Een onthutsende, indringende en vernieuwende dekolonisatiegeschiedenis
De onafhankelijkheid van Indonesië is onomkeerbaar, de Republiek Indonesië is een feit. In 1946 bezet Nederland Bali en daar wordt de deelstaat Oost-Indonesië opgericht. Deze staat moet een toonbeeld worden van democratie, maar het gezag dwingt de loyaliteit van de bevolking meteen al meedogenloos af.
De strijd om Bali is een geschiedenis van de ongekend hevige guerrillastrijd die vlak na de Tweede Wereldoorlog op het eiland ontvlamde. Een ontluisterend verhaal over onderdrukking, verzet, vriendschap en verraad dat onlosmakelijk is verbonden met het imperiale verleden, maar ook met de kern van de Nederlandse dekolonisatiepolitiek.
Aan de hand van ruim 120 interviews op Bali en in Nederland, uitvoerig archiefonderzoek, brieven en memoires, dringt Anne-Lot Hoek door tot in de haarvaten van het koloniale systeem. Ze brengt een gelaagd en vernieuwend beeld van een wrede onafhankelijkheidsstrijd.
De strijd om Bali is uitgeroepen door De Libris Geschiedenis Prijs jury tot een van de vijf beste geschiedenisboeken van 2022. Het werd Beste Geschiedenis Boek bij OVT op NPO Radio 1 en ontving een eervolle vermelding van de M.J. Brusseprijs.
Er gebeurde iets onwaarschijnlijks tijdens de boeklancering van De strijd om Bali van Anne-Lot Hoek. Een grote gouden ring die is belegd met een flinke edelsteen werd decennia terug geschonken door de Raja van Noord Bali, Pandji Tisna, aan Henk Franken uit dankbaarheid voor hun bijzondere vriendschap. Degene die de ring krijgt, aldus de Balinese vorst, behoort vanaf dat moment tot het vorstengeslacht. Christiaan, de zoon van Henk Franken, droeg de ring sinds het overlijden van zijn vader en ging door het leven als Balinese prins. Tot die avond. Hij maakte toen een intens groots gebaar en droeg de ring over aan Anne-Lot omdat ze "Het volk van Bali, het volk van de Pandji Tisna en onze drie vaders (red. Henk Franken, Siebe Lijftogt en Willem Gerungan) recht heeft gedaan" met haar boek. ‘Dit boek is de neerslag van een indrukwekkend en zeer belangrijk onderzoek en is bovendien ook nog eens geweldig goed geschreven' Reggy Baay
'Misschien wel het belangrijkste geschiedenisboek van dit jaar' NRC Handelsblad (Dit zijn de beste boeken van 2021)
‘Anne-Lot Hoek is een van die zeldzame historici die diepgravend onderzoek en oral history weet te combineren met grote leesbaarheid. Wat een prestatie, deze studie over Bali! Wat een zwier!’ David Van Reybrouck (Revolusi, Congo) ‘We hadden heel veel boeken over Nederlands-Indie, maar dit sprong er wat ons betreft toch uit.’ Jury J.M. Brusseprijs 2022
Een prachtig nieuw onderzoek naar de strijd van de lokale bevolking op Bali tegen de koloniale politiek van Nederland. Een belangrijke bijdrage aan het wetenschappelijke en maatschappelijke debat over de koloniale politiek in Indonesië' Jury Libris Geschiedenis Prijs 2022 ‘Geweldig onderzoek van Anne-Lot Hoek naar systematisch overheidsgeweld op Bali' Roxane van Iperen ('t Hooge Nest)
‘De strijd om Bali, Imperialisme, verzet en onafhankelijkheid 1846-1950 van Anne-Lot Hoek heeft mijn inzichten het meest veranderd.’ Adriaan van Dis
‘Het ontbreekt Anne-Lot Hoek niet aan talent. Zij blijkt een doortastend onderzoeker, schrijft meeslepend. De intentie van Anne-Lot Hoek is goed. Ze wijst niet naar alleen de Nederlandse slechterikken en doet het Nederlands geweld ook niet af als de logische reactie op Indonesisch terrorisme. Nee, zij geeft een genuanceerd beeld van een trieste periode op Bali.' Herman Keppy (Indies Tijdschrift) ‘Haar boek is niet alleen onthutsend, maar ook spannend en prikkelend. Saai wordt het nooit. Dat is mede te danken aan de vele mysterieuze, kleurrijke, hartverwarmende of juist weerzinwekkende mensen die de revue passeren...Grondig en vernieuwend onderzoek. Dwars, onbevangen en onverschrokken. Goed geschreven’ Willem Bouwman (Nederlands Dagblad) ‘Zo gedegen dat Anne-Lot Hoek meteen in het rijtje Remy Limpach, Piet Hagen, Martin Bossenbroek, David van Reybrouck kan worden geplaatst.' Peter van Riel (Pelita Nieuws) 'Dit boek bevat veel nieuwe inzichten en is enorm sterk geschreven. Anne-Lot is de eerste historica die zoveel personen ter plekke interviewde en jarenlang archiefonderzoek deed. Ons beeld over deze periode zal nooit meer hetzelfde zijn' Van der Meer (Libris) 'En dit zijn slechts twee van de 120 getuigenissen uit het alom geprezen en zeer leesbare De strijd om Bali van Anne-Lot Hoek. In 2013 beloofde zij veteraan Charles Destree (1926-2019) om het verhaal achter foto's van dode Balinezen in zijn fotoalbum tot op de bodem uit te zoeken. Ze deed het en daar mogen we haar allemaal dankbaar voor zijn' Marjolein van Asdonck (Moesson - Het Indisch Maandblad) 'Dit was onontkoombaar: Anne-Lot Hoek met De strijd om Bali. Jongens, dit is een verschrikkelijk goed boek om twee redenen: het is heel goed onderzocht, ze heeft tal van archieven gezien. Ze heeft vervolgens ditmaal vooral eens van Indonesische zijde veteranen gesproken. Ten derde, het is heel erg goed opgeschreven' Wim Berkelaar (NPO1 / VPRO / OVT) WINNAAR - HET BESTE GESCHIEDENISBOEK VAN DE MAAND DECEMBER 2021 ‘De strijd om Bali is meer dan een opsomming van gewelddadigheden. Hoek vertelt ook een groter verhaal over de dekolonisatie van heel Nederlands-Indie. Hoek wist veel informatie aan de vergetelheid te ontrukken. Daarmee voegt ze werkelijk iets toe aan onze kennis over een recent verleden dat nog altijd niet is doorgedrongen in ons collectieve geheugen....met haar rijke bronnenmateriaal geeft ze haar hoofdpersonen veel kleur...een indrukwekkend boek’ Jeroen van der Kris (NRC Handelsblad)
Anne-Lot Hoek heeft een prestatie van formaat geleverd met deze gedetailleerde en lijvige studie naar de onafhankelijkheidsstrijd op Bali in de nadagen van de 2e wereldoorlog. Op basis van interviews die zij gehouden heeft met betrokkenen, uitgebreid archiefonderzoek en andere bronnen, zoals brieven en memoires, laat zij zien, zoals zij schrijft: ‘.. dat de federale dekolonisatiepolitiek die Nederland nastreefde niet voor de gewenste rust en orde zorgde, maar juist een katalysator was voor het geweld’.
De naamgeving op Bali, die sterk cultureel bepaald is (Hindu), waarbij het de gewoonte is om kinderen volgens een bepaalde volgorde namen te geven en indicatie van het geslacht en de kaste bevat, maakt dat namen van betrokkenen sterk op elkaar lijken en je je soms afvraagt: ‘over wie gaat het hier ook alweer’. Gaandeweg went dit en wordt je meer en meer in de feitelijke beschrijvingen van de gebeurtenissen getrokken. Die je vervolgens ook niet meer loslaten na de laatste bladzijde gelezen te hebben.
Een indrukwekkend boek. Een ongelooflijke hoeveelheid materiaal over een periode die toch al 75 jaar achter ons ligt is hier bijeen gebracht. Het dieptepunt is natuurlijk de mentaliteit van een koloniale macht die alle betrokkenen corrumpeert op slechts enkele uitzonderingen na. De wreedheden die in detail worden beschreven en begaan werden door Nederlandse militairen en het KNIL doen niet onder voor die van de Nazi's of Japanners. Het succesvol in de doofpot stoppen van de Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië ( Bali) door regering, ambtenaren, legerhoofden en ook historici wordt onverschrokken door de schrijfster voor het voetlicht gebracht. Het spreekwoordelijke opgeheven vingertje van de Nederlander komt wel in een zeer ironisch daglicht te staan Het boek was door de hoeveelheid feiten, namen en gevechten niet altijd even gemakkelijk te lezen maar de door alle pagina's heen druipende betrokkenheid van de schrijfster maakte veel goed.
Blog n.a.v. ‘De strijd om Bali’ van Anne-Lot Hoek Wat een boek! Anne-Lot Hoek schreef een fascinerend boek over de strijd op Bali, tussen de Nederlanders en de inwoners van Bali, zij het dat Nederland in de jaren veertig diverse lokale vorsten wist in te zetten tegen de eigen bevolking. Maar bovenal is de conclusie dat er vooral veel, heel veel geweld is gebruikt. En dat was niet alleen in de onafhankelijkheidsstrijd, maar ook in de decennia en eeuwen daarvoor. Dat geweld werd in Nederland en door Nederlanders zo min mogelijk gezien, wegkijken heet dat tegenwoordig.
Voor iedereen die naar Bali gaat voor een tropische vakantie, is dit een belangrijk boek. Al was het maar om de naam van het vliegveld van Denpasar te snappen: I Gusti Ngurah Rai-airport, I Gusti Ngurah Rai was de aanvoerder van de strijd om de onafhankelijkheid, die hij met de dood moest bekopen.
Wat mij opviel tijdens het lezen:
“Waarom had juist op Bali, een eiland dat niet bekendstaat als een belangrijk strijdtoneel tijdens de Indonesisch onafhankelijkheidsstrijd, en destijds werd gezien als ‘loyaal aan Nederland’, blijkbaar zoveel geweld plaatsgevonden? Die vraag wilde ik beantwoorden.”
“Het eiland werd in de koloniale tijd bestuurd via de vorsten die konden rekenen op Nederlandse steun, diezelfde vorsten gingen in 1946 in meerderheid akkoord met de vorming van de federale deelstaat die Oost-Indonesië werd genoemd. (…) Deze deelstaat was op Bali opgericht om tegenwicht te bieden tegen de Republiek die het gezag voerde op Java en Sumatra. De eerste president van de deelstaat Oost-Indonesië was de Balinese vorst uit Ubud, Tjokorda Gde Raka Sukawati.”
De bezetting van Bali (1846-1908) “Wat in de Nederlandse versie van de geschiedenis lang onderbelicht bleef: dat Balinezen terugvochten tegen de bezetting van het eiland. (…) Tussen 1650 en 1830 zijn naar schatting 150.000 Balinese tot slaaf gemaakten verkocht, die voornamelijk via de VOC de wereld over gingen. (…) Er vonden in de periode tussen 1846 en 1908 in totaal zeven militaire acties tegen Bali plaats, die in Nederland eufemistisch ‘expedities’, maar op Bali oorlogen werden genoemd. (…) Het was de doodsstrijd van de Balinese vorsten die in de negentiende en begin twintigste eeuw tegenover de even onverzettelijke politieke en economische doelstellingen van het gouvernement in Batavia kwamen te staan. (…) Deze imperiale bezetting van het eiland vormde het fundament voor de onafhankelijkheidsstrijd die in 1945 begon. (…) Als alles in de strijd was gegeven, maar geen overwinning was behaald, volgde het zelfverkozen einde (= puputan, BT).”
“Op het koloniale Bali van de jaren twintig en dertig deed het Nederlandse gezag er alles aan om het beeld te creëren van de traditionele, apolitieke en vredelievende Balinees. (…) Het paradijselijke Bali was een koloniale constructie. (…) Een van de hoofdredenen van de armoede as dat de Balinees onder de hoogste belastingdruk stond van heel Nederlands-Indië. (…) Dwangarbeid was een geijkt middel van een koloniaal regime om gehoorzaamheid van een bevolking af te dwingen. (…) De Nederlanders richtten een nieuw soort feodalisme in, waarmee de vorsten veel meer macht kregen. (…) De adel was in de gehele archipel medeverantwoordelijk voor de uitvoering van het koloniale beleid, inclusief het opleggen van landrentes en dwangarbeid. (…) Het leidde tot onrust op het vooroorlogse Bali. (…) De onvrede kwam in nationalistisch vaarwater en het verzet werd meer politiek georganiseerd.”
“De Japanse bezetting was de katalysator van de komende vrijheidsstrijd. (…) Er werd op Bali tijdens de Japanse bezetting een basis gelegd voor anti-imperialistische netwerken en de aankomende revolutie.”
“De voormalige Prayoda-officier I Gusti Ngurah Rai groeide al snel uit tot de belangrijkste militaire gezagsdrager op het eiland. (…) Van Mook was bezig met het opzetten van een reconstructie van Indië onder Nederlandse kroon, waarbinnen ook een aantal Balinese vorsten de leiding zouden krijgen, die op geen enkele wijze een democratische orde voorstonden.”
“De strijd om de onafhankelijkheid begon pas echt na de Nederlandse landing op 2 maart 1946. (…) Het ontaardde in een bloedige guerrillaoorlog, die van Nederlandse kant niet was voorzien, omdat ze totaal buiten de kracht van de Balinese verzetsbeweging en de antikoloniale stemming onder de bevolking hadden gerekend. (…) Alleen de vorsten van Gianyar en Klungkung verheugden zich openlijk voer het Hollandse rendez-vous. (…) Het afdwingen van de loyaliteit van Balinezen, dat was de kern van het gewelddadig optreden op Bali, niet de ‘ontsporingen’ van individuele militairen.”
“De revolutie van Soekarno werd op Bali keihard door onversneden machiavellisme van een jonge Balinees, Anak Agung – vorst van Gianyar, ondermijnd, aangevuurd door de Nederlanders.”
“Het gehele beleid was op Bali ingericht op de ontkenning dat er een vrijheidsstrijd op het eiland woedde.”
“De puputan Margaran, de slag die zich op 20 november 1946 op deze plek voltrok tussen de Balinese vrijheidsstrijders en het Nederlandse KNIL. Hierbij verloren luitenant-kolonel I Gusti Ngurah Rai, zijn naaste commandanten en 92 anderen hun leven na een intensieve klopjacht die bijna negen maanden had geduurd. (…) De dood van Rai heeft de merdeka doen herleven.”
“Naast de nationale onafhankelijkheidsstrijd was er ook een strijd gaande tegen de vorsten. (…) De Anak Agung probeerde ondertussen de nog resterende verzetsgroep op Bali uit te schakelen, om zo de façade van orde en rust in Oost-Indonesië te kunnen ophouden.”
“Sukawati had als president van Oost-Indonesië met een handtekening zijn steun gegeven aan de Eerste ‘Politionele’ Actie, oftewel Operatie Product. (…) De nieuwe deelstaat onder leiding van de twee Balinese vorsten bestendigde zijn macht met veel geweld tegen de eigen landgenoten, en zocht steun bij Spoor en Van Mook. (…) De aanhoudende hang naar de Republiek op Bali paste niet in de koers die regering van Oost-Indonesië voorstond: de succesvolle opbouw van Oost-Indonesië als een moderne staat. (…) Over het voortdurende geweld heerste een groot stilzwijgen onder de Nederlanders. (…) Toen de Anak Agung zijn definitieve draai richting de Republiek maakte, draaiden de ambitieuze ‘baantjesjagers’ met hem mee.”
“Achteraf bleek Nederland grote financiële en economische voordelen uit de soevereiniteitsoverdracht te hebben gesleept – van omgerekend naar deze tijd – meer dan 103 miljard euro. (…) Het Indonesië onder Soekarno droeg in de schrale jaren vijftig daarmee vele tientallen miljarden euro’s meer bij aan Nederland dan de Amerikaanse Marshallhulp van omgerekend 16 miljard euro.”
“Er was zoveel geweld op Bali, omdat er zoveel onverwachte weerstand tegen de bezetting en het neokoloniale, federale project kwam. Rond die boodschap is in Nederland een stilte gecreeerd, die ook in de geschiedschrijving nooit goed is doorbroken.”
This entire review has been hidden because of spoilers.
De strijd om Bali is een boek dat je niet voor je ontspanning gaat lezen. Dit boek ga je lezen omdat je meer wilt weten over het hoe en waarom. Het boek gaat over een voormalig Nederlandse kolonie, een kolonie die Nederland in de vorige eeuw weigerde op te geven.. Met alle gevolgen van dien.
De Auteur ( Anne-Lot Hoek) is zeer grondig te werk gegaan om alle feiten boven tafel te krijgen, door zeer veel interviews met betrokkenen te houden, het nationaal archief tot op het laatste document door te nemen, de privéarchieven mogen ook niet onvermeld blijven. Dit alles samengevoegd geeft boeiend maar ook een pijnlijk beeld van de gebeurtenissen die zich in en rondom Bali hebben afgespeeld.
Een land dat door de eeuwen heeft moeten vechten voor zelfbeschikkingsrecht en onafhankelijkheid. Van de Balinese vorsten, de verzetsstrijders, het Nederlandse Bestuur, leger, de mannen aan de knoppen in Batavia, Yogyakarta en Den Haag, het komt allemaal voorbij en geen detail wordt overgeslagen. Het boek heeft dan ook een hoog educatief gehalte. Je komt zeer veel nieuwe feiten te weten, helaas voor Nederland ook pijnlijke feiten. Het is echter goed dat het eens goed op papier is gezet. Dat de Nederlanders en de wereld weten en beseffen wat er gebeurt is.
De persoonlijke verhalen die in het boek voorkomen zijn boeiend, klinkt gek want sommige verhalen zijn gruwelijk om te lezen. Er werd op grote schaal en structureel oorlogsmisdaden gepleegd door Ambonees en Nederlandse militairen. Wat te denken van de martelkampen? Afschuwelijk, zeker als er van Nederlandse kant over gezwegen werd maar onder tussen wel wijzen naar de Duitsers…
Een ontluisterend verhaal over onderdrukking, verzet, vriendschap en verraad, dat onlosmakelijk aan Nederland zal blijven kleven. Goed dat erover geschreven wordt en het niet langer verborgen wordt. De waarheid mag of moet zelfs besproken worden.
Een boek dat gelezen moet worden, zeker als je interesse hebt voor geschiedenis. Dan hoor je deze vaak gruwelijke nieuwe feiten tot je te nemen. Een boek dat door de vlotte schrijfstijl van de auteur Anne-Lot Hoek makkelijk weg leest, maar je na het lezen zeker wel bezig houdt.
“Imperialisme, verzet en onafhankelijkheid 1846-1950” zegt de ondertitel. Die hele tijdsspanne komt inderdaad aan bod, maar eerder als introductie tot de periode 1945-1950, toen de Nederlanders na de bezetting van Bali door Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog, naar het eiland terugkeerden en probeerden om Bali op zijn minst onder de Nederlandse Kroon te houden en daarbij stootten op het verzet van de Balinezen. 450 van de 550 bladzijden gaan daarover.
De politieke en militaire geschiedenis van Bali in die vijf jaar komt heel minutieus aan bod en de chaotische complexiteit van een revolutionaire periode toont andermaal aan hoe een wanhopige bevolking dan tussen hamer en aambeeld terechtkomt. Er zijn Indonesiërs van alle slag en strekkingen: fanatiek en gewelddadig verzet, gematigd en politiek verzet, onderhuids verzet, opportunistische windhanen, medestanders van de kolonisator en sommigen die de rol van beul op zich nemen. Aan de Nederlandse kant komt ook het hele scala van ijzervreters tot Multatuli-achtige figuren aan bod. Daartussen lopen dan nog wat andere eilanders (Javanen, Ambonezen, …) en Chinezen of wat achtergebleven Japanners.
Als Belg loop je soms wat verloren tussen al die namen uit de Nederlandse vaderlandse geschiedenis en die talloze Balinezen wiens namen al eens op mekaar durven lijken.
Anne-Lot Hoek brengt nieuw historisch onderzoek, het is geen herkauwen of samenvatten van bestaand onderzoek. Eigen interviews en veldwerk, archieven op familiezolders, briefwisseling, getuigenissen van kinderen van hoofdrolspelers (Indonesiërs en Nederlanders), het maakt “De strijd om Bali” levendig en tastbaar, de personages mensen van vlees en bloed.
Terwijl voor mij ongeveer alles in dit boek nieuw is, blijkt het voor Nederlanders om een stuk al dan niet weggemoffelde maar zeker in de vergetelheid geraakte details van de ontvoogdingsstrijd van Bali te gaan. Dat is tegelijk de kracht van het boek: het opnieuw en beter vertellen van de concrete gebeurtenissen op een beperkt grondgebied tegen de achtergrond van de onafhankelijkheidsstrijd en natievorming van Indonesië als geheel.
De diplomatieke geschiedenis komt ook aan bod: verschillende blauwdrukken voor republieken, federaties en constructies onder de Nederlandse Kroon. Die processen die buiten Bali meespelen, zoals ook de rol van Sukarno en zijn Javaanse republiek, komen summier aan bod en slechts om als verklaring te dienen van concrete gebeurtenissen op Bali. Dat is dan weer een nadeel voor een lezer die de overzichtsgeschiedenis van geheel Indonesië niet zo goed kent. Ik moet Van Reybrouck nog lezen.
Het gaat in Bali in 1945-1950 om duizenden doden die vooral onder (vermeende) verzetslieden vielen en waarbij velen door marteling en standrechtelijke executies aan hun einde kwamen, iets dat in Nederland blijkbaar minder bekend was.
Hoewel de het doden van met Nederland collaborerende Balinezen door het verzet en de angst daarvoor onder de bevolking ook wel wordt vermeld, contrasteert het toch met de manier waarop het geweld van de bezetter en vooral van zijn lokale medewerkers wordt beschreven. Dat laatste wordt doorgaans voorzien van erg gedetailleerde beschrijvingen van wreedheid die bij het verzetsgeweld onbesproken blijft. Men moet natuurlijk oppassen met het “beide kanten” verhaal, zeker in een koloniale context, maar genadeloosheid en wreedheid mogen altijd benoemd worden. Ik vind het een goed boek omdat het nauwkeurig en zorgvuldig feitelijke gebeurtenissen documenteert van een beperkte periode op een beperkte plaats en tegelijk ook iets universeler laat zien: hoe machtsvacua, zoals bij dekolonisering, haast onvermijdelijk geweld meebrengen.
Maar dan moest het geweld van 1965-1966 tijdens de anticommunistische zuivering nog komen, die naar schatting 80.000 Balinezen het leven zou kosten.
Niet te missen boek over een onderbelichte periode uit onze koloniale geschiedenis. Erg goed geschreven en nooit saai. Zo mogen voor mij alle geschiedenis boeken zijn!
Indringend en verhelderend beschreven deel van onze geschiedenis dat veel te lang onderbelicht is gebleven. Gebaseerd op praktijk onderzoek en ervaringsverhalen die woorden over het verleden doen leven en de menselijke kant van een anders droog geschiedenisverhaal laten zien en voelen.
Een uitermate gedetailleerde beschrijving van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd voor zover die op en rond het eiland Bali gevoerd is na de 2e Wereldoorlog. Het is even wennen aan de hoeveelheid detail die de schrijver heeft verwerkt; in het begin kost het een beetje moeite om erin te komen, maar gaandeweg wordt je er helemaal in getrokken.
In haar onderzoek van enkele jaren is Anne-Lot er gelukkig in geslaagd veel (kinderen van) betrokkenen te spreken (zowel Indonesiërs als Nederlanders, die op één of andere manier betrokken waren bij de onafhankelijkheidsstrijd), waardoor het boek zoveel mogelijk een reële weergave is van de situatie in die periode. Over dit onderwerp zijn al veel boeken geschreven, die met het verstrijken der jaren meer duidelijkheid (openheid) geven over de rol van de Nederlanders in deze.
In dit boek ligt echter de focus op de strijd in Bali. In vergelijking met Sumatra en Java een klein eiland, maar erg belangrijk als overgangsgebied tussen die eerste twee eilanden (waar de Republikeinse strijd van Soekarno c.s. in eerste instantie gevoerd werd) en de groep oostelijke eilanden, waar Nederland probeerde om de federale staat Oost-Indonesië te formeren. Daarmee wilde men onder Nederlandse vlag de controle kunnen houden over de lucratieve bezittingen in de rest van de archipel (plantages, oliebronnen e.d.).
Op Bali heeft de Nederlandse kolonisator gebruik gemaakt van de ‘loyaliteit’ van bepaalde groepen, zoals de lokale heersende vorsten. Die hadden niet altijd principiële voorkeur voor Nederland of de Republikeinen, maar waren vooral gespitst op het behouden van hun eigen (familie)macht. De strijd op Bali mondde daarom uit op een guerrilla-oorlog waarbij de slachtoffers uiteindelijk vooral onder de lokale bevolking vielen. De Nederlanders heersten met harde hand, soms gebruik makend van de gebrekkige communicatie met de Nederlandse regering. De situatie werd steeds rooskleurig voorgesteld dat die was.
Al met al een krachtig boek over de dekolonisatieperiode van Nederlands-Indië, waarbij o.a. ook inzicht gegeven wordt in de rol van de KNIL en de latere terugkeer van die soldaten, waaronder o.a. veel Molukkers…
Er valt heel veel meer te vertellen, maar elke samenvatting doet tekort aan de grote hoeveelheid informatie uit officiële rapportages en verhalen uit de vele interviews die Anne-Lot in elkaar weet te weven tot een waardevol boek!
Wist dat het allemaal bloederig was de apotheose van de koloniale onderdrukking door Nederland van Indonesië; maar ik wist niet hoe ernstig de oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die gepleegd zijn waren. Folteringen die de fantasie te boven gaan. Heel pijnlijk om te lezen, zeker als je op Curaçao geboren bent uit slaven en slavenmeesters raak je van dit boek extra op je hoede van wat ons eilandje nog te wachten staat. Tot de hoogste regionen waaronder Louis Beel zijn vele oude Nederlandse Politici schuldig aan misdaden tegen de menselijkheid en dat nota bene na vijf jaar Hitler en het afvoeren van bijna alle Nederlandse Joden naar het gas. Het boek beslaat alleen de laatste stuiptrekking en excessen van het Nederlandse Kolonialisme in Indonesië. Er dient breed onderzoek gepleegd te worden naar al die eeuwen Kolonialisme; Roofstaat van Ewald van Vught is niet voldoende. Excuses dienen gemaakt te worden voor alle eeuwen VOC kolonialisme ( Jan Pieterszoon Coen, van Heutsz, Colijn, Gonsalves etc. etc.) I Gusti Ngurah Rai en Tula dienen gerehabiliteerd te worden aangezien ze geen terroristische criminelen zijn maar verzetsstrijders net als Willem de Zwijger. Ik ga nu Revolusie lezen van David Reybrouck!
Wat er echt gebeurd is rond de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië blijft een pijnlijk onderwerp in Nederland. Mijn vader, die als dienstplichtige soldaat aan de politionele acties deelnam, wilde er al nooit over praten. En opmerkingen van hedendaagse politici (hallo Tjerrie) laten ook een toondove houding zien. Dit boek levert een grondig onderzochte (met bijna 2500 eindnoten!) bijdrage aan een deel van die geschiedenis. Veel is gebaseerd op getuigeninterviews (soms nog net op tijd voordat ze overleden), veel ook op archiefonderzoek. De tekst is uitermate gedetailleerd, wat meteen een nadeel is, want de details maken het lezen vermoeiend. Het zou goed zijn geweest een editor het boek te laten stroomlijnen, ook om bijvoorbeeld herhaalde introducties van historische figuren te vermijden. Van Ruysbroek’s “Revolusi” leest wat dat betreft een stuk makkelijker. Uiteindelijk is er veel te leren uit dit boek, al was het alleen al de januskop van de Anak Agung die als een windvaan zijn positie veranderde tijdens de verschillende regimes. Een monografie van hem op basis van dit boek zou een goed tegenwicht zijn voor wat er over hem te vinden is op Wikipedia (zowel NL als ID versies).
Enige tijd geleden las ik Revolusi. Nu dit lijvige boek. Over een paar dagen vertrek ik voor een maand naar Indonesië. Ik wil daar niet gewoon als toerist naar toe. Ik wil daar naar toe met de kennis van wat Nederland(ers) daar uitgespookt heeft/hebben. Dit boek gaat over de vrijheidsstrijd specifiek op Bali. In Nederland bestond het beeld, en dat werd bewust gekoesterd, dat Bali loyaal was aan Nederland en dat het verzet zeer lokaal was, en was aangejaagd door Java. Dit boek leert ons dat dat beeld onjuist was en dat er in Bali een sterke behoefte bestond aan zelfstandigheid en vrijheid. Zoals Nederland trots was op de verzetsstrijders in de tweede wereldoorlog, zo was ze furieus de vrijheidsstrijders aan het bevechten in Indonesië. Op een beestachtige wijze. Ik ben blij dat het koloniale verleden het verleden is, maar het is nog steeds onderdeel van ons bewustzijn. En met dat bewustzijn wil ik het huidige Indonesië tegemoet treden.
Een aardig boek over de koloniale periode op Bali. Er is veel focus op de militaire aspecten van het conflict en vooral de Nederlandse oorlogsmisdaden en de politieke achtergrond. Hoewel zeer goed onderzocht mist het verhaal af en toe structuur en wordt het ook wat langdradig. Zeker het lezen waard maar bij verre na niet zo goed als Revolusi.
Boek over belangrijk thema. Zou iedereen die iets heeft met voormalig Nederlands Indië moeten lezen. Wel erg gedetailleerd soms en vond de tekst taalkundig niet altijd even sterk.
Indrukwekkend onderzoek met passages waarbij de rillingen over je rug lopen. Door de lens van vele betrokkenen wordt weergegeven hoe goed en kwaad door elkaar heen zijn gaan lopen in deze donkere periode voor Indonesië en Nederland. Het boek toont ook aan hoe onder politieke invloed onze lens op deze geschiedenis is vertroebeld. Diepe buiging voor dit waardevolle werk.