In de nacht van 8 op 9 april 2021 keert een vijftigjarige man terug naar de plek waar hij in Alphen aan den Rijn is opgegroeid. Het decor van zijn jeugd staat nog overeind: de woning met het nooit overgeverfde hek, het basketbalveldje verderop en winkelcentrum De Ridderhof om de hoek, waar tien jaar geleden een spree shooting plaatsvond. De man parkeert zijn auto in de straat, kijkt uit op zijn ouderlijk huis en zijn vroegere slaapkamerraam, en vraagt zich af of zijn terugkeer betekenis heeft.
Voor de verteller in de roman Rigolettohof houden de dingen nooit op, maar blijven ze duren, in een eindeloze loop: de vader die zijn gezin verlaat, het wachten van de zoon op zijn terugkomst, de eenzaamheid van de moeder en de intense verbondenheid met de broer en zus. Die gaan in de mix met gebeurtenissen buitenshuis, zoals de moord op John Lennon, de opkomst en ondergang van fotograaf Diane Arbus en de luttele minuten die de schutter in de Ridderhof nodig had om zes mensen van het leven te beroven en daarna zichzelf. Het bezwerende resultaat draait slechts om één ding: gezien worden.
Erik Jan Harmens (1970) is een Nederlands dichter en schrijver. Hij publiceerde vijf dichtbundels. De meest recente, kom (2019), ging over hijgen. Het gedicht ‘h h’, dat bestaat uit 56 maal één en dezelfde letter, behoort tot de klassiekers in de nederlandse poëzie. Harmens publiceerde ook twee bundels met lyrische duetten, een met Rick de Leeuw en een met Ilja Leonard Pfeijffer. Hij was in 2002 de eerste poetry slam-kampioen van Nederland.
Er verschenen zes romans. Eind 2021 kwam Rigolettohof uit, de grote Alphense roman, over hoe een man opgroeit in de jaren zeventig en tachtig in de nabijheid van een winkelcentrum (de Ridderhof) dat later, op 9 april 2011, in een plaats delict zou veranderen. Hallo muur (2015) werd Boek van de Maand bij De Wereld Draait Door en werd talloze malen herdrukt.
Een meesterwerk, waarin de waarheid in steeds engere lussen wordt omcirkeld en gewurgd. Alles hangt met alles samen en de grootste troost is dat dat betekenis heeft.
“Vaak vinden mensen dat ik Alphen tekortdoe, maar ik schrijf alleen maar wat ik zie. Al het andere is opsmuk. Mensen vinden dat ik mijn ouders tekortdoe als ik schrijf dat ik niets van ze heb meegekregen, maar ik vertel alleen maar wat er gebeurd is. Hadden ze me wel iets meegegeven, dan had ik dat opgeschreven.” (p. 218)
<3 <3 <3 In ieder geval een van mijn lievelingsboeken die ik de afgelopen jaren las. De schrijfstijl vond ik heel fijn: de herhalingen, de logistieke praktische benadering van emotionele gebeurtenissen, het telkens teruggaan naar dezelfde gebeurtenissen en daar toch telkens een nieuwe betekenis aan geven. Ik hou van de eerlijkheid over gebeurtenissen die hij zich herinnert, maar niet zeker weet of ze ook daadwerkelijk zo gebeurd zijn. (En misschien herken ik zijn manier van herinneren en verwerken gewoon heel erg als mede-autist, en vind ik het heel geruststellend het bij andere mensen ook terug te zien. En normaal ben ik dus echt niet goed in (lange) romans lezen, maar dit boek mocht nog heel lang doorgaan voor mij.) Het voelde heel toegankelijk, de gedachtegangen zijn helder en heel goed te volgen. Elke overgang van het een naar het ander was gebouwd op een punt van overeenkomst, of het nu van de ene gebeurtenis naar de ander ging, of twee woorden binnen een opsomming. En vaak was dat (niet direct benoemde) punt van overeenkomst juist waar het om draaide. Het voelde zo eerlijk, zo kwetsbaar, en zo sterk.
Ilja Leonard Pfeijffer geeft dit boek 5 sterren op deze website dus wie ben ik dan om te denken: hmmm het las heerlijk weg en gaat over de buurt waarin ik woon, maar bevat ook wel erg veel navelstaarderij en ik had liever andermans m/v navel bestaard in die tijd, en de literaire methoden zijn me iets te doorzichtig waardoor ik steeds denk: ja, hij doet dit trucje weer, terwijl ik erin wil worden meegezogen, wat, aan de andere kant, ook toch echt wel weer gebeurde, en moest en kon dat nou allemaal wel zo over de rug van die Ridderhoframp; welnu, alles mag in de kunst, denk ik? Dus oordeel zelf maar als je dat wilt. Ik geloof dat ik 'Hallo muur' beter vond.
"The past is never dead. It's not even past." Zo citeert Harmens William Faulkner. Voor iedereen die altijd maar weer terug wil naar de buurt waar men is opgegroeid. Om te repareren. Prachtig en aangrijpend boek. Met een mooie eighties playlist als soundtrack.
Een boek vol gedachten bij een geleefd leven, die niet lineair, maar in een reeks zichzelf herhalende cirkels aan de lezer voorbij komen, zoals ze dat aan Harmens deden en doen. Het deed me denken aan die eindeloos langer wordende zin, de literaire versie van de wielen van de fiets van Piet van Pa, en alles passeert de revue, als een toeschouwer in een auto in de nacht. Bijna lijzig soms, maar ook ongemakkelijk en verdrietig bij tijd en wijlen. Hoewel ik de modus van gedachte naar herinnering naar gevoel naar gedachte (enz.) zo nu en dan best herken, vraag ik me bij dit boek ook af hoe je het altijd volhoudt. Treffende zin: 'Ik wil gezien worden, maar zodra het gebeurt verlang ik terug naar de pijnlijke, maar veilige staat van onzichtbaarheid.' Geen mislukte poging tot zelfverheerlijking, dit boek, maar een uiting van een negenjarige achter een slaapkamerraam, die er nooit meer weggegaan lijkt. Treffend pijnlijk lyrisch heeft Harmens daar woorden aan geprobeerd te geven.
In dit boek is op bijzondere wijze uiting gegeven aan hoe iemand zich dingen herinnert, of zou willen herinneren, verbinding zoekt, en telkens terugkomt op nog niet echt verwerkte zaken. Ik heb er lang over gedaan om het te lezen omdat het regelmatig te intiem voelde hoe Harmens zijn overdenkingen formuleert. Ik schuw niet voor ongemakken in literatuur, maar dit komt zo dichtbij mijn eigen gedachteprocessen, hoewel ik totaal andere ervaringen heb, dat het soms benauwd. Ik ben blij dat ik het gelezen heb, maar ben ook opgelucht dat het uit is.
Dit is een boek over gezien worden. Het is een boek over elementen afsluiten en terugkijken op situaties. Het is een prachtig boek wat mij op een positieve manier heeft verrast. Als mensen willen we ons verhouden tot grote gebeurtenissen en dit doet de schrijver ook. Ik begrijp deze vergelijkingen maar toch is het in het sommige aspecten niet helemaal op z’n plaats. 4,5 ⭐️
Beginnen met: door de auteur good voorgelezen. Ik begrijp ook de literature stijl maar de aantal herhalingen was wel echt te groot. Zijn jeugd was duidelijk klote maar die word best goed beschreven. Het valt mij op hoeveel Nederlanders jeugdtraumas eindeloos met zich meesleuren.
44 Je hebt maar één moeder. Zij is wie ik heb gekregen, al ging het omgekeerd: zij kreeg mij.
35 Mijn moeder vertelde dat ze nooit een gesprek met haar vader had gevoerd. […] Geen enkel gesprek, op geen enkel moment. Ik moest dat even tot me laten doordringen, het niets was te groot om te verstouwen.
59 Mijn broer, mijn zus en ik hadden een vader die er niet was. Je kunt ook zeggen: we hadden géén vader, maar daarmee doen we zijn afwezigheid te kort.
Nog niet zo lang geleden is bij Harmens (1970) de diagnose gesteld van autisme. Hij schreef daar uitgebreid over in NRC. Ik moest daaraan denken bij het lezen van dit boek. Het repetitieve karakter van deze autobiografische roman heeft iets obsessiefs maar stoorden mij niet bij deze terugblik op zijn jeugd in Alphen aan de Rijn. De herhalingen werkten als een meditatie. Als een bezwering. Bovendien beheerst hij taal als geen ander.
De Rigolettohof waar hij woonde ligt naast de Ridderhof. Het winkelcentrum waar in 2011 die vreselijke shooting spree plaatsvond. Harmens woonde toen allang in Amsterdam. In 2021 rijdt hij in de nacht naar de Rigolettohof en parkeert zijn auto en neemt ons mee in zijn herinneringen. En legt hij verbanden. Bijzonder goed invoelbaar.
PS Erik Jan Harmens heeft een zoon die autistisch is, met hem schreef hij Pauwl. Wil je eens weten wat het is om autistisch te zijn dan raad ik je aan die roman te lezen.
Erg mooie trip naar de jeugdjaren van Harmens in Alphen aan den Rijn. Zijn eigen verhaal vervlecht hij met de schietpartij in winkelcentrum De Ridderhof. Mooie thematiek.
Mooi boek. Het begint heel sterk, met een bijna meditatieve toon, vol herhalingen, bezwerend. Het doet soms denken aan Thomas Bernhard, maar Bernhard is harder en bijtender, Harmens is ingehoudener, bijna elegisch. Het centrale moment in het leven van de kleine Erik Jan (zo mogen we het wel zeggen denk ik, de eerdere delen van deze serie worden beschreven als 'extreem autobiografisch') is het moment dat zijn vader wegrijdt in zijn azuurblauwe Mazda 626, om niet meer terug te keren. Het jongetje staat voor het raam te kijken in de langzaam verdwijnende hoop die Mazda weer te zien opduiken, in vele toonaarden komt dat motief op bijna elke bladzijde terug. Hun moeder was niet goed in staat om voor de kinderen te zorgen, had integendeel zelf veel aandacht nodig. Geweven door het verhaal van deze thuissituatie is het verhaal van Harmens' jeugd, langzaam afstand nemen van zijn moeder, zich ontwikkelend dichterschap. Ander centraal motief is de Ridderhof, het winkelcentrum waar hun huis aan de Rigolettohof op uitkeek, decor van zijn jeugdjaren. En de locatie van de schietpartij van 2011, waar de ongenoemd blijvende 'jij' in drie minuten zes mensen doodschoot en daarna zichzelf, voor kassa twee van de Albert Heijn. Ook deze episode wordt eindeloos herhaald: de auto waarmee de dader kwam aanrijden, de wapens die hij gebruikte, de trap die hij nam het winkelcentrum in, de deur die hij koos. In aansluiting aan dit verhaal worden andere massamoorden beschreven. Herhaaldelijk noemt Harmens dat ook hij akelige geweldsfantasieën heeft. Misschien wordt wel ergens genoemd dat hijzelf ook de kant van de massamoordenaar op had kunnen gaan? Die vraag wordt in elk geval geen belangrijk thema. Wat wel een belangrijk thema wordt is hoe Harmens, net als zijn broer en zus, het anders is gaan doen dan hun ouders: er wél zijn voor hun kinderen, wel naar hun kinderen luisteren, geen machteloos vloekende in zichzelf opgesloten vader zijn. De gezamenlijk beleefde jeugd heeft gezorgd voor een heel diepe band tussen de broers en zus, die in het boek (iets te) herhaaldelijk bezongen wordt. Het hoge niveau van het eerste zeg twee vijfde deel van het boek weet Harmens niet vol te houden. Verschillende episoden voelen als minder relevant voor het grotere verhaal. Soms is er een beetje suffe beeldspraak, zoals de lege doos die zij als kinderen kregen, die ze nu voor hun eigen kinderen wel vullen. Als iemand zichzelf als zorgzame ouder beschrijft gaat er bij mij sowieso een klein rood lampje branden. Van de band met broer en zus word ik ook een beetje weeïg. Maar desondanks erg geslaagd. Een extra charme is dat het boek zich afspeelt in Alphen aan den Rijn, waar ik tot mijn achttiende gewoond heb. Harmens is tien jaar jonger dan ik, maar ik herken veel.
Harmens is een dichter. Dat voel je, zijn taal is vaak precies, scherp, emotioneel indringend. Maar je voelt het ook niet: de beknoptheid, typisch voor de mooiste poëzie, ontbreekt ten enenmale. De onophoudelijke herhalingen doen je lang ter plaatse trappelen, verhinderen het gevoel van evolutie en variatie. En wat de ontroerende terugblik op de eenzame en problematische jeugd te maken heeft met het gegeven van een schietpartij in een plaatselijk winkelcentrum blijft ook na lezing van het boek een compleet raadsel.
Heel bijzonder om een boek te lezen over de hof waar ik zelf ook van mijn 12de tot mijn 19de gewoond heb en mijn ouders nog steeds. Het gaat over de Rigolettohof, maar ook over de Ridderhof, het Meer en het Dorp, typisch Alphense begrippen. De Ridderhof was in mijn herinnering altijd een gezellig, druk bezocht winkelcentrum, met de patatboer Mister Ed, een snoepjeswinkel, de Albert Heijn waar ik zelf elke vrijdagavond en zaterdag mijn hele studententijd wat geld bijverdiende. Nu is het karakter van de winkels enigszins verloederd en de helft staat leeg. Of dat in gang is gezet door die gek die 6 mensen dood schoot in 2011, of dat het komt door een flink veranderde bevolkingssamenstelling in Ridderveld, of allebei, dat zullen we nooit weten. Maar het is wel een teken hoe de dingen kunnen veranderen, en daar gaat het boek eigenlijk echt over. Hoe zeer de hoofdpersoon vast zou willen houden aan het verleden, niets blijft hetzelfde, zelfs de Ridderhof en de Rigolettohof niet.
"In plaats van rechte lijnen zie ik cirkels. Toen mijn vader in 1979 wegging, dacht ik dat hij weer terug zou keren." "Dit is een boek over jou, ik voeg je toe. Je hoort er niet bij maar ik onderken je bestaan. Ik. Zie. Je.Wie was je? "
Het eerste fragment gaat over de vader van de schrijver, het tweede over de schutter in de Ridderhof. Beiden hebben zijn jeugd en jeugdherinneringen sterk beïnvloedt. Goed geschreven boek en voor mij als lezer dubbel interessant omdat ik al 37 jaar woon tegenover het huis waar hij woonde dus alle stappen die hij zet in mijn straat, buurt en winkelcentrum heb ik ook afgelegd en leg ik nog steeds af. Ben benieuwd naar reacties van lezers die deze buurt niet kennen hopelijk hebben ook zij waardering voor het boek.
In Rigolettohof zwermt Erik Jan Harmens rond door de nieuwbouwbuurt in Alphen aan de Rijn waar hij vroeger met zijn ouders, broer en zus woonde. Het vertrek van zijn vader, die niet eens een steun voor hem was, maakte zo’n onuitwisbare indruk op hem dat hij later teruggaat naar de wijk om vanuit zijn auto naar het kind te kijken dat in het donker achter de ramen wacht tot zijn vader terugkeert. De fictieve ontmoeting tussen de vijftigjarige man en het negenjarige kind is een ontroerend aspect van deze roman, die in het begin vooral bedwelmt door de repeterende manier waarop Harmens de treurigheid van het gezinsleven en zijn agressieve reactie daarop beschrijft, maar later toch wel iets te veel wordt.
Mwehh... Ik vond Hallo Muur erg goed. Rigolettohof niet zo. Het is alsof je eenzelfde hoofdstuk tig keer opnieuw leest. Het gaat constant over (het cliché bestaat dus echt) een vader die shag is gaan halen en nooit meer terugkwam, wat er door het hoofd van de Alphen aan den Rijn schutter ging op desbetreffende dag, verweven met een boel losse flarden aan irrelevante jeugdherinneringen. De constante verwijzingen naar Camus vond ik ook maar goedkoop. Alphen aan den Rijn klinkt in elk geval als een vrij troosteloze plek om op te groeien.
“Op mijn kamer luisterde ik naar de gedichten van Anne Clark. Ze schreef: I rest unassured that it will last for ever. Die zin pakte me als een hand uit de coulissen. Dingen gaan niet door en door, ze houden op. Maar dat dat waar is, betekent nog niet dat ik erin geloof. Ik leg mijn hart in het onmogelijke.”
Het is me niet gelukt om dit boek weg te leggen. Ik moest het gewoon uitlezen. Heel indrukwekkend. Tragisch en toch ook zo komisch. Vol prachtige, zeer rake vondsten. Ik wil dat iedereen dit boek leest.