Halfweg is het verhaal van tweeling Sal en Lau. Nadat Sals lichaam op ’t landje wordt gevonden, gaat Lau op onderzoek uit: wie of wat is verantwoordelijk voor Sals dood? Maar wie erbij wil horen, zo blijkt al snel, kan maar beter geen lastige vragen stellen. Zeker niet als de waarheid iets is om je voor te schamen. In de familie en op het woonwagenkamp wordt gezwegen. Lau liet Sal op Halfweg achter om alleen verder te gaan. Het ene probleem opgelost, heeft ze er een ander bij gekregen: een eindeloos schuldgevoel. Halfweg gaat over beschadigde mensen die (onbedoeld) anderen beschadigen. Waarom kan de een prima verder leven maar besluit de ander, die onder dezelfde omstandigheden is opgegroeid, dat het niet gaat?
Bij het zien van de mooie cover van Halfweg van Puck de Klerk krijg je niet meteen een idee wat je kan verwachten van het boek. De titel maakt je nieuwsgierig naar het boek. Halfweg van Puck de Klerk is geschreven vanuit Lau. Haar tweelingbroer heeft zelfmoord gepleegd en ze wil weten waarom hij zelfmoord heeft gepleegd. Gaandeweg komen er steeds meer gedachten en steeds meer vragen, steeds meer herinneringen over hun jeugd, maar krijgt ze ook steeds meer last van schuldgevoelens. Helaas worden de vragen allemaal weggewoven, probeert men de waarheden onder tafel te vegen. Het is duidelijk dat ze maar beter kan stoppen met lastige vragen te stellen als ze erbij wil blijven horen. Langzaam wordt steeds meer duidelijk en blijkt dat er in de familie een aantal geheimen zijn waar men liever om diverse redenen niet praat. Ook wordt steeds duidelijker waarom de tweelingbroer van Lau zich steeds vreemder ging gedragen en waarom hij zo achterdochtig was. Er wordt geworsteld met de vraag of Lau haar tweelingbroer had kunnen helpen of toch niet. Ondertussen groeit bij Lau en haar zusje ergens een angst dat wat Sal had, erfelijk zou kunnen zijn. Diverse vragen worden gesteld zoals bijvoorbeeld waarom de een eraan onder doorgaat en de ander, die ongeveer hetzelfde heeft meegemaakt, de moed vindt om verder te gaan met het leven en het verleden achter zich probeert te laten.
“Mijn moeders naam verschijnt op het scherm. Halftwaalf. Ze belt me nooit, laat staan zo laat. Haar stem klinkt als papier. Flinterdun, verkreukeld haast. ‘Sal is gevonden.’
Begint de, op persoonlijke ervaringen gebaseerde, debuutroman van Puck de Klerk. Het is het verhaal van een tweeling, Sal en Lau. Het boek speelt zich over een periode van zeven dagen, van de vondst van Sal’s lichaam naar zijn crematie. Hoewel het boek zich vanwege deze dagboekvorm toewerkt naar een einde, de crematie van Sal, is Lau vooral bezig met terugkijken. Op de psychiatrie van Sal, op hun jeugd, op Halfweg.
Hoe kom je in het reine met de zelfdoding van een naaste? Die vraag sluimert als een rode draad doorheen Halfweg, het debuut van Puck de Klerk. De Nederlandse auteur koos ervoor om fictie te vermengen met persoonlijke ervaringen.
Halfweg is een dorp op nog geen anderhalve kilometer van Amsterdam, tegelijk is de grootstad er ver weg. Verder speelt het onderscheid tussen wonen in Halfweg (het dorp) of óp Halfweg (het kamp). Dat woonwagenkamp, waar achtergestelde gezinnen op hun eigen ruwe manier overleven, situeert zich naast een leegstaande fabriek aan de rand van het dorp. Daar komt de tweeling Lau en Sal vandaan. Op een zaterdag verneemt Lau dat het levenloze lichaam van haar tweelingbroer werd aangetroffen op een braakliggend terrein in de buurt van het kamp.
Zeven dagen lang, tot aan de uitvaartplechtigheid, trekt Lau de lezer alsmaar dieper mee in het moeras van haar getroebleerde jeugdjaren. Ondertussen stapelen de onbeantwoorde vragen zich op. Het relaas van één week omspant alles bij elkaar genomen een half leven, waarin de echtscheiding van de ouders en het overlijden van de vader sleutelmomenten zijn.
'Fietsend, op weg van de ene naar de andere plek, kwamen we door een onverlichte tunnel waar de donkergrijze verf van de wanden bladderde. Zo voelde het precies: alsof we ons continu door een donkere tunnel voortbewogen, pingpongend tussen twee bestemmingen die ik uiteindelijk allebei als logeeradres beschouwde.'
Na de scheiding voelen de kinderen zich nergens thuis. Moeder verhuist naar het dorp en laat vader achter in het kamp. Sal worstelt met waanideeën en stemmen in zijn hoofd. Bij hun vaders dood evolueert het van kwaad tot erger. Voor Lau is dit ondraaglijk om mee om te gaan. Ze snakt ernaar om gewone dingen te doen zoals normale mensen en vertrouwt erop dat professionele hulp en medicatie hem erbovenop zullen helpen. Achteraf wordt ze overmand door wroeging, omdat ze haar broer aan zijn lot heeft overgelaten. De falende zorg voor geesteszieken krijgt een flinke veeg uit de pan.
'In ons land vermoorden we stakkers als mijn broer niet meteen, we laten ze langzaam in regels en voorschriften stikken.'
Lau mist Sal en denkt met weemoed terug aan de innige band die ze ooit hadden. Ze onderneemt vergeefse pogingen om te achterhalen welke demonen Sal tot zijn wanhoopsdaad gedreven hebben. Dat hierin een onverkwikkelijke rol is weggelegd voor hun vader lezen we tussen de regels, het blijft verder onuitgesproken. In de familie en op het kamp houden ze onwelriekende potjes liever afgedekt.
'Wie erbij wilde horen, kon maar beter geen lastige vragen stellen. In de regel werkte het juist tegen ons als we zeiden wat we vonden of wisten. Vooral als de werkelijkheid iets was om je voor te schamen, was liegen vaak het beste.'
Dat Lau er alleen voorstaat na Sals zelfdoding bemoeilijkt het verwerkingsproces. De communicatie met familieleden, in het bijzonder haar moeder en zus Luca, verloopt ongemakkelijk. Hun gesprekken zijn doorspekt met gemeenplaatsen en draaien om de hete brij heen. De chaotische vertelling verspringt in de tijd, met bruuske flashbacks en flashforwards. Associaties roepen tafereel na tafereel op, flarden van herinneringen die Lau probeert te ordenen in een poging om haar leven en dat van haar broer te reconstrueren en te doorgronden waarom het zodanig is misgelopen.
Lau laveert tussen schaamte, schuldgevoelens, verdriet, angsten en een aanzienlijke dosis ingehouden woede, maar de essentie krijg je in zijn superglibberigheid niet te pakken. Haar onderliggende gemoedstoestand komt tot uiting in de mistroostige sfeerschepping en een rauwe spreektaal. De auteur speelt ook met subtiele nuances die woorden oproepen. Een mooi voorbeeld zien we tijdens het bezoek van de begrafenisondernemer, door Lau consequent als doodgraver aangemerkt.
'"U moet de begrafenisondernemer zijn", zegt Luca. De doodgraver kucht. "Als het u om het even is, verkies ik de titel uitvaartconsulent."'
Lau bevindt zich halfweg. De hamvraag luidt of ze ertegen opgewassen is om de tweede helft van haar leven zonder kleerscheuren te doorstaan. De Klerk schreef een overtuigende roman over nagenoeg onuitwisbare letsels waarmee kinderen uit een disfunctioneel gezin worden opgezadeld.
'Hoelang zal het duren voor die beelden stoppen, voor ik niet aan elke boom een reusachtige pop zie bungelen?'
Deze recensie schreef ik als Hebban recensent voor Hebban.nu
Puck de Klerk (1977) was onder andere bedrijfsleider in De Melkweg in Amsterdam. Als freelancer adviseerde ze culturele en maatschappelijke organisaties en werkte voor festivals als bv Lowlands en De Parade. Halfweg is haar debuutroman met een mix van fictieve en autobiografische delen. De tweeling Sal en Lau, groeien deels op bij hun vader op woonwagenkamp Halfweg (waar zij werden gezien als burgerkinderen) en deels bij hun moeder in het dorp Halfweg (waar ze werden uitgescholden voor kampers). Wanneer Sal dood wordt gevonden, wil Lau uitzoeken waarom hij zichzelf van het leven heeft beroofd. Het boek is gebaseerd op persoonlijke ervaringen. Al naar gelang het verhaal wordt langzaam aan duidelijk dat het totaal niet goed ging met Sal. De karakters zijn summier beschreven en dat geeft af en toe vragen over bepaalde situaties. Het had misschien iets uitgebreider gekund om meer inzicht te krijgen in de karakters. Het gehele verhaal beslaat nog geen 110 bladzijden maar is wel compleet, het is mooi afgerond. Puck de Klerk heeft een fijne schrijfstijl, af en toe ruig en af en toe een mooie zin.
"'Thuis' heeft niks met stenen of wielen te maken, maar met de manier waarop je kijkt."
Het gehele verhaal geeft een ongemakkelijk gevoel, de onderlinge verhoudingen tussen moeder, Lau en jongste dochter Luca zijn slecht en lijkt gebaseerd op het verdragen van elkaars aanwezigheid. Halfweg is een indringende debuutroman die even tijd nodig heeft om te bezinken.