'Zeven mijlen langs de limes' is een slimme en sprankelende monoloog, en tegelijk memoir en miniatuur-odyssee. NKV Homeruslezing 2022 tbv de Week van de Klassieken 2022.
Van kinds af aan is schrijver en NRC-columnist Christiaan Weijts gefascineerd door de limes, de noordelijke grens van het Romeinse rijk. Die is recent door Unesco uitgeroepen tot Werelderfgoed. Een groot deel van zijn leven heeft Weijts in de nabijheid van die grens gewoond. Zijn meeslepende relaas is opgebouwd als een reportage-essay, een wandeling in stijl van W.G. Sebald, langs de Rijn van Katwijk naar Leiden. Van stranddagen en bollenpellen tot de lessen Latijn op het Stedelijk Gymnasium.
Ondanks dat het bij vlagen erg geestig is, is het toch voornamelijk een hoop cliché-achtig en onsamenhangend gezever. Ik had meer van een schrijver als Christiaan Weijts verwacht.
Niet veel over te melden, over dit hele korte boekje, de neerslag van de Homerus-lezing van de Nederlandse classici. De blurb tracht dit te verkopen als een Sebaldiaanse wandeling, maar door het korte formaat mist dit natuurlijk helemaal zijn doel.
Ik ben zelf de Limesroute aan het wandelen en kwam dit boekje, in het kader van de week van de Klassieken, toevallig tegen. Het gaat over grenzen op de rand van beschaving, waarbij de schrijver zijn persoonlijke herinneringen combineert met een politieke, mondiale en sociologische context. Zeer leesbaar, onderhoudend en leerzaam.