What do you think?
Rate this book


296 pages, Hardcover
First published January 1, 2021
'Halfhartig, onwillig doen de kijkende mensen een stap terug, maar naar huis gaan ze niet. Er komen er steeds meer, ze klonteren op elkaar en houden hun ogen op de kogel gericht, op de muur. Daar is een meisje aan het touwtjespringen. Je ziet haar rug, het volle haar. Ze wendt zich af van de kijkers en komt tegelijkertijd op hen toe want ze is niet plat afgebeeld als op een fresco maar ze heeft volume, zij is een beeldhouwwerk, vastgeplakt op die vijfentwintig meter hoge wand. Zij is reusachtig groot en zij is klein, een jaar of tien pas. Zeer geconcentreerd is zij aan het springen, haar schoenzolen zijn zichtbaar ter hoogte van haar rokzoom, maar haar benen, in grijziger kleuren, staan tevens op de grond.
De sloopkogel begint te zwaaien in allengs wijder wordende bewegingen, bijna raakt hij de muur, nog net niet, de volgende keer misschien? Het lijkt of de toeschouwers de adem inhouden, hoofd in de nek, kin omhoog. Dan stoot de kogel met kracht tegen de rechterschouder van het kind. De mensen in de straat slaan een hand voor hun mond, voor hun ogen. Een paar bakstenen vallen al naar beneden en de politiemannen duwen de kijkers terug tot ver achter het lint. De machinist, achter zijn bedieningspaneel, kijkt met regelmatige tussenpozen op naar de kogel. Hoofd, handen, de boog van het springtouw. Het meisje is weerloos. Zij laat zich bekijken en slopen.'