het. Karlijn doorzoekt in het geheim alle boeken van de journaliste, in het bijzonder ‘Carol’, een roman over een lesbische verhouding. De regels die de journaliste daarin heeft onderlijnd, is precies op hun relatie van toepassing. Katrijn begint haar er ten onrechte van te verdenken dat ze het ongeluk van Arne heeft veroorzaakt. Zo verwatert het verhaal wel heel vlug. Drie sterren voor taal en stijl.
‘Raam, sleutel’ is een bijzonder middelmatige roman. Een boekje vol Vinex-proza. Iedere alinea is een aangeharkt tuintje waar geen enkel insectje te zien is. Laat staan een egel of een vogel. Die vieze beestjes zijn allemaal gevlucht naar de tuin van de buren. Het vervelende aan 'Raam, sleutel' is niet dat het een slecht boek is. Nee, het is een volstrekt middelmatig boek. Geschreven door de middelmatigste cursist van de schrijfcursus. De docent gaf er een 7 voor, want de cursist was er altijd en hij had ook altijd zijn huiswerk gemaakt. Die kun je toch niet laten zakken? De passage dat je als lezer weet dat Arne omgekomen is bij een ongeluk, terwijl Karlijn dat nog niet weet, is compleet oninteressant. Geen enkele vorm van dramatische ironie te bekennen. En dat Karlijn eenzaam op een Duits station terecht komt... Nou en? Het enige jammere daaraan is dat er amper treinen voorbijkomen, zodat deze vorm van zelfmoord uitgesloten is. Pas halverwege het boek begint het verhaal een beetje vorm te krijgen. Op het einde is er een leuke passage: Karlijn fantaseert dat ze Hanna vermoordt onder de douche. Maar als lezer weet je dan toch wel dat ze dat noooooit zal doen. Karlijn is veeeeeel te oninteressant om daadwerkelijk moordneigingen te hebben. Haar belangrijkste daden zijn: het slikken van 2 tabletten paracetamol en het uitgummen van aantekeningen. Een voorbeeldje van het bloedeloze proza. Hoofdstuk 55 begint met 'Buiten regent het.' Eh… Regende het maar binnen! De tweede alinea van dat hoofdstuk luidt: 'Aan de eettafel in haar huiskamer lazen we de krant. Hanna de bijlage, ik het hoofdkatern. Daarna wisselden we. Ze had al jaren een abonnement op dit ochtendblad, vertelde ze. Ze vond de toon van de artikelen prettig.' Gaaaaaaap. Dit is gezellig proza. Dit is Toon i.p.v. W.F. Hermans. Dit is geen Couperus – terwijl ze daar ook wel eens aan tafel zitten. Het is geen ‘Willem Mertens’ levensspiegel’ van Van Oudshoorn. Het is ook niet eens Anna de Savornin Lohman (die niet bekend staat als een van de grote stilisten). Dat geeft niets, ik hou van romans waarin niets gebeurt. 'Op zoek naar de verloren tijd' is prachtig, net als 'De avonden'. Dus kom maar op met je paracetamol en je gum. Maar dan wel in een superieure stijl, niet dat gebabbel als van de overbuurvrouw. Nergens slaat Welagen je om de oren, nergens prikt hij in je oog, nooit wordt hij stekelig, arrogant, pesterig... Je wordt als lezer op geen enkele manier getergd. Het is middelmatigheid troef. (En toch geef ik het maar 1 ster hier, als statement.)
3,5. Ik heb bij vlagen genoten van deze ietwat verstilde novelle vol rouw en verliefdheid, maar bleef toch niet echt voldaan achter. De kalme schrijfstijl van Welagen is verslavend, maar toch mis je soms de vonk, het gevoel dat er nu écht iets helemaal anders zal gaan.
Echt schitterend. Zeker het begin raakte me zo. Ik moest wel even wennen aan de wat korte zinnen en manier van schrijven, maar uiteindelijk paste het heel goed bij het personage en het verhaal. Doordat boeken een groot deel zijn van dit verhaal, is het goed verweven met de Nederlandse boekenwereld en literatuur.
Wat was het mooiste boek dat je las in 2021. Die vraag bespraken we met een paar collega's van Dekker vd Vegt. Voor Constance was dat 'Raam, Sleutel' van Robbert Welagen. Reden voor mij om het ook te lezen en ze heeft gelijk, het is een prachtig boek. Het citaat van Renate Dorrestein (pag. 141) dekt de hele lading: "Literatuur laat zien wat het betekent om mens te zijn".
Schrijfster Karlijn Spichter valt bruusk van het ene leven in het andere wanneer ze in één dag zowel haar vriend Arne verliest in een verkeersongeval als kennismaakt met journaliste Hannah, tot wie ze zich meteen aangetrokken voelt. Ze wordt overweldigd door schuldgevoel. Immers, als ze die dag het raam niet had geopend waardoor ze buitengesloten raakte in haar appartement, had ze Arne niet moeten vragen om de reservesleutel met de fiets te brengen.
Welagen beschrijft hoe Karlijn zich verliest in 'wat als...'-scenario's en hoe ze steeds meer ten prooi valt aan paranoïde wanen en stalkerachtig gedrag. Ze beeldt zich in dat Hannah (net zoals zijzelf) mededader is van het ongeval van Arne en wil alle sporen uitwissen. Ze fantaseert dat ze Hannah uitwist als een gom.
Het rouwproces en Karlijns verwarring worden door Welagen pijnlijk treffend gefileerd en beschreven. Ik hield van de vele motieven: Karlijns neiging om aantekeningen in boeken uit te gommen, en hoe troostrijk ze het vindt om geparkeerde auto's te observeren. Welagens proza is sober maar uitgebalanceerd; opnieuw bewijst hij hoe getalenteerd hij is als stilist. Er is ook ruimte voor verlossing. In de laatste pagina's beslist Karlijn een nieuwe roman te schrijven over haar verwarring, waarna ze ook dit leven achterwege zal laten.
Twee grote gebeurtenissen op één dag: de man van een schrijfster overlijdt in een verkeersongeluk, en zij ervaar het begin van verliefdheid voor een vrouw. “Lichte dagen. En toch. Als ons leven samen goed was, waarom was er dan een opening geweest waardoor ik Hanna naar binnen liet glippen? Was ik zo gemakkelijk te verleiden?”
Ondanks de rouw over haar verloren vriend, zoekt de hoofdpersoon de vrouw op die haar hoofd op hol heeft gebracht: “Ik besefte dat het niet uitmaakte wat ze zei. Het ging om wat ze verzweeg. Wat we samen verzwegen.”
Over het verlies van haar vriend: “ ‘Wat doe je eigenlijk als je vriend overlijdt?’ Ik opende mijn ogen. ‘Niets eigenlijk. Je valt iedere nacht uit elkaar en de volgende ochtend blijk je toch weer in elkaar te zitten. Je denkt elk uur aan hem, maar toch vergeet je hem soms. Je denkt over verhuizen, maar je blijft.’ “
Van de twee schijnbare thema’s van het boek, rouw en verliefdheid, overheerst rouw. Maar het boek gaat over meer dan dat.
De schrijfster heet Karlijn, haar vriend die overlijdt Arne, de journaliste op wie Karlijn verliefd wordt heet Hanna. Welagen beschrijft zijn personages met verwijzingen naar andere literatuur: Arne uit Nooit meer slapen van Hermans, Hanna uit De voorlezer en Karlijn uit Carol. Nooit meer slapen opent met een verwijzing naar de dood van Arne, in een exemplaar van Hanna aangestreept - Karlijn gumt dat stiekem weg; daarover straks meer.
Welagen typeert Karlijn op een prettige manier als een denkende vrouw. Niet stereotype vrouwelijk. Hij laat Arne vrouwelijk zijn, zorgzaam, met een vrouwelijke sjaal en híj kookt, niet zij. Hij leeft gezonder dan zij. Ze ligt in zijn studentenkamer als hij naar college is, een beetje te liggen en rond te kijken. Ze houdt van alleen zijn en van zekerheid en schrijft haar boek gestructureerd. “Het alleen-zijn was niet eindeloos, niet zonder structuur, het waren overzichtelijke blokjes tijd. Ik miste die dagen waarop hij me alleen liet zijn. Ik miste zijn afwezigheid .” Je denkt: een introvert. Ze denkt dat vrijen met een vrouw zacht en teder is, totdat ze het met Hanna doet. Je denkt: een introvert met een rijke binnenwereld die buiten vanuit binnen begrijpt totdat de werkelijkheid haar fantasie corrigeert.
Karlijn worstelt met schuldgevoel. Arne heeft zijn verkeersongeluk gehad doordat zij hem had gebeld; ze had zichzelf buitengesloten nadat Hanna haar had geïnterviewd over haar boek. Arne kwam hun huissleutel op de fiets brengen en werd onderweg aangereden. Hanna is betrokken bij Arnes dood. Karlijn denkt over haar: “Mijn vriendin, mijn minnares of mijn medeplichtige?” Als Hanna een paar dagen op reis is (New York; had Arne vreselijk gevonden), gaat Karlijn stiekem naar Hanna’s appartement en gooit herinneringen aan het interview weg: een blouse en een ketting die Hanna had gedragen. Ze probeert door het gebeurde uit te wissen, het verhaal te herschrijven, wat natuurlijk niet lukt.
Karlijn heeft een eigenaardigheid. Ze gumt graag strepen en opmerkingen uit boeken. Mee begonnen toen ze in een tweedehands boekwinkel werkte. Ze wordt er rustig van. Ze gumt alle aantekeningen uit het lievelingsboek van Hanna: Carol van Patricia Highsmith, over ontluikende lesbische liefde. En uit Nooit meer slapen van Hermans. Welagen lijkt te zeggen dat je je levensverhaal af en toe moet opschonen om verder te kunnen, om te vernieuwen. Als Karlijn moet voorlezen in Berlijn heeft ze haar voorleesboek met aantekeningen in het hotel laten liggen en leest ze noodgedwongen voor uit een blanco exemplaar; het gaat haar moeilijk af, hakkelend. Ze laat haar oude verhaal los (uitgegumd) en is toe aan een nieuw. Die middag dringt het idee voor een nieuw verhaal zich in een museum aan haar op.
Hanna typeert Karlijn als “Zo gretig. Intens en afwezig tegelijk.” Hanna vraagt zich openlijk af of het wel kan samengaan, rouwen en verliefd zijn. Je denkt als lezer dat ze vindt dat Karlijn tegenvalt. De relatie houdt geen stand.
Karlijns innerlijke leven is spannender dan haar echte. Als Hanna haar vraagt om over haar rouw te schrijven, antwoordt ze: “Als ik mijn huidige leven op papier zou zetten, dan is dat geen verhaal, het is een situatie. Er gebeurt niets. Er worden nauwelijks stappen gezet.”
Hanna zegt over vrouwen: “We moeten onze plaats nog steeds bevechten.” En mannen, wil Karlijn weten: “Dat zijn alleen maar tegenwerkende krachten. De mannen doen er niet toe.” Ze zegt het terloops over de personages in Carol: “Ze zei het lichtzinnig, voor de vuist weg.” Haar verhaal.
Welagen maakt stilte ongemakkelijk en voelbaar door Karlijn met een rietje uit een beker te laten slurpen. Als Hanna voor het eerst weer bij Karlijn komt, mag ze het raam van Karlijn niet open zetten. Een aantal pagina’s later komt de moeder van Arne op bezoek en merkt op dat het huis steeds minder naar Arne ruikt; dan begrijp je achteraf de scene met het raam. Even later volgt een dialoog waarin de vrouwen praten over hun verbondenheid met elkaar waaruit je als lezer opmaakt dat dat geenszins het geval is. Kortom: een goed geschreven boek waarvan ik heb genoten zoals je geniet van een langzaam zuigsnoepje.
“Ik durfde voorzichtig te concluderen dat ik vandaag was uitgenodigd als de schrijver van Jaarringen, niet als nabestaande. Ik was terug in het veld.” Karlijn is met haar uitgever op een literair festival in Berlijn. Met de trein. Aan het begin van het boek mislukt een poging van haar om naar Berlijn te reizen op een ticket van Arne; ze wordt door conducteurs uit de trein gezet. Arne zou naar Berlijn gaan voor een sollicitatiegesprek, ze zouden misschien samen naar Berlijn verhuizen. Als ze er om haar boek te promoten is, loopt ze rond en kijkt naar het gewone leven, naar gewone huizen waar ze zelf had kunnen wonen - met Arne. In een museum kijkt ze alleen naar een schilderij van een opkomende zon. In het huis van Hanna hing een reproductie die ze had aangezien voor een citroen. Karlijn ziet eindelijk de werkelijkheid zoals die is, of is eindelijk in staat om haar levensverhaal van zuur te herschikken naar hoopvol; de lezer beslist welk van de twee.
“Het zou vast nog wel even duren voordat ik de afgelopen periode zou begrijpen. Arne was overleden, ik had iets gevoeld voor Hanna en mijn boek was een succes geworden. Dat waren de feiten. Dat was allemaal gebeurd. Maar waarom was het gebeurd?” Ons ‘echte’ leven vindt plaats als een duiding van de gebeurtenissen. Karlijn is weer in staat om te schrijven: “Ik zou de vrouw die ik de afgelopen tijd was geweest achterlaten in het verhaal. Ze zou een fictief personage worden. Daarna zou ik verder kunnen.” De vraag die dit boek ons stelt, is of we, los van een traumatische gebeurtenis zoals die van Karlijn, niet allemaal fictieve personages zijn in het boek van ons levensverhaal. En meer literair: hebben we zojuist het boek gelezen dat Karlijn aan het eind van het verhaal besluit te zullen schrijven?
Dit boek gaat ook over schrijven. Over de periode tussen boeken, over hoe een verhaal zich bij een schrijver aandient en niet door uitgever of literair journalist laat opdringen. Zelfs een klein beetje over het promoten van een boek, en over nevenactiviteiten van een schrijver zoals wel of niet columns schrijven of aan journalistiek doen (Niña Weijers doet dat wel, Robbert Welagen naar verluid niet). Over hoe je als schrijver ook een personage bent (de uitgever laat een foto uitvergroot op karton maken, die enige tijd bij Karlijn in huis ‘woont’). Over het vinden van inspiratiebronnen met de openlijke constructie van personages en verhaal op basis van drie andere boeken (Hermans, Highsmith, Schlink). En over de helende werking van kunst (het moment van de ommekeer in het rouwproces van Karlijn vindt plaats in een museum, tegenover een echt kunstwerk, in de marge van de dag, het laatste half uur. De suppoost komt al op haar af om haar te vragen het museum te verlaten, zoals de conducteurs eerder haar hadden verwijderd uit de trein). Over hoe een verhaal op eigen benen moet staan (het uitgummen van de verwijzingen in andere boeken).
Wat me met een beetje verwondering achterlaat is: waarom een lesbische verliefdheid? Is het mode, is het marketing? Welagen doet het niet om sensatie en seks in het verhaal te schrijven, want de relatie wordt naturel zonder smeuïge details verteld. Misschien wilde Welagen gewoon het boek Carol van Highsmith als uitgangspunt voor zijn roman nemen, zoals Karlijn in het museum het schilderij gebruikt als inspiratiebron?
Ik heb ondanks lof twee punten van kritiek. Ik vond de passage waarin Karlijn fantaseert dat ze met een pak douchegordijn Hanna gaat ‘uitgummen’ té vreemd. Gelukkig laat Welagen het een fantasie zijn. En de slotscène waarin Welagen een citroen in een opkomende zon verandert ook té expliciet. Juist omdat het boek overwegend subtiel is.
Las lekker weg, kabbelde een beetje voort. Ik vond de intertekstualiteit erg leuk (het hielp dat ik de meeste boeken die genoemd werden, gelezen had), maar het had iets spannender van mij gemogen.
'Als ik iets verzon, was het er. Als iets gebeurde, was het er ook. Allebei werd het onderdeel van dezelfde werkelijkheid. De werkelijkheid waarin ik leefde. Waarin ik stappen zette en op basis waarvan ik beslissingen nam. Ik kon een gedachte niet ontdenken. Net zomin als ik een gebeurtenis ongedaan kon maken. Hanna had haar hand op mijn knie gelegd. Ik had het raam opengezet. Arne was op zijn fiets gesprongen.'
Een prachtig boek over rouw en liefde en hoe die twee soms dichter bij elkaar liggen dan je denkt.
Eerder 2,5, het viel me eigenlijk wat tegen.. Jammer want ik had er door de lovende recensies meer van verwacht. Ik kon niet zo met de hoofdpersoon meevoelen, misschien ook omdat je zo weinig over haar te weten komt en als je dan iets te weten komt, kreeg ik niet echt sympathie of interesse voor haar. De korte zinnen waren niet zo mijn ding, en het verhaal kabbelde ook maar een beetje.
Dit lijkt alleen maar negatief, waarom dan toch naar 3 sterren afgerond?? Nou, soms raakte het minimalistische van het boek me wel even. Hoe iets kleins als een openstaand raam allerlei andere gebeurtenissen in gang kan zetten, en hoe levens op zoveel manieren kunnen lopen. De mix van verliefdheid en rouw en hoe dat voor verwarring zorgt. Wat dat betreft vond ik het idee van dit boek best sterk, ik had alleen gehoopt iets meer verrast te worden of te voelen voor de personages.
Echt een ontdekking, deze Robert Wellagen. Wat schrijft hij mooi precies, sober ook, en wat weet hij daarmee veel op te roepen. Ik vond dit een heel spannend boek om te lezen, niet door ‘spannende’ gebeurtenissen maar door de dicht op de huid-beschrijving van wat de hoofdpersoon Karlijn meemaakt, voornamelijk in haar hoofd. De rouw waar ze doorheen gaat wordt op die manier heel voelbaar en inleefbaar - ik kan me voorstellen dat het zo gaat of kan gaan. Liefde en rouw, twee kanten van dezelfde medaille, ondenkbaar zonder elkaar. Het komt in Karlijn samen in dit kleine boekje. Wonderbaarlijk mooi.