Jump to ratings and reviews
Rate this book

De dertig beste verhalen

Rate this book
Tsjechov is na Shakespeare de belangrijkste en meest gespeelde toneelschrijver van Europa. Als verhalenverteller is hij de eerste onder zijns gelijken. In scènes waarin domheid, wreedheid, bijgeloof en wodka de basisbestanddelen vormen, toont hij ook altijd de tederheid en ontroerende naïviteit van zijn volk.

Tsjechov had geen hoge pet op van de mensheid, al komen vrouwen er bij hem toch wat beter vanaf. De kern van zijn wereldvisie is het besef dat werkelijke communicatie tussen mensen zo goed als onmogelijk is.

Hij oordeelt niet. Hij laat ons achter met talloze mogelijke interpretaties. Daarnaast imponeren zijn natuurbeschrijvingen en de humor waarmee hij zelfs de gruwelijkste verhalen kruidt. Een schrijver die in geen boekenkast mag ontbreken.

704 pages, Kindle Edition

First published April 1, 2021

27 people are currently reading
112 people want to read

About the author

Anton Chekhov

5,890 books9,761 followers
Dramas, such as The Seagull (1896, revised 1898), and including "A Dreary Story" (1889) of Russian writer Anton Pavlovich Chekhov, also Chekov, concern the inability of humans to communicate.

Born ( Антон Павлович Чехов ) in the small southern seaport of Taganrog, the son of a grocer. His grandfather, a serf, bought his own freedom and that of his three sons in 1841. He also taught to read. A cloth merchant fathered Yevgenia Morozova, his mother.

"When I think back on my childhood," Chekhov recalled, "it all seems quite gloomy to me." Tyranny of his father, religious fanaticism, and long nights in the store, open from five in the morning till midnight, shadowed his early years. He attended a school for Greek boys in Taganrog from 1867 to 1868 and then Taganrog grammar school. Bankruptcy of his father compelled the family to move to Moscow. At the age of 16 years in 1876, independent Chekhov for some time alone in his native town supported through private tutoring.

In 1879, Chekhov left grammar school and entered the university medical school at Moscow. In the school, he began to publish hundreds of short comics to support his mother, sisters and brothers. Nicholas Leikin published him at this period and owned Oskolki (splinters), the journal of Saint Petersburg. His subjected silly social situations, marital problems, and farcical encounters among husbands, wives, mistresses, and lust; even after his marriage, Chekhov, the shy author, knew not much of whims of young women.

Nenunzhaya pobeda , first novel of Chekhov, set in 1882 in Hungary, parodied the novels of the popular Mór Jókai. People also mocked ideological optimism of Jókai as a politician.

Chekhov graduated in 1884 and practiced medicine. He worked from 1885 in Peterburskaia gazeta.

In 1886, Chekhov met H.S. Suvorin, who invited him, a regular contributor, to work for Novoe vremya, the daily paper of Saint Petersburg. He gained a wide fame before 1886. He authored The Shooting Party , his second full-length novel, later translated into English. Agatha Christie used its characters and atmosphere in later her mystery novel The Murder of Roger Ackroyd . First book of Chekhov in 1886 succeeded, and he gradually committed full time. The refusal of the author to join the ranks of social critics arose the wrath of liberal and radical intelligentsia, who criticized him for dealing with serious social and moral questions but avoiding giving answers. Such leaders as Leo Tolstoy and Nikolai Leskov, however, defended him. "I'm not a liberal, or a conservative, or a gradualist, or a monk, or an indifferentist. I should like to be a free artist and that's all..." Chekhov said in 1888.

The failure of The Wood Demon , play in 1889, and problems with novel made Chekhov to withdraw from literature for a period. In 1890, he traveled across Siberia to Sakhalin, remote prison island. He conducted a detailed census of ten thousand convicts and settlers, condemned to live on that harsh island. Chekhov expected to use the results of his research for his doctoral dissertation. Hard conditions on the island probably also weakened his own physical condition. From this journey came his famous travel book.

Chekhov practiced medicine until 1892. During these years, Chechov developed his concept of the dispassionate, non-judgmental author. He outlined his program in a letter to his brother Aleksandr: "1. Absence of lengthy verbiage of political-social-economic nature; 2. total objectivity; 3. truthful descriptions of persons and objects; 4. extreme brevity; 5. audacity and originality; flee the stereotype; 6. compassion." Because he objected that the paper conducted against Alfred Dreyfus, his friendship with Suvorin ended

Ratings & Reviews

What do you think?
Rate this book

Friends & Following

Create a free account to discover what your friends think of this book!

Community Reviews

5 stars
25 (50%)
4 stars
20 (40%)
3 stars
5 (10%)
2 stars
0 (0%)
1 star
0 (0%)
Displaying 1 - 8 of 8 reviews
Profile Image for Sini.
600 reviews162 followers
May 16, 2021
Ik hou erg van de oude Russen, en Tsjechov is een van mijn topfavorieten. Bovendien hou ik van geactualiseerde vertalingen van die Russen, en zeker die van Hans Boland: zijn versies van "Anna Karenina" en "Misdaad en straf" vond ik geweldig, zijn vertalingen van proza en poëzie van Poesjkin eveneens. Dus las ik subiet zijn selectie en nieuwe vertaling van dertig Tsjechov- verhalen. Ook al is het hele verzameld werk van Tsjechov ruim tien jaar geleden al op sprankelende wijze opnieuw vertaald, en ook al heb ik dat allemaal gelezen terwijl ik daarvoor de oude vertalingen van Charles B. Timmer eveneens allemaal gelezen heb. Want van Tsjechov krijg ik nooit genoeg, en elke nieuwe versie van hem is mij welkom. Zeker ook deze: soms keek ik wel op van Bolands wat erg eigentijdse en anachronistische termen (zoals "last but not least", "so what", "klote", "geil" of "eikel"), en zijn selectie van dertig verhalen is de mijne niet (ik mis highlights als "Het duel" en "Zaal 6" en persoonlijke favorieten als "Geluk" en "Een trieste geschiedenis"), maar in het prachtige soepele Nederlands van Boland glanst mijn held Tsjechov niettemin volop. Bovendien zou ik bij elke selectie gemopperd hebben, ook bij een top 120.

Mooi bij Tsjechov vind ik de enorme, vaak onverklaarde weemoed en melancholie, die dan vaak gepaard gaat met een al even enorme hunkering naar geluk. Dat geluk is illusoir: het is meestal een onbereikbaar drogbeeld, een gedroomd en niet bestaand hiernamaals of een evenzeer gedroomd en geïdealiseerd verleden. Bijvoorbeeld een allerzaligste kindertijd die nooit bestond en nooit heeft kunnen bestaan. Of een liefde die niet te verwezenlijken is, of die direct na de verwezenlijking op een misverstand blijkt te berusten. Dromen dus vol van tragikomische ontoereikendheid. Maar die dromen zijn in al hun vergeefsheid wel uiterst essentieel, onontbeerlijk zelfs, en Tsjechov zet ze ongelofelijk prachtig op papier. Zoals hij ook de melancholie enorm pregnant op papier zet, tot op het adembenemende af, waardoor die dromen- die niet in de werkelijkheid maar alleen uit verlangen bestaande verlossingen van alle treurnis- zelfs nog indringender worden dan dat ze op zichzelf al zijn. Want juist de diepte van de melancholie onderstreept de noodzaak van het snakken naar geluk, hoe illusoir ook. Bovendien oordeelt Tsjechov nergens over zijn melancholieke dromers, en veroordeelt hij nooit de naïveteit van hun dromen. Wel bekijkt hij die vergeefse en soms hoogdravende dromen soms met een ironische glimlach, maar die is dan steeds vol weemoed en mededogen. En ik hou van die glimlach en dat mededogen. Zoals ik ook hou van Tsjechovs briljante vermogen om heel veel treurigs en grappigs niet expliciet uit te melken, maar via terzijdes of terloopsheden te suggereren. Daarmee vermijdt hij sentimentaliteit en effectbejag. Precies dat maakt de weemoedige glimlach voor mij zo subtiel, en zo overtuigend.

Mooi vond ik bovendien hoe Tsjechov in al deze dertig verhalen de melancholie en hunkering met elkaar verknoopt, zodat de melancholie de hunkering voedt en de hunkering de melancholie. In veel van zijn verhalen is dat gekoppeld aan de uitzichtloze armoede en de volstrekte desolaatheid van verpauperde boeren, of van andere simpele zielen die hun afgestomptheid alleen kunnen verlichten met drank. In veel andere verhalen gaat het dan weer om de innerlijke leegte van de wat rijkeren, die grootse idealen zouden willen beleven of grootse liefdes, maar niet weten welke en hoe. Soms, bijvoorbeeld in het schitterende verhaal "De vrouw met het hondje", lijkt het te gaan om liefde (of de illusie van liefde) als enig (uiteraard ontoereikend, maar ook onontbeerlijk) weermiddel tegen eindigheid, leegte en verval. Maar vaak zijn de melancholie en de hunkering onbestemder, en juist daardoor allesdoordringender. En dat maakt Tsjechov dan voelbaar in zijn vele, vaak magnifieke natuurbeschrijvingen. Bijvoorbeeld in de tweede alinea van zijn prachtverhaal "Verloofd": "In de tuin was het stil en koel; over het gras lagen donkere, roerloze schaduwen. Van heel ver weg, mogelijk zelfs van buiten de stad, klonk de roep van de kikkers. Mei, de lieve meimaand, was aangebroken! De lucht nodigde uit tot diep inademen en tot gedachten aan de geboorte van een andere lente, buiten in de bossen en velden, mysterieus, wondermooi, weldadig en heilig, ontoegankelijk voor de zwakke, zondige mens. Je zou zomaar willen huilen". Hier overweegt naar mijn gevoel de aanstekelijke jubel, en dus de aanlokkelijkheid van de "andere lente" met zijn gedroomde nieuwe geluk, al klinkt tegelijk het melancholieke besef door dat deze lente "ontoegankelijk" is voor zwakke, zondige mensen. En zwak zijn wij volgens Tsjechov allemaal, zwak en hunkerend. In andere natuurbeschrijvingen, zoals de nu volgende uit het imponerende en lange verhaal "Steppe", overweegt juist de melancholie: "Jegoerosjka zat nog altijd naar de slapende hoofden te kijken, toen hij plotseling heel zacht hoorde zingen. Het was een vrouwenstem, maar waar deze precies vandaan kwam kon hij niet vaststellen, van ver weg ergens, nu eens van links, dan weer van rechts, soms van boven, soms zelfs van onder de grond. Het was een slepende, klaaglijke melodie, die bijwijlen overging in geween of geheel wegstierf. Alsof er een onzichtbare geest boven de steppe zweefde die dit stille, onbestemde treurlied zong. Jegoerosjka keek om zich heen en begreep er niets van. Maar toen hij goed luisterde had hij de vreemde gewaarwording dat het de uitgeputte, verkwijnde vlakte zelf was, die door het gras heen zong, een klacht zonder woorden, maar aanhoudend, dwingend: haar trof geen schuld dat de zon haar zinloos verschroeide, ze wilde zo graag verder leven, zo ontzettend graag, ze was nog zo jong en ze zou zo mooi hebben kunnen zijn als de hitte en droogte haar hadden gespaard! Zij kon er niets aan doen, maar toch was zij het die vergiffenis vroeg, zonder dat duidelijk werd aan wie, zij vroeg vergiffenis voor het gras en bezwoer dat ze ondraaglijke pijn leed, smarten doorstond, haar lot beweende....". Prachtig, hoe de hele eindeloze steppe het treurlied van hunkering en melancholie lijkt te zingen.... Schitterend, hoe het jongetje Jegoerosjka even helemaal wordt opgezogen door precies dat lied.....

Intrigerend is bovendien hoe elk Tsjechov- verhaal open eindigt, en ook niet anders dan open lijkt te kunnen eindigen. Want het lijkt wel alsof het leven van zijn personages alleen uit onoplosbare dilemma's bestaat, uit ambiguïteiten die zich niet voor een eenduidig slot lenen. Of uit onvoorspelbaarheden met ongewisse afloop. In de levens van Tsjechovs personages lijkt soms geen enkele kern te bestaan, zodat alles een toevallig terzijde wordt, of een afdwaling van een kern die er niet eens aanwijsbaar is. Het net aangehaalde verhaal "Steppe" bijvoorbeeld is een eindeloze dwaaltocht door een eindeloze uitgestrektheid of leegte waarin elk oriëntatiepunt ontbreekt, en door de plotloosheid van het verhaal wordt precies die dwaaltocht in de leegte een structuurelement van het hele verhaal. Ook Tsjechovs andere verhalen hebben geen climax, vaak zelfs geen middenstuk, meestal ook geen erg duidelijk begin. De 'boodschap' is meestal pluriform, en bovendien impliciet: Tsjechov houdt erg van suggesties, sfeerbeelden, ogenschijnlijk onbenullige details die ons veel lijken te vertellen maar zonder ooit eenduidig te zeggen wat ze precies vertellen. Zijn verhalen verlopen kortom vaak onbestemd, en eindigen vaak in onbestemde openheid. Soms in een sfeer van treurigheid: "Zijn krachten begaven het en hij liet zich op het bankje vallen om bittere tranen te schreien ter begroeting van het nieuwe, onbekende leven dat voor hem lag en waarvan niemand kon zeggen hoe het eruit zou zien"". Maar soms gaat het open einde samen met een voorzichtige hoop, een openheid die - weliswaar onzekere- perspectieven biedt: "Nog even, zo leek het, en ze zouden de oplossing vinden, waarna er een nieuw, prachtig leven zou beginnen. Ze begrepen allebei dat het einde van hun liefde nog lang niet in zicht was en dat het moeilijkste nog moest beginnen". Zeer wezenlijk voor Tsjechov, zulke open verhalen met open eindes. In zijn essay over Tsjechov in "Lectures on Russian literature" zegt Nabokov het mooi: "The story does not really end, for as long as people are alive, there is no possible conclusion to their troubles or hopes or dreams". Juist hun openheid maakt de verhalen dus zo authentiek, of - vergeef mij het cliché- zo levensecht. En bovendien zo onvoorspelbaar en verrassend. Ook nu ik ze voor de derde keer weer lees.

Ja, Tsjechov lezen was weer een feest. Wie weet lees ik over een paar jaar gewoon al zijn bij Van Oorschot vertaalde verhalen weer opnieuw. Of eerder al de verhalen die niet bij Bolands beste dertig zaten. Misschien ook de toneelstukken. Want zoals ik al zei: van Tsjechov krijg ik nooit genoeg.
Profile Image for Anne Bergsma.
309 reviews19 followers
May 30, 2021
Vijf sterren voor Tsjechov, één (of liever nog: nul) voor Hans Boland, de vertaler. Tsjechov is niet kapot te krijgen, al doet Boland nog zo zijn best. In een gelijktijdig met deze vertaling verschenen verantwoording legt Boland voor de zoveelste keer uit geen respect te hebben voor de tekst die hij vertaalt. Hij vertaalt niet wat er staat, maar wat hij vindt dat er zou moeten staan, wat Tsjechov had moeten schrijven of waarvan hij gist dat Tsjechov het had geschreven als hij een 21ste eeuwse Nederlandse auteur ware geweest. De vertaling staat daardoor weel vol vulgarismen, anachronistische taal en niet in het origineel voorkomende zinnen, woorden en passages. Het lijkt erop dat Boland het niet kan laten tot zijn laatste snik op infantiele wijze te polemiseren met Karel van het Reve. De verantwoording (Het Nederlands van Tsjechov) getuigt daar ook van. De enige verdienste van die verantwoording is dat ik met een potlood de nodige correcties heb kunnen aanbrengen in de vertaling.

Of, in de woorden van Karel van het Reve: wil men de geest van een vreemde tekst oproepen, dan moet men naar de 'letter' vertalen, want ergens anders is die 'geest' niet te vinden.

Erg irritant is ook dat de lezer van dit boek met beginnen met het laatste verhaal om te eindigen met het eerste. De vertaler wil niet dat we de ontwikkeling van Tsjechov kunnen volgen. Kennelijk weet hij niet dat die ontwikkeling er wel degelijk is.

Wat een geluk dat we in de Russische Bibliotheek van Van Oorschot beschikken over de zorgvuldige en respectvolle vertalingen van Tsjechovs verhalen.

Zie voor een nadere toelichting ‘Van het Reve had Bolands vertaling niks gevonden’
https://www.nrc.nl/nieuws/2019/04/12/....
Profile Image for Xavier Roelens.
Author 5 books64 followers
June 27, 2022
Tsjechov verstaat de kunst om een gebeuren mee te geven, iets dat belangrijk lijkt, maar tegelijk zijn verhaal net op een punt te stoppen dat je niet weet of het gebeurde het hoofdpersonage nu wel of niet veranderd heeft. Je voelt zeker dat de persoon de ervaring meeneemt – wat kan betekenen: een ervaring rijker is, maar minstens even vaak een illusie armer is – maar zal die zijn of haar leven er ook daadwerkelijk aan aanpassen? Dat blijft in het ongewisse, al krijg ik vaak het gevoel van niet.
Er wordt veel gezegd over de vertaler Hans Boland. Hij heeft in een apart boekje een verdediging van zijn vertaalkeuzes geschreven, wat ik niet gelezen heb. Ik kan alleen maar vaststellen dat ik met een levendig Nederlands te maken heb, met regelmatig Hollands aandoende uitdrukkingen en woordkeuzes. Die levendigheid verhoogde voor mij het leesplezier, dus hij heeft zeker goed zijn job gedaan om Tsjechov naar een Nederlands publiek te brengen. Verder houd ik me uit allerlei mogelijke discussies.
De verhalen staan omgekeerd chronologisch in het boek, omdat men niet wilde dat je als lezer naar een evolutie zoekt. Ik heb zelf (ongeveer) als volgt gelezen: eerste verhaal, laatste, tweede, voorlaatste, enz. Door zo in het begin het oudste naast het jongste werk te krijgen, zie je wel een duidelijke evolutie. In de eerste (vaak echt korte) verhalen concentreert Tsjechov zich op zijn personages en brengt hij eenvoudiger verhalen in een rauwer realisme. Hier werkt het Hollands nog het beste om een verschil in klasse te markeren tussen de personages. In de latere verhalen is de sociologische complexiteit veel groter, gelaagder, zijn de verhalen ook gemiddeld langer en neemt hij de tijd om verschillende lagen van de bevolking tot leven te laten komen. Ook viel me op dat vooral in het middendeel de liefdesverhalen overheersten.

Mijn twee favoriete verhalen zijn meteen ook de twee langste van deze bloemlezing (elk ongeveer honderd bladzijden lang): 'Steppe' en 'Mijn leven'. 'Steppe', ondertitel 'Een reisverslag', heeft prachtige natuurbeschrijvingen. We kijken door de ogen van het kind Jegoroeska, die door zijn oom, een zakenman, een priester en een koetsier naar de stad wordt gebracht om daar naar school te gaan. Tegelijk zijn de oom en de priester onderweg om wol te verkopen van de broer van de priester. Eerst reist Jegoroeska met hen mee in de koets, later komt hij bij de gewone mensen terecht die de wol vervoeren. We ontdekken een mooi gamma aan mensen, met elk zijn verhaal. Het kind heeft een onvergetelijke ervaring en wij als lezer ook.
'Mijn leven', ondertitel 'Document uit de provincie', is een van de weinige verhalen in de ik-persoon (veel vaker begint een verhaal met de naam van de hoofdpersoon). Die ik, afkomstig van adel, weigert om een saai jobje als stadsambtenaar of iets dergelijks te doen, en wil echt verschil maken door met zijn handen te gaan werken. Tegelijk wordt hij door die gedurfde keuze net door sommigen op handen gedragen, die met hem in gesprek gaan rond klasse, rond hoe te leven, enz. Hij trouwt met iemand van de gegoede klasse, ze gaan op het platteland wonen en proberen daar de grond te verbouwen, er gebeurt nog van alles, maar het mooie vind ik vooral dat je hier, zo'n twintig jaar voor de Russische Revolutie, al een voorafspiegeling krijgt van het hele complexe Rusland van die tijd. Tsjechov plaatst hier, maar ook in andere verhalen uit diezelfde latere periode, maatschappelijke kwesties voorop. Er spreekt een zekere utopie uit voort, maar ook berusting. De ik maakt zijn keuzes, zonder zijn principes (als hij die al heeft) op te willen dringen aan anderen.
53 reviews
May 9, 2021
30 korte verhalen met een inkijkje in het vooral arme rusland van rond 1900. De verhalen geven net genoeg weg maar niet teveel, dus de eigen verbeelding kan aan de slag.
Profile Image for Willem.
80 reviews
November 12, 2023
"Het was bladstil, de cicaden maak­ten een enorm kabaal en het monotone, doffe geruis van de zee dat uit de diepte opsteeg was als een echo van de eeuwige slaap die ons allemaal wacht."
Profile Image for Lisette Woest-appeldoorn.
135 reviews2 followers
August 29, 2024
Anton Tsjechov (1860-1904) is een bekende Russische auteur van korte verhalen en toneelstukken. Om zijn familie te onderhouden en zijn studie medicijnen te bekostigen legde hij zich toe op het schrijven van korte verhalen. Hij haalde veel inspiratie voor zijn verhalen uit zijn tijd als arts. Vanaf 1886 wijdde hij zich volledig aan zijn schrijverschap. Tot op heden worden zijn toneelstukken nog wereldwijd opgevoerd en zijn literaire werken herdrukt. Zo is onlangs bij uitgeverij Athenaeum “De dertig beste verhalen” verschenen.

Wat opvalt aan deze bundel is dat al deze verhalen op een prachtige en indringende manier het leven in het Rusland van eind 19e en begin 20e eeuw neerzetten. De troosteloosheid van de omstandigheden van zowel de arbeiders als de mensen op het platteland, spat ervan af. Tsjechov schetst op scherpe wijze hoe de maatschappij in elkaar steekt. De heersende aristocratie die nog steeds lijfeigenen bezit, arbeiders zonder enig zicht op een beter bestaan. De rol van de kerk en het geloof, die voor een tweedeling zorgt tussen de aanhangers van het oude geloof en het nieuwere. Een land dat in een tweespalt verkeert. De industriële revolutie is ook in Rusland aan de gang. Anton Tsjechov beschrijft in zijn verhalen, met een zeer scherp oog, wat voor een gevolgen dit heeft voor de sociale en maatschappelijke verhoudingen. De hang naar het conservatisme enerzijds en anderzijds de voorstanders die technische ontwikkelingen omarmen.

Zijn scherpe inzicht is ook terug te vinden in zijn dialogen, in de karakters van zijn personages en in de menselijke relaties. Niet alleen in de klassenverschillen, maar ook in de liefde. Het verlangen naar een beter leven. Als lezer leef je zijn verhalen. Verhalen die op het eerste gezicht eenvoudig lijken te zijn, maar die zo’n duidelijke inkijk geven in het dagelijkse leven. Verhalen waarin je de schrijver zelf kan herkennen. Zijn mededogen, zijn kritiek op de sociale klassen, zijn visie op het belang van onderwijs, kunst en cultuur, gezondheidszorg en de emancipatie van de vrouw zijn allemaal in zijn verhalen terug te vinden. Van deze dertig verhalen, variërend van een vijftal pagina’s tot en met een pagina of honderdtwintig, is er slechts een die mij iets minder kon behoren, De Bisschop, maar zelfs dat verhaal is goed geschreven, en erg beeldend.
Al zijn verhalen zijn zo filmisch geschreven, dat het geen enkele moeite kost om ze tot leven te wekken. Of het nu de traagheid van het leven, de schoonheid van het landschap, de klaagzang of personages zijn, alles verschijnt moeiteloos op mijn netvlies. De memorabele passages zijn dusdanig vaak aanwezig dat je als lezer en recensent hele bladzijdes zou kunnen c.q. willen quoten.
Zijn literaire werken mogen dan meer dan een eeuw geleden geschreven zijn, ze hebben aan actualiteit helaas niets ingeboet. Er staan genoeg stukken in deze bundel die de lezer aan hedendaagse problematiek zal doen denken. Het racisme, het antisemitisme, het verlangen naar weleer, de tweespalt tussen het willen vasthouden aan het bekende en de snelle ontwikkelingen op technologisch gebied.

Er is eigenlijk maar een klein minpuntje aan deze uitgave van “De dertig beste verhalen” en dat is de volgorde waarin de verhalen geplaatst zijn. Mijn voorkeur gaat uit naar een chronologische volgorde van oudste naar nieuwste, zodat je als lezer goed de ontwikkeling van de auteur als wel de ontwikkelingen in de maatschappij kan volgen.
Mijn eerste kennismaking met Anton Tsjechov was een groot succes. Zijn schrijfstijl – beeldend, schrijnend en toch ook humoristisch, zijn scherpe inzicht en maatschappijkritische verhalen zijn van een grote schoonheid “De dertig beste verhalen” krijgt 4.5*

Genre: historische roman/korte verhalen
Uitgever: Athenaeum
ISBN: 9789025317201
Uitvoering: paperback
Aantal pagina’s: 724
Verschijningsdatum: Juni 2024

Dit recensie-exemplaar hebben wij ontvangen van uitgeverij Athenaeum in ruil voor deze eerlijke recensie.
Displaying 1 - 8 of 8 reviews

Can't find what you're looking for?

Get help and learn more about the design.