Het is het hoogtepunt van de Koude Oorlog als de achtjarige Julia met haar drie zussen door hun moeder wordt meegenomen van Oost-Berlijn naar West-Duitsland. Ze komen terecht in een dorp in het uiterste noorden van Duitsland. Ze wonen er in een bouwval onder aan een dijkje en ze zijn als Ossies buitenstaanders. Dat wordt nog verergerd door de chaotische manier waarop haar moeder haar kinderen opvoedt. Als Julia dertien is, is de situatie zo onhoudbaar dat ze naar West-Berlijn vertrekt. Ze gaat er naar school, werkt als babysitter en schoonmaakster. Ze ontmoet er haar vader, voor het eerst, en verliest hem meteen weer. Ze doet eindexamen en leert Stephan kennen, haar grote liefde, en verliest ook hem.
Haar wereld stort in. Nu, dertig jaar later, durft Julia eindelijk haar traumatische jeugd onder ogen te zien. Ze probeert te begrijpen waarom haar moeder zo onverantwoordelijk opvoedde, en graaft daarbij in de geschiedenis van haar joodse familie, een geschiedenis van erbij willen horen maar afgewezen worden. Werelden uit elkaar is een pijnlijk mooi boek over kiezen voor jezelf, in het reine komen met wat onherstelbaar is. Over schaamte en verdriet, dood en liefde. En over schrijven en literatuur als instrumenten om te kunnen blijven - voorlopig.
Julia Franck kommt mir in ihren Büchern immer sehr nah. Im Gegensatz zu ihren anderen, ebenfalls autobiografisch geprägten Werken, kann ich hier nirgends die Aufschrift „Roman“ entdecken und gehe davon aus, dass es sich nicht um Autofiktion, sondern um einen autobiografischen Text handelt, in dem sich die Autorin auf ungefähr die ersten zwanzig Lebensjahre beschränkt. Es gibt nahezu keine Gemeinsamkeiten zwischen ihrem und meinem Leben und trotzdem fühle ich mich Julia Franck sehr verbunden.
In Rückblicken mit Zeitsprüngen, gestützt auf Tagebücher, die seit dem 8. Lebensjahr geschrieben wurden, wird das Leben und Überleben in einer dysfunktionalen Familie erzählt. 1970 werden Julia und ihre eineiige Zwillingsschwester in Ostberlin geboren. Eine ältere Schwester mit einem anderen Vater gibt es bereits, die Mutter ist heillos überfordert, der Vater abwesend. Nach dem Krankenhausaufenthalt der frühgeborenen Zwillinge folgt eine Odyssee zwischen Pflegefamilie, Kinderheim und Mutter. Als Julia acht Jahre alt ist, wird der Ausreiseantrag der Mutter genehmigt, mit inzwischen vier Töchtern geht es zunächst nach Westberlin. Viele Monate verbringen sie im Notaufnahmelager Marienfelde, ziehen später in ein heruntergekommenes Bauernhaus in Schleswig-Holstein als Sozialhilfeempfänger. Mit dreizehn hält Julia die Zustände in ihrer Familie nicht mehr aus, will nur noch weg, es findet sich ein mit der Mutter befreundetes Ehepaar in Westberlin, das bereit ist, Julia aufzunehmen und das Sorgerecht zu übernehmen. Sie lernt endlich ihren Vater kennen (seine Mutter ist „Die Mittagsfrau“ im preisgekrönten Roman), der sie schon bald darauf nach einer schweren Erkrankung wieder verlässt und sie lernt Stephan, ihre ganz große Liebe kennen, aber auch hier ergibt sich, wie man bereits am Anfang des Buches ahnt, kein Happyend. Viele Besuche in Ostberlin führen Julia zu ihrer eigensinnigen Großmutter Ingeborg Hunzinger, einer bekannten Bildhauerin in der DDR, und damit in Ostberliner Künstlerkreise. Letzteres, wie auch die politischen Hintergründe der Ausreise und die Unterschiede zwischen Ost und West spielen im Buch nahezu keine Rolle, weil sie für das Kind in chaotischen Verhältnissen nachrangig waren.
Julia Franck beschreibt das Leben des Kindes aus der Sicht der inzwischen 50-jährigen, die zurückblickt. Der Stil ist gut, nicht außergewöhnlich. Beeindruckend war für mich die Erzählung dieses so lieblosen Lebens, das eindrücklich, aber nicht anklagend geschildert wurde. Mutter, Vater und Großmutter entstammten jüdischen Elternhäusern, sie kannten kein normales Familienleben, wurden versteckt und verlassen. Als Leserin ahnt man die Zusammenhänge, ohne dass man mit der Nase darauf gestoßen werden muss. Trotz aller widrigen Umstände entsteht in Julia eine enorme Kraft, sie will ein anderes Leben und kann schon im Grundschulalter für sich selbst sorgen. Sie klagt und bettelt nicht, nimmt in Berlin jede sich bietende Möglichkeit an, Geld zu verdienen, trägt Zeitungen aus, putzt und hütet Kinder. Dieser Wille, das eigene Leben in die Hand zu nehmen, ist überwältigend. Realistisch beschreibt sie aber auch Rückschläge, psychische Probleme, Verzweiflung. Das Buch ist eine Aufarbeitung des eigenen Lebenswegs und trotzdem ein Buch, das auch Leser*innen Kraft verleiht.
Meine Bewertung ist sehr subjektiv gefärbt, alleine die literarische Qualität rechtfertigt keine 5 Sterne. Aber die Gesamtheit aus Stil, Aufbau des Buches, Darstellung des Lebens und der Hintergründe und der Respekt vor anderen Biografien, sowie der Verzicht auf Wertung und Anklage machen das Buch für mich einzigartig.
Dat luidt: een boek dat je begint, lees je ook uit.
Mocht ik dat principe niet of slecht losjes hanteren had ik deze 'roman' wellicht opzij gelegd. Want - wat bezielt uitgevers toch? - dit is géén roman zoals de cover weet te melden. Dit is een autobiografie. En een - zeker de eerste 30 pagina's - eerder rommelige bovendien.
Maar eens de set-ups en de duidingen en de verwijzingen en de complexe stamboomuiteenzettingen achter de rug zijn, wordt het verhaal van Julia/Suzanne Francke (die wij hier niet kennen) alsmaar persoonlijker en toegankelijker: als afstand bewaard dient te worden, schrijft ze over 'het meisje', maar meestal spreekt ze als zichzelf.
Haar levensverhaal is nauwelijks te vatten, laat staan samen te vatten. Dus heeft ze ruim 300 pagina's nodig om 21 te worden. Pagina's die je de eerste 30 doen vergeten. En vergeven.
Vandaag is ze vijftig en kijk - dit boek heeft me nieuwsgierig gemaakt naar hoe het haar verder gegaan is én heeft er voor gezorgd dat ik wel eens een roman van haar wil lezen.
Julia wird in Ostberlin geboren. Von Anfang an sind sie und ihre Zwillingsschwester auf sich allein gestellt, werden kurz nach der Geburt in eine Pflegefamilie gegeben, in der sie geliebt und umsorgt werden, nur um kurze Zeit später wieder aus dieser vertrauten Umgebung herausgerissen zu werden. Was folgt sind 8 Jahre zwischen Tagesmüttern und Kinderheimen, bis ihre Mutter beschließt, in den Westen zu fliehen. Julia, ihre drei Schwestern und ihre Mutter landen zunächst im Notaufnahmelager Marienfelde, kurze Zeit später zieht die Familie auf einen alten Bauernhof in Schleswig-Holstein um. Julia fehlt so vieles: Allem voran Liebe und Geborgenheit, aber auch ein Rückzugsort, Stille, Stabilität. Mit 13 Jahren gelingt es ihr, sich aus dem Chaos des Bauernhofs zu befreien, sie zieht nach Westberlin - doch die Scham über ihre Herkunft und die Sehnsucht nach Ruhe bleiben. Bis sie Stephan trifft, in dem sie endlich Leben und Liebe findet.
In "Welten auseinander" schreibt Julia Franck autofiktional über die ersten rund 20 Jahre ihres Lebens, sie verarbeitet eine turbulente, schmerzhafte Kindheit und große Verluste. Diese bewegten Jahre skizziert sie nicht chronologisch, vielmehr nimmt sie aus der Rahmenhandlung ihrer Beziehung mit Stephan immer wieder Abzweigungen in die Vergangenheit, stellt ihre verschiedenen Familienmitglieder vor, erzählt anhand von Tagebucheinträgen von ihren Gedanken aus dieser Zeit. Das Schreiben war Julias Anker, die Flucht in Fantasiewelten ihr Ausweg aus der Kälte und dem erzieherischen Versagen der Erwachsenen um sie herum. Durch diese Erzählweise ist es mir manchmal schwer gefallen, am Geschriebenen dran zu bleiben, gerade weil ich die Rahmenhandlung um Julia und Stephan lange Zeit nicht mochte, der Kreis schließt sich erst am Ende des Buches. Auch die Fülle an Figuren hat mir nicht gefallen, viele von Julias Verwandten, gerade aus älteren Generationen, blieben doch sehr blass. Nichts desto trotz bin ich beeindruckt, sowohl von der jungen Julia, als auch von der Autorin, die so mutig ihre Geschichte erzählt. Kein einfaches Buch, aber eins, das man so schnell nicht vergisst.
In Werelden uit elkaar onderzoekt Julia Franck haar familiegeschiedenis, reconstrueert ze gebeurtenissen aan de hand van eigen herinneringen en dagboekfragmenten, verhalen van familieleden en andere documenten. Haar jeugd was chaotisch en traumatisch, en ze probeert te begrijpen hoe het zo ver heeft kunnen komen. Haar familie vol excentrieke, krachtige vrouwen heeft een bijzondere geschiedenis, maar waarom voedde haar moeder haar kinderen zo onverantwoordelijk op?
In 1978, Julia is dan acht jaar oud, wordt ze samen met haar drie zussen door haar moeder meegenomen van Oost-Berlijn naar West-Duitsland. Na een maandenlang verblijf in een vluchtelingenkamp krijgen ze een boerderij toegewezen, een plek waar Anna, haar moeder, een leven in vrijheid hoopt te vinden. Maar iedere vorm van structuur ontbreekt, Anna is veelal afwezig en leeft in haar eigen wereld en de kinderen zijn vooral op zichzelf aangewezen. In de nieuwe gemeenschap zijn ze buitenstaanders, aan alles is gebrek en wanneer Julia dertien jaar is, kan ze de situatie niet meer aan. Ze vertrekt naar vrienden in West-Berlijn, waar ze naar school gaat, werkt, haar vader en eerste grote liefde ontmoet en ze ook veel verlies kent.
Het eerste gedeelte van het boek, waarin ook de levensverhalen van Julia’s moeder, oma en overgrootmoeder worden verweven, voelde voor mij als een wirwar van herinneringen en sprongen in tijd en plaats. Er zit een bepaalde urgentie in het verhaal en natuurlijk zijn herinneringen niet lineair en springen die in gedachten ook heen en weer, maar ik werd meer gegrepen door het verhaal toen de verteltrant rustiger werd en de opbouw chronologischer was, waardoor de gebeurtenissen elkaar voor mijn gevoel logischer opvolgden.
Haar dagboekaantekeningen hielpen de auteur om bepaalde gebeurtenissen een plek te geven, om enkele situaties te vergeten door ze aan het papier toe te vertrouwen. Wanneer ze schrijft over gebeurtenissen en herinneringen die zich door het lezen van haar dagboeken pas weer openbaarden, schrijft ze over ‘het meisje’ en niet vanuit het ik-perspectief. Een onderscheid dat in mijn ogen ook aangeeft welke delen van haar jeugd ze liever wilde wegstoppen.
Dit is een verhaal over hoe je de gevolgen van een chaotische, traumatische jeugd altijd met je meedraagt, over wegvluchten en voor jezelf kiezen, over schaamte en herinneringen, over verdriet en gemis. Over gedwongen zelfstandigheid en schrijven als noodzakelijke uitlaatklep. Over ergens bij willen horen maar je nooit helemaal thuis voelen. Over familie, verstoorde relaties en liefde, over kennismaking en afscheid, over zelfontplooiing en ontwikkeling. Een bijzonder, persoonlijk, rauw, kwetsbaar, open, regelmatig schrijnend en indrukwekkend verhaal waar je de tijd voor moet nemen, maar dat zeker het lezen waard is!
„Liebe ist ein ähnliches Wunder wie Seele und Leben.“ (S. 285) . Julia und ihre Zwillingsschwester werden in Ostberlin geboren. Mit wenigen Monaten gibt sie ihre exzentrische und völlig überforderte Mutter in eine Pflegefamilie um sie ein halbes Jahr später aus der vertraut gewordenen, neuen Umgebung wieder zu sich zu holen. Stabilität und Schutz bleiben jedoch fremd. Es folgen weitere Heimaufenthalte, Pflegeanstalten und Kinderfrauen, die sich gerade ausreichend um die Mädchen kümmern. Mit Acht flieht die Mutter mit ihnen in den Westen, erst ins Notaufnahmelager Marienfelde dann nach Schleswig Holstein, wo sie in einem maroden Bauernhaus zwischen Stallgeruch und Unordnung leben. Mit Dreizehn hält Julia das Chaos nicht mehr aus. Sie zieht nach Westberlin, hält sich mit Sozialhilfe und Aushilfsjobs über Wasser und lernt endlich ihren Vater kennen, den sie kurz darauf wieder verlieren muss. In Stephan, ihrer großen Liebe findet sie auf alle erdenkliche Weise Leben und Trost. . In „Welten auseinander“ erzählt Julia Franck ihre bewegende Geschichte. Viel mehr noch: sie reist anhand ihrer unzähligen, präzise ausgearbeiteten Tagebucheinträgen in ihre Vergangenheit zurück, schlüpft wieder in die Rolle des kleinen Mädchens, das von Kindesbeinen an auf sich selbst gestellt ist. Ohne eine umsorgende Familie, ohne Regeln und Ziel lebt sie wie Pippi Langstrumpf, jedoch traurig und ohne Halt. Sie kämpft sich durch den Alltag, macht die Lesenden bekannt mit einem starken Mädchen, dass genau weiß, was sie will und schildert kraftvoll wie sie ihr Leben bestreitet. Julia Franck lässt tiefe Gefühle sprechen, ist dabei so schamlos und offen, dass ich beim Lesen vor großer Ehrfurcht und Bewunderung einige Gänsehaut-Momente erlebt habe. Es sind die fein aufgearbeiteten Episoden der Vergangenheit, die besonders unter die Haut gehen und Julias von Instabilität, Liebesarmut und Aufbruch geprägtes Leben so hart wie zart beschreiben. Nach dem Umschlagen der letzten Seite bleibt mir zu sagen: Was für ein Mädchen, was für eine Frau! Ein kraftvolles, autofiktionales Werk, das sich mehr als nur einprägt.
"Worlds Apart" (Welten Auseinander) is fiction, part memoir or 'autofiction' as Julia Franck describes her newest work herself. For a reader like myself, one generation her senior, but with a very close knowledge of Berlin, East and West, and the manifaceted life and experiences of living through those times, I find her book a fascinating portrait of not only Berlin but also of the complex family and societal realities lived through.
'Werelden uit elkaar’ van Julia Franck is een bijzonder boek. Eén waar je een beetje moeite voor moet doen, alleen al door de vraag/gedachte wat de kracht van herinneringen is. Onwillekeurig vraag je je af of alles wat geschreven staat autobiografisch is of dat Julia Franck in grote lijnen over haar leven in en buiten de DDR vertelt (dat wordt nergens echt zo benoemd, maar er zijn genoeg aanwijzingen voor). Het verhaal is fragmentarisch, als een soort dagboek, opgeschreven. De eerste hoofdstukken lijken in elk geval meer een dagboek omdat dan een afgebakend stukje van Julia’s leven beschreven staat. Vrij snel daarna blijkt het verhaal te bestaan als ware het het geheugen zelf: een herinnering aan haar oma leidt naar de gedachte aan haar moeders ongekamde haren waarna je met Julia haar eerste kappersbezoek ooit meebeleeft. Dat allemaal in dezelfde alinea of bladzijde.
Het eerste deel las ikzelf steeds in korte stukjes vanwege tijd(gebrek). Daardoor las ik regelmatig wat terug omdat namen of gebeurtenissen niet bleven hangen, maar dat bleek juist exemplarisch voor het verhaal. Franck blikt vanuit een bepaald stadium in haar leven terug op haar jongere ik. Een leven dat getuige de bladzijden niet gemakkelijk was. Zij en haar zussen redelijk verwaarloosd in hun jeugd door een moeder die niet echt een moeder kon/wilde zijn; over de (groot)moeder-dochterband valt ook wat te zeggen. Julia probeert uit te vinden hoe ze zich verhoudt tot haar familie en de wereld om zich heen. Ze probeert zelf meer liefde te uiten dan ze in haar jeugd meekreeg. Met de gedachte aan haar grote liefde Stephan verwoordt ze hoe ik mij verhoud tot het boek: ‘Hoe beter we elkaar leerden kennen en hoe vertrouwder we raakten, hoe duidelijker de verschillen werden. Onze ervaringen lagen werelden uit elkaar.’
Nee, het boek leest niet altijd makkelijk. Vorm en inhoud stemmen hier overeen, want het verhaal van de zoekende Julia staat ook zoekend op papier. De lezer moet zich zonder uitleg van tevoren of context een weg banen door haar hoofd en vele details over het leven in West- en Oost-Duitsland. En toch ben ik blij het gelezen te hebben. Een verhaal als dit brengt me dichterbij een wereld die ik niet ken, en tegelijk ben ik me erg bewust van het feit dat ik ver van Julia Francks wereld af sta.
Er staan prachtige, tragische en indringende stukken in deze autobiografie van Julia Franck maar vaak is het ook chaotisch en stroef geschreven met nogal veel namedropping van bekende Berlijners die eigenlijk niet van invloed waren op haar leven. Toch nog 3 sterren voor de stukken over het verlies van haar vriend en het gebrek aan liefde in haar kindertijd.
„Welten auseinander“ ist ein persönlicher, autobiografisch gefärbter Text, der seine Leserinnen und Leser in die Innenwelt einer Frau führt, die rückblickend von ihrer brüchigen Jugend und ihrem Erwachsenwerden erzählt. Ausgangspunkt ist die Beziehung zu Stephan mit Anfang zwanzig, von hier aus entfaltet sich die Erzählung zu einem Geflecht aus Erinnerungen, das sich allmählich zu einem umfassenden Familienporträt zusammenfügt. Der Einstieg verlangt Geduld. Francks Sprache ist dicht, stellenweise ausschweifend. Doch je weiter man liest, desto stärker zieht der Text in den Bann. Das künstlerische Milieu, in das Julia hineingeboren wird – die Mutter Schauspielerin, die Großmutter Bildhauerin, umgeben von Künstlerfreunden –, erscheint zunächst als Freiraum, entpuppt sich aber als Ort der Vernachlässigung. Franck beschreibt das Fehlverhalten der Erwachsenen, insbesondere der Mutter, ohne Pathos, ohne Anklage. Gewalt, Überforderung und Desinteresse benennt sie nüchtern, aber nicht verbittert. Ihre Erzählerin blickt nicht zurück, um zu richten, sondern um zu verstehen: um die Bruchstellen der eigenen Biografie zu betrachten und zu erkennen, wie aus ihnen das eigene Selbst entstand. Trotz des Schmerzes bleibt in dieser Kindheit auch Platz für Zuneigung. Besonders eindrücklich ist die frühe, symbiotische Beziehung zur Zwillingsschwester; ein inniges Band, das später zerreißen soll. Die Liebe zu Stephan wird schließlich zum Gegenentwurf zu all dem Vorherigen. Es ist eine Beziehung, die von gegenseitiger Achtung und beständiger Zuneigung getragen wird. In ihrer Darstellung gerät Franck mitunter an die Grenze zum Sentimentalen, doch man verzeiht es ihr: weil die Empfindungen authentisch wirken, weil es sich hier um die erste Liebe handelt. Trotz der Härte des Erzählten ist „Welten auseinander“ kein kalter Text. Francks Sprache bleibt klar, unaufgeregt und durchdrungen von feinen Beobachtungen. Am Ende steht kein Abrechnen, sondern das stille Wissen, dass sich die eigene Geschichte nicht ändern lässt, wohl aber die Art, wie man sie erzählt.
Doorgelezen omdat mijn schoonfamilie het prachtig vond en het vier sterren kreeg in de Volkskrant, dus ik bleef daarop hopen. Maar het verhaal was zooo hak op de tak, rommelig, stroef, niet te volgen, met veel herhaling geschreven én met continue name-dropping van bekende Duitsers, Joden en straatnamen die ik niet kende. Dus toen er uiteindelijk een mooi stuk kwam over de dood van haar vriend (wat al op de achterflap werd verklapt??), was ik al zo geïrriteerd dat ik het niet meer kon waarderen. All met all zonde van m’n tijd.
Wat een boek. Ik vond de eerste ik denk wel 100 pagina's echt niet om door te komen. Zo vaak getwijfeld om te stoppen maar toch intrigeerde iets me toch. En ik ben blij dat ik ben doorgegaan. Hoe rommelig en soms onbegrijpelijk ik het begin vond, zo fantastisch vond ik het einde. Waar eindelijk een logisch verhaal kwam over Julia en haar leven waarop zij reflecteerde. Het voelde voor mij wel een stuk meer als een autobiografie dan als een roman. 3 sterren vanwege het gekke begin.
I liked this book, but found it hard to stay with it. Especially in the beginning, the author names a number of relatives and their stories, jumping from one to the next and losing me in the years in between. I could not keep them straight and did not quite know why I was reading about them. The auto-fictional (more auto, if I understand correctly) author is very compelling and uses a clear but literary language, but I sometimes wished for a more straightforward narrative, something to keep me grounded. Even now, I find it hard to say more about the novel than that it is based on Julia Franck's childhood and youth in the eighties and nineties, and explores how her family's history has been written into her psyche.
It took me almost three months to get through "Welten auseinander", which is not at all typical of me. But especially after the first 'biography' hurdle I wanted to read more about those worlds apart. Not a book for everyone, I think - but i found it quite interesting.
Indrukwekkend verhaal over een meisje dat met haar zusjes opgroeit met een moeder die er niet voor hen is. Over de geschiedenis van haar joodse, bohemienachtige familie. En over de liefde van haar leven. Wat het boek interessant maakt, is dat het zich afspeelt in zowel Oost-Berlijn als West-Duitsland, tijdens het hoogtepunt van de Koude Oorlog.
In de proloog verklaart Julia Franck de titel van haar roman: ‘Onze ervaringen veranderen ons en onze kijk op de dingen. Vaak liggen onze verhalen en onze blik op de werkelijkheid werelden uit elkaar. We herinneren ons gebeurtenissen en onze geliefden totaal verschillend - net zo verschillend als de dromen die we over elkaar hebben. Als we aan onze grootmoeder denken, heeft elk van ons een andere gekend, ook al waren we zonen van een en dezelfde vader en was diens moeder een en dezelfde persoon.’ Mooi!’
Autobiografski roman njemačke književnice Julie Franck, čiji mi je roman Zapad, o prelascima granice između istočne i zapadne Njemačke, ostao u dobrom sjećanju. Te granice javljaju se i u ovom romanu, iako tu nećemo naći gotovo ništa o zloglasnom režimu DDR, političkim progonima ili opresiji. Ovo je u prvom redu osobna pripovijest, i pripovijest o obitelji i njezinim - u najmanju ruku - osebujnim članovima. Julia odrasta u posvemašnjem kaosu, danas bismo rekli - kao zanemareno i zapušteno dijete. I uslijed toga prerano odrasta, napušta obitelj, izdržava se sama i školuje. Ali sreća nigdje nije stalna, pa je i u ovoj knjizi ima tek u mrvicama.
Bewegend erzählte Geschichte von Julias ungewöhnlicher Kindheit und Jugend. Eine Familiengeschichte von starken, wilden, freiheitsliebenden, sensiblen Frauen. Von Liebe, Tod, Trauer & Trennung. Familienbeziehungen als Zwilling, als jüngere und als ältere Schwester, als Tochter, als Enkelin, als Urenkelin. Chronologisch erzählt und irgendwie doch nicht. Ich war gefesselt und kann das Buch nur empfehlen 🦋
Mwah, dit boek kreeg een lovende recensie in onze VK, maar ik had hier moeite mee. Een soort mix tussen roman en autobiografie. Het lijkt of er geen keuze is gemaakt, wat resulteert in een vaak saaie opsomming van gebeurtenissen uit het leven van de schrijfster en haar familie. En ik werd echt melig door de passages uit het dagboek van de schrijfster als jong meisje, de auteur benoemt zichzelf dan zo’n duizend keer zichzelf als ‘het meisje’. Supervervelend. Wel boeiend is het geschetste tijdsbeeld, jaren tachtig, ijzeren gordijn, leven in Oost versus West Berlijn, val van de muur eind jaren negentig.
Inhaltlich eine schöne Geschichte. Der Schreibstil war nicht so mein Fall. Es gab eigentlich kaum einen roten Faden und einzelne Erzählungen haben sich zu oft wiederholt.
Leider in der Hörbuchversion zu monoton gelesen,von daher würde ich hier eher zum Buch raten. Die Geschichte selbst hatte starke Momente, besonders im letzten Drittel.
Julia lebt in den 90ern allein in Berlin. Mit 4 Kindern von 3 Vätern war die Mutter der Roman-Julia 1978 aus der DDR übergesiedelt. Julia hatte später im Westen eine Beziehung zu einem Mann, der überzeugt davon war, dass er nicht alt werden würde und für den vor seiner Zeit mit ihr die DDR unbekanntes Terrain gewesen ist. Durch Stephan gelangt sie in eine bildungsbürgerliche Szene-West, während ihre Mutter Anna als Schauspielerin Teil der Künstler-Bohème-Ost gewesen sein muss. Zahlreiche Namen prominter DDR-Künstler lassen das DDR-Leben von Mutter und Kindern authentisch wirken, obwohl die Autorin betont, jeder hätte eigene Erinnerungen, so dass reale Personen sich im Buch nicht wiedererkennen würden.
In Rückblicken und dabei zwischen dem Erzählen in der 1. und 3. Person wechselnd, erinnert sich Julia an eine Kindheit als Sozialwaise, in der die Töchter den Haushalt nahezu allein führten und neben der Schule Geld verdienen mussten, um sich alltägliche kleine Wünsche zu erfüllen. Ihre Mutter Anna hatte stets ein geschicktes Händchen dafür, das Wohl der Kinder vorzuschieben, um Vorteile herauszuschinden, die ihrer eigenen Bequemlichkeit dienten. So fand sie immer wieder Mäzene, die Freiplätze an Privatschulen für die Töchter als „Sozialfälle“ beschafften und Julia lernte früh, die Hilfsbereitschaft von Pflegeeltern und Mentoren geschickt zu nutzen.
Jahre später findet Julia den kurzen Lebensbericht ihrer Großtante Gisela, die „jüdischer Mischling“ war. Eine Reihe prominenter DDR-Namen tauchen auf, so Julia Francks Großmutter Ingeborg Hunzinger, Tochter des Chemikers Hans Heinrich Franck und Enkelin des Malers Philipp Franck. Zusammenfassen lässt sich ketzerisch, dass Julias Vorfahren unangepasste, tatkräftige Frauen waren, die ein Leben fern von Rollenstereotypen für sich beanspruchten und ihre Kinder möglichst dem Personal überließen.
Hochinteressant fand ich die Figur der Steffi, die sich von der Bohème ausnutzen ließ und unentschlossen zwischen Fürsorge und Ablehnung changierte. Als Clou des komplizierten, autofiktional bearbeiteten Berichts einer nomadischen Außenseiter-Kindheit zeigt sich im Buch Julias leiblicher Vater Jürgen, der Junge, der in der „Mittagsfrau“ zurückgelassen wurde.
Julia Franck trifft mit ihrer Autofiktion den Sound der 80er. Ihre gleichnamige Protagonistin scheint stets viel zu jung zu sein, für das, was sie zu bewältigen hat, und sie scheint selbst oft sprachlos zu sein, angesichts des Familien-Chaos, das sie entfaltet. Julia Francks Flickenteppich einer Kindheit wird ebenso polarisieren wie „Die Mittagsfrau“. Wer das Buch ablehnte, wird mit den auseinanderliegenden „Welten“ sicher wenig glücklich.
De laatste 12 pagina's van dit boek waren zeer onnodig en voegden niet per se iets aan dit verhaal toe. Voor mij had het mogen eindigen bij "Om te voorkomen dat ik zelfmoord zou plegen, stapte ik in oktober op het vliegtuig naar San Francisco".
Dan had het boek een prima, open einde gehad waarbij je als lezer zelf het een en ander nog had kunnen invullen. Nu wordt er in de laatste 12 pagina's nog een volledig nieuw persoon en allerlei details aangekondigd die me echt niet meer konden boeien.
Het boek valt in de categorie 'fictie', maar soms deed het me twijfelen of het toch niet 'non-fictie' zou zijn. Wat een chaos is het leven van de hoofdpersoon. Toen alle puzzelstukjes een beetje ineen begonnen te vallen nadat het boek vertraagde, las het wel 'even lekker weg'. Maar als je leven zo chaotisch is, begrijp ik goed dat je boek ook zo chaotisch is. Het past bij elkaar. Als lezer is het niet altijd even prettig om te lezen. Niet vanwege de gebeurtenissen, maar vanwege de vele personages die omschreven worden, de vele namen die genoemd worden, de opsommingen van soms meer dan driekwart pagina waar geen einde aan lijkt te komen…
Er zat herkenbaarheid in het boek, maar het boek voldeed niet aan mijn verwachtingen die ik had op basis van de flaptekst van het boek. Ook vanwege de vele onbekende termen (soms Joods, soms antroposofisch) die gebruikt werden en bepaalde cultuurdingen die benoemd werden. Ik miste wat achtergrondinformatie bij sommige stukjes.
Al met al ben ik wel blij dat ik het boek gelezen heb, want in het midden was het echt even heel mooi om te lezen en de dood van Stephan deed me echt even verdriet, ook al was het 'slechts' een dood op papier, van een personage uit een boek. Daarna ging het boek qua leesbaarheid weer enorm achteruit door de bizarre hoeveelheid details die nog even in een paar pagina's gepropt moesten worden.
Ik zou het niet per se aanraden en zelf ook niet nog eens lezen.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Autobiographisch - aber im Vorwort schreibt sie: niemand würde sich im Text wieder erkennen können. Das hat mich zwischendurch immer mal stutzig gemacht, ist es nun eine lebensnahe Erzählung wie die von Christian Baron ("Ein Mann seiner Klasse"), oder ist es völlig verfremdet; und wie lässt sich etwas gleichzeitig verfremden und gleichzeitig autobiographisch schreiben? Mutter, ältere Schwester, Zwillingsschwester, ...
Davon abgesehen bewegter Lebensbericht der ersten 22 Jahre von Julia Franck, der teilweise etwas stark in Nabelschau abgleitet. Das Ringen um den eigenen Platz in der Welt, wenn man in einem chaotischen Haushalt aufwächst und früh zu viel Verantwortung übernehmen muss. Gleichzeitig aber von einem großen Freundes- und Familienkreis teilweise aufgefangen wird, zumindest dort ja auch Erlebnisräume hat, die anderen Kindern aus konventionellen Kleinfamilien verschlossen bleiben. Das Tagebuch als Rückzugsort, als Basis und Übungsplatz vermutlich auch für die spätere Schriftstellerei.
Die Erzählung dreht Schleifen und es gibt manch unnötige Wiederholung (man könnte ja mal zählen, wie oft sie schreibt, dass sie sich zum Tagebuchschreiben zurück gezogen hat - allein während ihrer Zeit bei Steffi und Martin sicherlich fünf bis zehnmal... irgendwann weiß man es halt, dann ist auch Wiederholung kein Stilmittel mehr). Vorlage, sich an die eigene Kindheit und Familie zu erinnern, wert zu schätzen was gut lief, im Vergleich.
Schließlich, als sie endlich bereit für ihre Zukunft ist, die sie "plant, wie ein Architekt", ein Schicksalsschlag: sie verliert den ihr wichtigsten Menschen. Und man merkt, wie dieses Ereignis alles bisherige in den Schatten stellt, einebnet in ein als unvermeidlich akzeptiertes Auf- und Ab, das um Größenordungen unter dem Schmerz des Verlustes liegt.
3,5 Ob autofiktional oder doch autobiografisch, das lässt sich für mich nicht ganz erkennen. So oder so, eine sehr beeindruckende Erzählung über das Aufwachsen und Erwachsenwerden in einer dysfunktionalen Familie in der DDR und später in Westdeutschland. Von Frühchenstation über Pflegefamilie, Tagesmutter, Kinderheim und Notaufnahmelager in Westberlin wird schnell deutlich, dass es dem jungen Mädchen an Stabilität und Fürsorge mangelt. Die Flucht aus diesem Chaos wird nachvollziehbar. Ihr frühes Schreiben als Ausbruch aus dem Versagen der Mutter und dem Gefühl der Einsamkeit hat mich berührt. Den Rahmen der Erzählung bildet die Liebesgeschichte zu ihrer Jugendliebe Stephan, der es ihr erstmalig ermöglicht, die Vergangenheit hinter sich zu lassen und sich selbst neu wahrzunehmen. Sein Charakter bleibt dennoch trotz seiner Relevanz bis zum Ende schemenhaft und nicht greifbar. Es gibt unzählige Wiederholungen und Zeitsprünge, und es fiel mir teilweise schwer, der Geschichte zu folgen aufgrund der Fülle und Überzahl an Figuren.
Werelden uit elkaar van Julia Franck verhaalt over de achtjarige Julia. Zij vlucht samen met haar moeder Anna en drie zussen gedurende de Koude Oorlog van Oost- naar West-Duitsland. Hier hopen ze een beter bestaan op te bouwen. Maar hoe hun moeder dit precies voor ogen ziet, wordt steeds onduidelijker wanneer blijkt dat het vijftallige gezin in totale chaos leeft. Of zoals Franck omschrijft: een leven dat “idyllisch en naar Pippi Langkous [klinkt], maar ik had geen aap en geen paard.” Anna laat haar kinderen helemaal vrij in wat ze doen, waardoor de oudste zus – die tevens Anna’s lievelingetje is – zich genoodzaakt voelt om regelmatig wat structuur en orde aan te brengen. Julia botst met haar en het front dat haar zus samen met haar moeder vormt.
Wil je mijn volledige recensie lezen? Ga dan naar elineschrijfthier.nl. ↖️🙋🏻♀️
Indrukwekkend autobiografisch relaas van een schrijfster die in haar jeugd in de beide Duitslanden extreem veel ellende heeft meegemaakt. Tot op heden had ik van Julia Franck, zonder meer tot mijn genoegen, alleen "Kampvuur" gelezen. "Werelden uit elkaar" biedt de lezer van die roman op diverse punten enige toelichting, verheldering, verdieping, en zal dat, zo kan ik me voorstellen, ook doen voor wie ander werk van Julia Franck ter hand neemt. Een minpuntje bij het onderhavige biografische werk wordt gevormd door de wirwar van namen en (familie)betrekkingen in het begin van het boek. Ik heb er voor mezelf -en degenen die later nog mijn exemplaar van het boek zullen lezen- een stamboom bij getekend, maar vind eigenlijk dat de uitgever dat had kunnen en moeten doen voor het lezerspubliek.
“De wildernis van een afkomst valt niet in heldere termen te beschrijven”, lees ik op pagina 263. Op dat moment heb ik al een hele resem mensonterende jeugdherinneringen achter de kiezen. Julia Frank is de helft van een vrouwelijke tweeling, geboren in Oost-Duitsland uit een moeder die dat predicaat niet verdient, zo weinig als ze zich van haar vijf kinderen aantrekt. Geeft ze aandacht, dan is het van het kleinerende en misprijzende soort. In dit autobiografisch verhaal springen tijd en herinneringen voortdurend heen en weer. Al vanaf haar achtste verborg Julia zich letterlijk achter haar dagboeken. Doet ze het verhaal van haar jeugd en baseert ze zich daarbij op wat ze toen heeft geschreven, dan heeft ze het altijd over “het meisje”. Andere keren gebuikt ze de ik-vorm. Die schizofrene splitsing is opvallend aanwezig en wellicht een manier om met die afschuwelijke jeugdherinneringen om te gaan. Sterk en indrukwekkend boek.