Irwan Droog deed waar de meeste mensen alleen maar van dromen: hij verliet de drukte van de Nederlandse stad om samen met zijn vriendin en hond op een minuscuul, afgelegen eilandje in Noorwegen te gaan wonen. Te midden van de talloze trekvogels en loslopende schapen ziet hij de seizoenen komen en gaan, van noorderlicht tot middernachtzon. In de tussentijd duikt hij in de geschiedenis van het eiland en zijn bewoners. Zo ontmoet hij visser Knut, die al zijn leven lang op het eiland woont, Eivind, die elk voorjaar voor de eidereenden zorgt, en Heidi, die er de liefde vond en nooit meer weg wil.
Jaloersmakend verhaal. Nuchter ook, dat beviel me wel. Erg lekker geschreven; ik vloog er doorheen. Ben heel benieuwd of Irwan nog eens terug zal gaan naar het eiland. In dat geval lees ik er graag weer over.
Ontzettend leuk en lekker geschreven boek waarin je echt gaat meeleven met de eilandbewoners en de reizigers. Het is wel een goed nieuws verhaal: werkelijk geen enkel onvertogen woord over een verblijf in afzondering. Gecombineerd daarmee wordt ook niet duidelijk wat deze reis precies doet met de schrijver. Daarentegen blijft zeker hangen dat een eiland in de poolcirkel een idyllische plek kan zijn om te wonen.
Ik had zo gehoopt dat ik het 5 sterren zou kunnen geven. Het onderwerp vond ik interessant en ik genoot er wel van om over het eilandleven te lezen, maar ik miste wat diepgang, denk ik. Het kwam iets te veel over als een beetje een rijk stel die even een half jaartje op een mooi eiland gaat logeren, maar toch liever in hartje Amsterdam blijft wonen. Ik kon me ook niet met hun verbonden voelen. Daardoor denk ik dat het ook echt wel beter geschreven had kunnen worden.
En ik houd zo van mooie laatste zinnen. Ik weet het, dat is misschien een beetje een afwijking van mij. De op één na laatste zin had eigenlijk de laatste moeten zijn. Want na het lezen van de laatste zin dacht ik: “Dat snap ik ook wel! We (de lezers) zijn toch niet dom?!”. Zoals ik al zei, een afwijking van mij hahaha. Maar goed… Ik vond het zeker de moeite waard om te lezen, maar ik zou het boek niet mee nemen als ik op een eiland zou gaan wonen.
Citaat:
Ergens hoopte ik dat het vandaag te hard zou waaien. Dat het te hard zou regenen, hagelen, sneeuwen, wat dan ook. Dat de Noordse stormvogels vandaag massaal hun toevlucht zouden zoeken op het eiland, dat de schapen in het diepste dal zouden schuilen voor het aankomende noodweer. Dat de elektriciteit zou uitvallen, dat er geen communicatie met de buitenwereld meer mogelijk was. Dat het leven nog even stil zou blijven staan, hier en nu, met de zachte zon, deze koele poolend, deze ruisende zee en verder de absolute stilte.
Irwan en zijn vriendin Kim verblijven een halfjaar op Selvær, een klein eiland in Noorwegen. Ik heb genoten van de mooie beschrijvingen van het eiland en de omgeving en de boeiende portretten van de eilandbewoners! Een aanrader voor liefhebbers van Scandinavië.
Zeer mooi onderwerp, waardoor ik het boek graag wilde lezen. Helaas echt niet mijn schrijfstijl. Niet fijn om te lezen en echt enorm saai. Heb ook 4 maanden gedaan over het uitlezen, kon niet meer dan een paar pagina’s per keer lezen. Helaas. Wel een prachtige kaft.
Prachtig, "corona" verslag, over een stel dat voor 6 maanden van Amsterdam-Noord naar Noord-Noorwegen gaat. Prachtige beschrijvingen van het lokale leven, de Noorse taal en natuur, met veel zorg opgeschreven. Verbaast ook niet, want de auteurs is tevens freelance redacteur, iets waarin hij ook in dit boek naar verwijst. Het gevoel van saamhorigheid en "gezelligheid" beschrijft hij treffend. Dat het toeristische project voor het eiland in het water valt in verband met Covid-19 restricties (Noorwegen was een van de landen die sneller maatregelen nam dan Nederland, tot mijn vreudgde) geeft niet. Het boek is al een reclamezuil voor Salvær en andere eilanden.
Toch mist de dramatiek een beetje en dat maakt het boek bij vragen iets te veel weghebben van het radioprogramma Vroege vogels of het voormalige TV programma Ontdek je plekje. Droog refereert er niet aan, bij in Hermans' novelle Nooit meer slapen is onherbergzame natuur een echte vijand voor de mens (muggen!). Het blijft dat bij de opmerking dat het weer heel plotseling kan omslaan en niet wat dat met de schrijver doét. Aan Nobelprijs winnaar Knut Hamsun refereert hij wel kort, terwijl zijn thema (een kunstenaar in de kleine, conservatieve gemeenschappen van Noorwegen) toch enigszins doet denken aan die van Droog. Echt dramatisch wordt het pas tegen het einde waarin een belangrijke, recente historische gebeurtenis wordt besproken, die ook op een Noord eiland plaatsvond. Dat was wereld nieuws en neemt voor de getroffenen het gevoel van veiligheid weg op het eiland en had daarom misschien iets meer aandacht verdiend.
Toch is het een prachtig boek geworden, prachtig uitgegeven bij Thomas Rap, dat doet verlangen naar de stilte van de Lofoten en hoger. Persoonlijk ben ik ook erg fan van eilanden, misschien door mijn half-Friese inborst. In januari was ik nog op het achtste en kleinste Canarische eiland, waar ik erg heb genoten van de rust en inderdaad erg veel heb gelezen. Wat dat betreft is een eiland ook een vorm van vrijwillig gekozen sociale isolatie. Laten we maar hopen dat Irwan Droog zich nogmaals laat insluiten!
Eens in de zoveel tijd verlies ik me in dromen waarin ik mijn huis verkoop, mijn belangrijkste spullen in de auto gooi, hond en lief erbij en dan rijden we door tot ik alleen nog maar natuur kan horen.
Irwan deed dat. Een jaar geleden kwam hij aan op een klein Noors eiland. Ooit welvarend, nu op sterven na dood. Het boek is geen dagboek en veel persoonlijke beslommeringen krijg je niet, gelukkig. Wel een portret van het eiland, zowel de bewoners als de natuur. Irwan en zijn lief kwamen er na een Facebookoproep. Noorwegen heeft te weinig mensen voor te veel ruimte, tegenovergesteld van Nederland, dus de Noren zoeken nu actief naar Nederlanders die hun platteland willen redden. Dit boek is daar een prachtige aanvulling op. Als ik nu zou vertrekken en de veerboten varen gewoon, kan ik daar dinsdag de zon zien onder gaan. En na dit boek zou ik het best willen.
Graag mag ik boeken lezen over mensen die een trail lopen, naar de andere kant van de wereld fietsen of anderszins op avontuur gaan. Zo kwam ik uit bij dit boek. Een documentaire achtig boek over de belevenissen van een Nederlands stel dat een half jaar gaat proef wonen op een klein eiland in Noorwegen. Het boek behandelt verschillende thema's in hoofdstukken.
Schrijver Irwan Droog, zijn vriendin Kim en hond Zorro vertrekken voor 6 maanden uit Amsterdam Noord naar het piepkleine eiland Selvær in Noorwegen. Hij verteld over hun verblijf maar het is geen dagboek, het is meer een verzameling van anekdotes over het eiland en de mensen die daar wonen (of woonden). Het is een liefdevol en langzaam verhaal. Je voelt dat het leven daar veel sterker gerelateerd is aan de seizoenen en mensen meer tijd besteden aan persoonlijk contact. Zo staan alle deuren altijd open en wordt je geacht om verse koffie klaar te hebben staan, indien iemand binnen komt lopen.
Ik vond het leuk om te ervaren hoe het is voor iemand die uit het drukke Nederland naar een bijna eenzame plek gaat verhuizen. Ik was alleen teleurgesteld dat ze ineens na 6 maanden weer zijn vertrokken. In die zin was het leuk geweest om meer over Thijs en Marieke te horen, 2 Nederlanders die op Selvær lange termijn plannen aan het maken zijn en proberen een bestaan op te bouwen. Maar ja, Irwan is schrijver en Thijs probeert een leven als boer. Schrijven zal dan ook minder zijn passie zijn.
Aanbevolen voor iedereen die van de winter houdt, de drukte van de stad wil ontvluchten of wil weten hoe donzen dekbedden worden gemaakt.
Tijdens de beschrijvingen van Irwan Droog over het leven op het eiland Selvaer, moest ik al snel aan de boeken van Roy Jacobsen denken. De mannen die na de jaarwisseling maandenlang op zee zijn om bij de Lofoten te gaan vissen, de vrouwen die het eiderdons van de eidereenden bewerken (hoewel dit wel een uitstervend beroep is) en de weersomstandigheden die een grote invloed hebben op het dagritme en de verplaatsingen van de inwoners. Later refereert Irwan ook zelf aan Jacobsen, dus mijn hoofd had het niet mis. Alleen zijn de boeken van Jacobsen fictie en beschrijft Irwan Droog het échte en huidige leven op de eilanden. Geweldig is het om te zien hoe groot de saamhorigheid tussen de mensen is en hoe ze elkaar ondertussen toch ook allemaal hun gang laten gaan. In de boeken van Jacobsen lijkt het leven op het fictieve eiland Barroy vooral heel eenzaam, in 'Het huis aan het einde' laat Irwan Droog juist zien hoe welkom hij en zijn vriendin zich voelen en hoe ze langzaam sociale structuren opbouwen. Hij portretteert veel van de eilanders op liefdevolle wijze en je krijgt veel zin om zelf ook zo'n water- en winddichte Selvaer-suit aan te trekken en te genieten van het bijzondere leven op dat eiland in de poolcirkel.
Irwan Droog stelt met dit boek een absolute ode aan het eiland Selvær. Het geeft het eiland weer zoals een eiland in de - zonmaanden- straalt en daarmee haar inwoners.
De vergelijking met Amsterdam en het stadse leven worden helaas iets te vaak herhaald. Het zou me zelf lastig lijken om een boek te schrijven over een eiland waar slechts tientallen wonen of verblijven.
Zelf merk ik ook dat het aan verdieping soms iets mist, in vergelijking met bijvoorbeeld ‘De ontdekking van Urk’ van Matthias D.R. Declerq. Dit merk ik op onderwerpen als religie en cultuur, maar hierbij moet ik zeggen dat Droog daarin alsnog een inzage van het eiland heeft gegeven.
Kortom, ik heb genoten en zelf ook verlangen naar de rust en harmonie. Misschien dat het me ooit nog onbewust zou motiveren om op een afgelegen eiland te wonen.
Na het lezen van de achterflap, was ik er van overtuigd dat dit boek helemaal in mijn straatje lag. Het zal aan mij liggen, maar ik kon mijn aandacht maar moeilijk bij het verhaal houden en heb er laaaaang over gedaan het uit te lezen.
Een mooi en goed geschreven boek over het vinden van de stilte, de rust en de verbondenheid binnen een gemeenschap op een Noors eiland. Een mens zou er zelf nog door migreren naar Noorwegen.
Wonen op een Noors eiland bij de poolcirkel; de schrijver deed het een half jaar en maakte er de winter mee. Ik weet niet zo goed wat ik er van moet vinden. Het leest wel lekker weg maar heeft ook weinig diepgang… waarom ging de schrijver er naartoe, waarom ging hij weer terug naar Nederland, waarom dachten de mensen op het eiland dat hij zou blijven, wat doet het afgelegen eiland met de relatie met zijn vriendin (daar lezen we sowieso weinig over, alsof de schrijver er alleen was)? Nu blijft het vooral beperkt tot mooi geschreven portretjes van eilandbewoners en beschrijvingen van het eiland… Het is een soepel geschreven boekje en ik vloog er dan ook door heen want hoe dan ook is het interessant te lezen hoe een gemeenschap van enkele tientallen mensen eruit ziet, vooral ook als het zo afgelegen ligt. Maar toch, maar toch…
Gegrepen door diezelfde documentaire van Joanna Lumley (In The Land Of The Northern Lights) en Steinbecks Travels With Charley begrijp ik het verlangen naar avontuur, zoals fraai gevangen in dit boek.
Een halfjaar doorbrengen op een Noors eiland in de poolcirkel, gewoon, omdat je er een oproepje op Facebook over las. Het klinkt voor velen te mooi om waar te zijn, maar Irwan Droog beleefde het - en schreef er dit prachtige verslag van. Over de reis, over het eiland, maar bovenal over haar inwoners.
Het was heerlijk wegdromen in boekvorm. Maar toch: borte bra, men hjemme best. Mijn eigen bank is een prima plek om over een storm te lezen.
Irwan Droog woont in een flatje in Amsterdam-Noord, maar droomt van wonen op een eiland in Noorwegen. Net als Kim, zijn vriendin sinds het begin van de corona-pandemie. Zij ziet een oproepje op Facebook, voor een huis op het Noorse eilandje Selvær, en ze reageren. Ze gaan een keer kijken en besluiten het te doen.
Het eerste half jaar van 2021 woonden ze er, in 'Nessestua', een groot huis — het huis op de voorkant van dit boek.
In korte stukken, steeds een pagina of vijf à zeven, vertelt Droog over het leven en de mensen op het eiland. Er wonen nog enkele tientallen anderen. Vrijwel geen kinderen. Wat doen die andere mensen? Ze maken dekens van eiderdons, ze vissen. Een ander Nederlands stel is ernaartoe gekomen om de boerderij weer bedrijvig te maken. Irwan en Kim hebben min of meer gesolliciteerd met het idee quiz-avondjes en andere culturele evenementjes te organiseren, maar daar lijkt het niet echt van te komen, vooral door de aanhoudende coronamaatregelen.
De eerste helft vond ik dat het te veel ging over specifiek dít eiland, en te weinig over de reden dat zo’n boek en zo’n onderneming in deze tijd veel mensen aanspreekt: het leven op een eiland als je daar als Nederlander met dromen en verwachtingen en een behoefte aan rust en 'loskomen' naartoe trekt. Wat leer je over jezelf? Wat verandert er in je denken, in je handelen? Wat dacht je vooraf en kwam niet uit? Hoe beïnvloedt het je (prille) relatie? Hoe doe je je werk op afstand? Op deze vragen komt lange tijd geen antwoord.
Op pagina 127 schrijft Droog: ‘Ik heb een beetje haast, voor het eerst in vier maanden.’ Tot dat moment is het bijna niet gegaan over het verdwijnen van die haast. Waar hij dat aan merkte, wat het met hem deed. En met háár, Kim — want zij blijft onzichtbaar, en hun relatie ook. Droog vertelt prettig, maar naar mijn smaak te weinig reflecterend op zichzelf.
Ik vond het af en toe stilistisch ook wat te gemakkelijk, voor de hand liggend beschreven, wat het moeilijker maakte om het leven daar echt voor me te zien. Een vergaderzaaltje is ‘bedompt’, een museumpje ligt ‘op een steenworp afstand’, hij kan de route ernaartoe ‘inmiddels dromen’, en binnenin is het ‘tot de nok toe gevuld’ — wat ook weer niet feitelijk waar blijkt, want de muren hangen ‘vol foto’s’. Koffie staat ‘te pruttelen’. Ik wil me kunnen inleven, daarom pakte ik dit boek op, en dat lukte deels niet zo goed door deze wat te gemakzuchtige stijl.
In het laatste deel gaat het beter. Hij vraagt zich af: ‘Ben ik weg of ben ik thuis?’ Dat is de kern. Vanaf dat moment komen zijn overwegingen meer aan bod — al komt de beslissing, tegen het eind, om na zes maanden weer naar Nederland te vertrekken, alsnog een beetje plots.
Fijn boek over wat klinkt als een bijzondere plek. De beschrijvingen van de natuur van het eiland waren genieten. De focus op de kleine, waardevolle gemeenschap en de manier van met elkaar omgaan die daar de norm is, is denk ik ook deel van de aantrekkingskracht - zowel van het lezen als van het idee van daar óók wonen. Ik ben benieuwd of de schrijver teruggaat. :) Kreeg toch het idee dat dat onwaarschijnlijk was, maar vond zijn openheid over die worsteling (ben ik weg of ben ik thuis?) ook wel klasse.
(Nu ik dit zo opschrijf denk ik eigenlijk: ik knal er nog een sterretje bij in de beoordeling.)
Een heel interessant luisterboek! Enige nadeel: door het dankwoord kwam ik er achter dat in het geschreven boek ook een aantal foto's staan. Die heb ik nu gemist, dus ik moet toch nog maar eens door het papieren boek bladeren!
In Het huis aan het einde verhaalt auteur Irwan Droog over zijn tijd op een afgelegen eiland binnen de Poolcirkel. Hij vertrekt midden in de coronatijd met zijn vriendin Kim naar het eiland Selvaer n.a.v. een oproepje op Facebook. Het kleine, dunbevolkte Noorse eiland is op zoek naar Nederlanders die bij hen willen komen wonen. In Nederland is te weinig woonruimte, daar te veel en er is een impuls nodig qua aantal bewoners.
Irwan en Kim gaan proefwonen in een huis van een Selvaers echtpaar. Zij zijn in die periode altijd op het vaste land en stellen hun huis graag tot hun beschikking. Kim en Irwan laten hun appartementje in Amsterdam achter en rijden in januari 2021 richting het hoge noorden. Ze blijven zes maanden en in die periode neemt Irwan je in dit boek mee in het leven op Selvaer, zowel van de mensen als van al het andere in de natuur.
Dit boek was echt een documentaire in boekvorm. Met die bewoordingen raadde iemand het me aan en ik kan het er alleen maar mee eens zijn! Ik kon het eiland voor me zien en werd meegenomen in de diepe, donkere winter en het ontwaken van de lente tot aan de midzomernacht. Irwan schrijft heel boeiend over het eilandleven, de mooie kanten en de gevaren, en eeuwenoude gebruiken die op de eilanden nog leven.
De Selvaerse gemeenschap is erg warm en neemt Kim en Irwan direct op in hun gezelschap. Er volgt een bijzonder halfjaar en een bijzonder boek. De verhalen van Irwan en van de eilandbewoners zijn mooi opgetekend in het boek en geven je echt een idee over hoe leven binnen de poolcirkel kan zijn.
Het boek heeft me geïnspireerd. Niet eens per se om op een afgelegen Noors eiland te gaan wonen of door te reizen tot ik binnen de poolcirkel ben, maar wel om vanuit een ander perspectief naar mijn eigen leefwereld te kijken. Kan ik net als op Selvaer leven zonder tijd bijvoorbeeld? En hoe zou ik dat eventueel zelf wat meer kunnen opzoeken?
Een boek dat me aan het denken zet, maar me ook liet wegdromen. Ik vond het heerlijk om te luisteren!