De Daodejing van Lao Zi, wellicht de belangrijkste tekst van het taoïsme, is het meest vertaalde geschrift ter wereld op de Bijbel na. Centraal begrip in dit mysterieuze boek is het begrip wuwei ('niet-doen'). De gedachte is niet dat je moet niksen in het leven, maar dat je niets moet willen afdwingen. Dit idee komen we ook tegen bij Zhuang Zi en Liezi, de andere grondleggers van de tao (ook wel Dao genoemd). Alleen als je open staat voor een situatie en alles in zijn waarde laat, zul je en passant je doel bereiken, waarmee vreugde en ontspanning je ten deel zullen vallen. Het vereist wuxin ('geen geest hebben'), ook te vertalen als 'de lege geest / het lege hart'. In deze inleiding worden de belangrijkste filosofische uitgangspunten van de tao op een rij gezet. Daarbij is oog voor de effecten op de politieke filosofie, op de kentheorie, de metafysica en de antropologie, op het chan- of zenboeddhisme en op het westerse denken. Een inleiding in de taoïstische wijsbegeerte met bijdragen van tao-kenners Michel Dijkstra, René Ransdorp, W.L. Chong en Jan De Meyer.
Sterk boek. En als sinoloog heerlijk om te 'nerden'. Vraag me wel af of dit voor leken die geen onderwijs in oosterse filosofie en (klassiek) Chinees hebben gehad boeiend en te volgen is. Het is op veel punten namelijk vrij technisch. Maar wel smullen.
Elk hoofdstuk is geschreven door een andere auteur, waardoor ze flink verschillen qua stijl: sommige gedetailleerd en wetenschappelijk, andere losser en vlotter. De eerste hoofdstukken vond ik het meest interessant; de citaten van de Laozi en Zhuangzi zijn meestal leuk om te lezen en worden goed uitgelegd, ook met verwijzing naar de Chinese woorden en tekens. Naarmate het boek vorderde, werden de hoofdstukken abstracter en theoretischer (muv het laatste korte hoofdstuk over ecologie).
Rare jongens, die chinezen, en dat al heel erg lang… Interessant concept Tao en Wuwei lijkt erg zinvol wanneer dit in het westen serieuzer wordt genomen. De uitleg en toelichting in dit werk is verhelderend.