Onder de leus ‘Merdeka!’ stortte de Republiek Indonesië zich in 1945 in een strijd om de onafhankelijkheid waarvan niemand de afloop kon voorspellen. Harry Poeze en Henk Schulte Nordholt vertellen een nieuw verhaal over de revolutie waarin naast de strijd tegen de Nederlanders de ongewisse opkomst van de Republiek centraal staat.
Na de gruwelen van de Japanse bezetting moesten de republikeinse leiders een nieuwe staat zien op te bouwen. Zij kregen van Neder-landse zijde te maken met kortzichtige politici en oorlogszuchtige militairen. In eigen kring moest de Republiek het hoofd bieden aan eigenzinnige en strijdlustige jongeren, autonome militaire leiders, behoudende federalisten, revolutionaire communisten en radicale moslims. Staatsgrepen, een burgeroorlog en Nederlandse aanvallen bedreigden het voortbestaan van de Republiek. Daarom is de overwinning die de Indonesische leiders uiteindelijk behaalden het grote wonder van de revolutie.
Henk Schulte Nordholt (former head of research at KITLV) is Honorary Fellow at KITLV and emeritus professor of Indonesian History at Leiden University. His main fields of research include Southeast Asian history, contemporary politics in Indonesia, political violence, and the anthropology of colonialism. He has a special interest in Balinese studies.
Schulte Nordholt studied history at the VU University in Amsterdam, from which he graduated in 1980 (cum laude). In 1988 he obtained his PhD degree (cum laude) in social sciences at the Free University with a thesis on the history of the political system on the island of Bali. He taught anthropology and Asian history at the University of Amsterdam from 1985 until 2005. From 1999 until 2007 he was IIAS professor of Asian History at the Erasmus University Rotterdam and from 2007 until 2014 Professor of Southeast Asian Studies at the VU University in Amsterdam. He was the Head of Research at KITLV from 2002-2019.
He has coordinated a large Dutch Indonesian research program ‘Governance, Markets and Citizens (2013-2017)’, which is sponsored by the Scientific Program Indonesia – Netherlands (SPIN), and is currently coordinating the research project ‘’Indonesia in Transition: From Revolution to Nation-Building, 1943-1958’ (2017-2021), which is financed by NWO. Together with Harry Poeze he will write a new overview of the Indonesian revolution which will appear in 2022.
De schrijvers maken hun belofte waar. Vanuit het Indonesisch perspectief wordt de bevrijding van het koloniale juk en de vorming van de Indonesische staat beschreven. Het gebeurt in zo groot detail dat ik het niet meer precies kon volgen maar dat mocht de pret niet drukken. Duidelijk wordt dat er zoveel lijnen lopen in het leven (dat is nog steeds zo anno nu) dat allerminst vanzelfsprekend is wat er gaat gebeuren. Ik vind het boek een zeer goede aanvulling op Revolusi wat ik ook gelezen heb en wat het Nederlands persepctief hoofdzakelijk beziet. De rol van Soekarno is voor mij ook wel een eye opener geweest, ik zag hem als dictator wat hij pas in 1957 bij de staat van beleg werd. Daarvoor heeft hij door compromissen de nationale eenheid consistent gepoogd te bewaken met plaats voor moslims en christenen. De eenheid van de republiek stond centraal. Hij wilde ook niet kiezen voor kapitalisme of communisme en Indonesie werd lid van de ongebonden landen. De rol van Nederland is met de huidige bril beschamend maar in die tijd werden oorspronkelijke bewoners niet als gelijkwaardig gezien. Blinde vlekken bij machthebbers zien we vandaag de dag nog steeds. Sterke checks and balances zijn daarom noodzaak. Wellicht ga ik nog een biografie van Soekarno lezen, iemand een suggestie?
In de eindeloze stroom boeken die de laatste jaren over Indonesië werden gepubliceerd, is er toch af en toe een publicatie die zijn kop boven het revolutionaire maaiveld uitsteekt. Het boek Merdeka van Schulte Nordholt en Poeze behoort in ieder geval tot die laatste categorie. De belangrijkste reden ligt in het feit dat de auteurs een neutraal standpunt hebben ingenomen. Dit kan misschien vreemd klinken, maar veruit de meeste publicaties over de onafhankelijkheid van Indonesië worden/werden meestal door die gekleurde Nederlandse bril bekeken. Niet dat die kijk per se subjectief was, maar er was toch altijd meer aandacht voor de Nederlandse kijk op de onafhankelijkheidsstrijd en de dekolonisatie. Schulte Nordholt en Poeze kozen eerder voor een soort helikopterkijk op de gebeurtenissen en bieden ons daarom een meer omvattend inzicht in die Indonesische geschiedenis van de koloniale periode voor de Tweede Wereldoorlog, de onbarmhartige bezetting door de Japanners, de strijd met de vroegere kolonisator na de oorlog en het interne strijdgewoel na de onafhankelijkheid. We mogen mee door Indonesische ogen kijken. De auteurs hebben het in de eerste twee hoofdstukken over de aanloop naar die onafhankelijkheidsstrijd. De koloniale tijd, waarin met de verzuchtingen van de Indonesiërs niet of nauwelijks werd rekening gehouden en waarin uitbuiting en racisme nog altijd hoogtij vierden. Die verzuchtingen leidden tot verzet die de kop werd ingedrukt, maar het verlangen naar onafhankelijkheid zeker niet bluste. De Japanse bezetting deed aanvankelijk de hoop op een beter leven opleven, maar werd al snel de kop ingedrukt door mobilisatie, economische uitbuiting, dwangarbeid en gewelddadige excessen. Die bezetting liet een ontredderd land in chaos achter. Hier in de Lage Landen – en zeker in Vlaanderen – hebben we er nauwelijks een idee van hoe die grote chaos van duizenden eilanden, evenveel talen en tientallen etnieën ooit naar een eenheidsrepubliek met één taal zou kunnen evolueren. Indonesië is daarom meer een continent dan een land. En misschien was het voor de Indonesiërs op dat ogenblik ook een raadsel hoe ze van Nederlands-Indië in Indonesië konden vervellen. Hier gaat men er gemakshalve van uit dat na de capitulatie van Japan de Nederlanders een heroveringsoorlog tegen de Indonesiërs voerden om de koloniale orde van voor de oorlog te herstellen. Tegen een uniforme vijand. Maar dat was helemaal niet zo. Die verscheidenheid was ook echt verscheiden en er was – naast de strijd tegen de vroegere kolonisator – ook veel interne strijd. Niet enkel de Nederlanders, maar ook het jonge Indonesische regeringsleger moest strijd leveren tegen een veelkoppige draak van milities en bendes die bovendien ook nog eens onderling elkaar bevochten. Het mag een wonder worden genoemd dat Soekarno en de zijnen er uiteindelijk toch in geslaagd zijn boven dat gewoel uit te stijgen en toch tot een Indonesische eenheid te komen die stilaan een nationalistische republiek vormde. Aanvankelijk zeer kwetsbaar, maar uiteindelijk met de hulp van het buitenland steeds duidelijker en sterker. Toch spreken de auteurs niet van een overwinning, omdat deze onafhankelijkheidsstrijd uiteindelijk meer dan twee en een half miljoen slachtoffers heeft gekend en daarom eigenlijk alleen maar verliezers heeft opgeleverd. Merdeka is geen makkelijke lectuur, omdat enige (voor)kennis misschien wel vereist is. Ook de Indonesische termen maken het de gewone lezer minder makkelijk, maar sommige recensenten nemen toch het woord standaardwerk in de mond. We sluiten ons hier volgaarne bij aan. De reden hiervoor is vooral de moedige keuze van de auteurs om dit verhaal vanuit het Indonesische perspectief te vertellen. Het Nederlandse is genoegzaam bekend. Paul Catteeuw
Membaca terjemahan bahasa Indonesianya. Sebuah buku sejarah dengan penceritaan yang sederhana namun tidak membosankan. Menggambarkan bagaimana pergolakan tokoh tokoh kemerdekaan yang begitu kompleks dalam membangun negara.