Nelly Denies, alias ‘Oliebollen-Nel’, geldt in de jaren twintig en dertig als een ware sensatie op de Nederlandse kermissen, waar ze menig mannenhart sneller doet kloppen. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog raakt ze om heel andere redenen bekend, wanneer ze ervan beschuldigd wordt een gewetenloze dubbelspionne te zijn geweest. Zelf houdt ze vol dat ze haar intieme contacten met Duitse officieren alleen maar gebruikt heeft om het verzet te helpen. De officier van justitie typeert haar strafdossier als een van de moeilijkste zaken die het Bijzonder Gerechtshof ooit te behandelen kreeg, en daaraan lijkt geen woord te veel gezegd. Haar verre achterneef Michèl de Jong raakte gefascineerd door de geruchten over dit zwarte schaap in zijn familie. Aan de hand van diepgravend archiefonderzoek en gesprekken met kermisexploitanten, jonkheren en verzetsstrijders reconstrueert hij het opmerkelijke levensverhaal van een even kleurrijke als ongrijpbare kermisdiva.
In dit boek over het leven van Nelly Denies wordt duidelijk gemaakt hoe de lastige scheidslijn tussen goed en fout in de Tweede Wereldoorlog te trekken was en is. Goed geschreven, over een opmerkelijke vrouw.
Tot in de puntjes verzorgde uitgave van een gedegen en minutieuze reconstructie van de (oorlogs)handel en wandel van de bijzondere vrouw die 'kermisdiva' Oliebollen-Nel (1910-1990) was. Michèl de Jong komt zijn lezers niet alleen tegemoet in zijn prettige schrijfstijl, maar ook door middel van een uitgebreid notenapparaat, een overzicht van de belangrijkste hoofd- en bijfiguren, een personenregister en niet te vergeten stambomen. Kortom, een boek dat me in zeer positieve zin heeft verrast!