In dit boek overtreft de werkelijkheid altijd de fictie, de waarheid altijd de mythe. Maak je op voor een persoonlijke ontmoeting met inquisiteurs en filles à la cuisse légère, impressionisten en kunstdieven, oplichters en bankiers, gifmengsters en chirurgijnen, collaborateurs en résistants, kubisten en anarchisten, schildersmodellen en conservatrices, terroristen en duellisten, hugenoten en katholieken, misdadigers en beulen. In hoogst intrigerende en vaak vergeten geschiedenissen zoals ‘De zaak-Chanel-Wertheimer’, ‘De gele trui van Lenin’ en ‘De verkoop van de Eiffeltoren’ komen honderden Parijse zielen weer tot leven achter de gevels, in passages of stegen, op pleinen en langs de avenues en de boulevards van de lichtstad.
In De ziel van Parijs proeft de lezer de eigenzinnige oogst van iemand die, na vele seizoenen in zijn lievelingsstad, nog steeds verrukt is door haar vruchten. Dirk Velghe vertelt feiten en verhalen over bijzondere mensen en gebeurtenissen die Parijs inkleurden, soms met verf, soms met bloed. Geschiedenissen zoals alleen een echte Parijzenaar ze kan vertellen. Luchtig maar altijd diep onderbouwd geeft Velghe een geheel nieuwe twist aan de geschiedenis van Parijs. Zijn no-nonsense proza en narratieve flair staan garant voor meeslepende lectuur.
Dirk Velghe is een succesvol zakenman, maar laat me dat niet tegen hem gebruiken. Hij heeft een passie voor Parijs en weet daar veel boeiende dingen over te melden. Dat doet hij in een vuistdik boekwerk dat al een hele tijd op mijn nachtkastje ligt. Ik heb er ook in gelezen. Eerst gulzig smullend, daarna met nipjes en beetjes. Het is het soort boek dat daartoe uitnodigt.
Aan de hand van diverse historische figuren dist Dirk Velghe anekdotes op uit de rijke geschiedenis van Parijs. Daarbij focust hij graag op oorlog en prostitutie. Beide thema’s komen opvallend vaak terug.
Elk hoofdstuk en personage wordt gekoppeld aan een specifiek adres. Soms is dat boeiend, soms een beetje vrijblijvend.
Verwacht geen diepgaande analyses of grootse verhaallijnen. Ook de titel is een beetje misleidend, want écht op zoek naar de ziel van Parijs gaat Velghe niet. Wel krijg je een schier eindeloze parade leuke verhalen en weetjes, allemaal waargebeurd, smakelijk verteld en soms best wel verrassend.
De ziel van Parijs is een fijn boek om in te grasduinen. Heerlijke knibbel- en knabbelverhaaltjes voor het slapengaan. Lang leve Parijs!
Gustave Caillebotte, Rue de Paris, temps de pluie (1877), Art Institue of Chicago["br"]>["br"]>["br"]>["br"]>["br"]>["br"]>["br"]>["br"]>["br"]>["br"]>["br"]>
Parijs ! Wie houdt niet van Parijs ?! En dan een boek lezen en bijleren over Parijs in korte hoofdstukken over markante Parijse figuren! Revoluties, opstanden, anarchisten, bloed en guillotine, misdaden en bezetting, koningsmoord en corrupte politici maar ook kunst, cabaret, eten, gezien worden, uitvinders en fantasten, het komt er allemaal in voor. Zalig tussendoorboek.
Parijs, een van mijn favoriete bestemmingen… Daardoor was ik al snel geïnteresseerd in dit boek. Vond het zeer goed gebracht met een veelheid aan interessante/ontdekkende passages uit de Parijse geschiedenis. Dus echt wel een aanrader!
Zou ik het aandurven hier een recensie van “De ziel van Parijs” van Dirk Velghe te plaatsen die, in contrast met hetgeen anderen schreven, niet louter positief is van toonzetting? Zou ik bijvoorbeeld durven aangeven dat de schrijver nogal eens in herhaling vervalt, zoals met betrekking tot de herstelbetalingen van vijf miljard franc die de Fransen in 1871 moesten doen na de oorlog tegen de Pruisen? Dat de lezer wel héél veel namen tegenkomt? Dat Velghes ‘no-nonsense proza en narratieve flair’, hogelijk geprezen in de achterflaptekst, wel eens verworden tot een al te lollige of ietwat ongepaste verteltrant? Dat hij menigmaal ‘hen’ schrijft waar het ‘hun’ had moeten zijn, en dat hij zich ook wel eens schuldig maakt aan ‘verharing’ van de Nederlandse taal door het gebruik van het vrouwelijk bezittelijk voornaamwoord waar hij toch echt ‘zijn’ had moeten schrijven? Dat hij al te veel Franse zinnen en passages onvertaald laat? Intussen heb ik de desbetreffende kritiekpunten (-puntjes eigenlijk hoor, wat mij betreft) hier natuurlijk allemaal al lang en breed opgeschreven, en de vraag of ik het zou aandurven dat te doen heeft niet zozeer te maken met een eventuele zorg als recensent uit de toon te vallen als wel met iets anders, een ernstiger kwestie: loop ik niet het risico door de auteur te worden uitgedaagd voor een duel? Hij zou niet de eerste zijn die dat vanwege een dergelijke krenking deed. Zo zou de schilder Édouard Manet niet hebben geschroomd iemand tot een tweegevecht uit te dagen die het had gewaagd zich in een recensie kritisch uit te laten over het werk van de fameuze impressionist in kwestie. Dit, uiteraard aan “De ziel van Parijs” ontleende, voorbeeld illustreert meteen de geweldige rijkdom aan verhalen en anekdotes die Velghe zijn lezers te bieden heeft, en die bovendien een fraaie spreiding vertonen naar tijd en onderwerp of thema. De schrijver moet monnikenwerk hebben verricht om min of meer in detail op de hoogte te geraken van zulke diverse geschiedenissen van personen en van plaatsen, plekken, locaties. De in totaal 44, naar plaats van handeling geordende, hoofdstukken hebben betrekking op de handel en wandel van koningen en keizers, van presidenten, politici en andere prominenten, van boeven en beulen, van kunstenaars en katholieken, van hugenoten en hoeren, van deugnieten en doorzetters, van zakenlui en zangeressen, van verzetslieden en vluchtelingen, van collaborateurs en kolonisten, van modellen en militairen, noem ze allemaal maar op: bekende en (zo goed als) onbekende figuren die Velghe op heel aanschouwelijke wijze tot leven weet te brengen. Een en ander maakt “De ziel van Parijs” tot een bijzonder vermakelijk en leerzaam boek; een schat aan kennis en inzichten wordt de lezer in de schoot geworpen, en dan ook nog eens op zo’n manier dat deze er nauwelijks nee tegen kan zeggen. Een echt favoriet hoofdstuk zou ik niet kunnen noemen, maar wat me vermoedelijk het beste zal bijblijven is dat van de complete ontmaskering van misschien wel een van de bekendste presidenten van de Vijfde Republiek: François Mitterrand (“Mytherrand” heet het hoofdstuk trouwens, en het wordt de lezer overduidelijk waarom). De Vijfde Republiek genoemd hebbende wil ik niet nalaten te wijzen op het duidelijke overzicht ‘Van revolutie tot nu’. Op vier bladzijden voorin het boek is een tijdlijn weergegeven met alle bestuursvormen en staatshoofden die Frankrijk van 1780 tot op heden heeft gekend, van het Ancien Régime tot en met het presidentschap van Emmanuel Macron – zo goed als onmisbaar voor wie ten volle wil genieten van “De ziel van Parijs”, maar ook nuttig voor een beter begrip van bepaalde aspecten in het werk van schrijvers als Gustave Flaubert, Guy de Maupassant, Edmond en Jules de Goncourt en diverse vakbroeders uit eerdere en latere jaren, met name al die jaren van oorlog en revolutie. Ook anderszins kan en wil ik niet langer verhullen dat ik “De ziel van Parijs” zonder meer een onweerstaanbaar boek vind. Zo zijn de hierboven gewraakte herhalingen in de context van een ander hoofdstuk soms wel degelijk functioneel, steekt de auteur een eventuele sympathie of afkeer niet onder stoelen of banken en gebruikt hij weliswaar af en toe termen of zegswijzen die bij sommige Nederlandse lezers wat vreemd kunnen overkomen maar wat mij betreft deel uitmaken van de charme van het taalgebruik in Vlaanderen en de geplogenheden daarvan. Anders geformuleerd: het werk bevat tal van mooie uitdrukkingen die bij onze zuiderburen waarschijnlijk gemeengoed zijn. Gewichtig als het is –ook in letterlijke zin is het dat trouwens, het gaat om een dik en zwaar boek– stimuleert en enthousiasmeert het zijn lezers telkens weer om dingen nog even nader te gaan bekijken, te bestuderen, uit te zoeken, zo niet in Parijs dan toch op internet. Enkele keren deed ik dat om na te gaan of Dirk Velghe het met een bepaalde bewering wel bij het rechte eind had. Zo was ik verbaasd te lezen dat zangeres en actrice Arletty haar bevriende vakbroeder Bernard Blier zou hebben overleefd, maar een simpele check op Wikipedia wees meteen uit dat Velghes weelde aan wetenswaardigheden ook op dit punt betrouwbaar blijkt. Of Flaubert echt aan syfilis is overleden is volgens mij nog maar de vraag, edoch het ventileren van mijn twijfels hieromtrent lijkt voor Dirk Velghe geen reden meer te mogen zijn mij hiervoor ter verantwoording te roepen in een duel.
‘De ziel van Parijs’ zou ook ‘Een geschiedenis van Parijs in 44 verhalen en vijf wijken’ kunnen heten. Dit boek is immers netjes ingedeeld in geografische hoofdstukken van historische locaties ten opzichte van de Seine.
De insteek van deze verhalen - waarvoor Dirk Velghe zich bijzonder goed gedocumenteerd heeft - gaat vaak over beleidsvoering en politiek, wat lectuur best pittig maakt. Gelukkig is er een goede afwisseling met lichtere onderwerpen zoals cultuur met onder andere het boeiende levensverhaal van fotograaf Brassaï of dat van Sylvia Beach en haar bekende boekhandel Shakespeare & Company. En uiteraard bevat deze vuistdikke bundel genoeg aangenaam vertier met verhalen over de ‘grandes horizontales’ en hun beroemde bezoekers en stekjes. Intriest wordt het in het uitgebreide verhaal ‘Lentebries’ over de deportatie van de Joden in Parijs en de Franse medewerking daaraan tijdens WOII. We maken verder kennis met volk van diverse pluimage als daar zijn: een gifmengster, een racepiloot, een imam van de grote moskee, maar ook sjoemelaars (de verkoper van de Eiffeltoren!) en ambitieuze prostituees, lesbisch vrouwvolk en homofiele mannen - in tijden die niet woke en dus bijzonder hard voor deze laatste twee waren (tenzij je rijk of van adel was). Het waren sowieso harde tijden voor veel mensen. In de hongerwinter van 1870-1871 zag het Kerstmenu van de meer gegoeden er net iets exotischer uit dan in andere jaren (spoileralert: nadat alle honden, katten en ratten uit Parijs waren verdwenen kwamen de dieren van de zoo in de Jardin des Plantes aan de beurt). We lezen over de vreselijke armoede en de onhygiënische levensomstandigheden die tot de stedenbouwkundige ingrepen van Haussman in de 2e helft van de 19e eeuw leiden. We ontruimen mee het kerkhof van ‘Les innocents’ en zien de tien markthallen op diezelfde plek verrijzen. Ook wat François Mitterrand heeft uitgespookt met zijn sympathieën voor het Vichy-regime en zijn andere vele foute capriolen blijft niet onverhuld. Ware sympathie heb ik uiteraard voor de vele dappere verzetshelden die ook in dit boek passend aan bod komen.
Ik kan niet elk van deze 44 verhalen aanhalen, maar het is duidelijk dat hier voor elke ziel wat wils te vinden is en de echte liefhebbers van Parijs en haar geschiedenis vinden absoluut genoegen in elk verhaal.
Dirk Velghe kan zijn passie over Parijs niet wegsteken. De gedrevenheid en zorgvuldigheid waarmee hij historische feiten verzamelt worden vergezeld van een pittige pen vol humor en knipogen die resulteren in bijzonder persoonlijke en boeiende verhalen.
De titel kon niet juister zijn. Het is de ziel van de vele Parijzenaars die je in dit boek kan proeven en die je geest ‘en abondance’ voedt. Een boek als eten en drinken en als een ‘beau voyage très intéressant’’. Dirk Velghe koketteert veelvuldig met niet vertaalde zinnen in het Frans - dat stoorde mij in het geheel niet en het gaf het lezen toch een tikkeltje ‘je ne sais quoi’. Hop hop, op naar Parijs voor een toetsing zou een mens gaan dromen, alhoewel je voor het door de Franse Bartholdi in de wijk Monceau gebouwde vrijheidsbeeld natuurlijk naar New York moet.
One of the most interesting and fascinating collection of historical stories I’ve ever read. I love the way the book is divided up by arrondissements and addresses in Paris rather than chronologically. The reader learns French history that then shows up as understood knowledge in subsequent stories. It’s very clever the way knowledge builds upon itself. The stories themselves are not widely known but they all really captivating. The book is physically beautiful with beautiful paper and graphic design. I actually found it in the art section of the bookstore when it is clearly a history book. I think that tells you something if it’s qualities.
Wat een prachtig boek over de meest mooie stad op aarde: Parijs! Het boek is opgebouwd uit korte, losse verhalen die makkelijk te lezen zijn en die jou als lezer de stad op die manier laten ontdekken. Het zijn veelal niet de doorsnee verhalen die je al eens gehoord hebt tijdens een geschiedenisles. En het enige wat ik nu wil doen is direct vertrekken naar de Lichtstad om alle bijzondere plekken waar ik nu over gelezen heb te kunnen bezoeken.
De ziel van Parijs heb ik niet gevonden maar wel genoten van de vele verhalen en anekdotes, sommige nog nooit van gehoord, andere die ik al kende toch nog met veel genoegen gelezen. Aanrader