In zijn boek Dialoog, dans en duel beschrijft Kees van Ekris hoe je de boodschap van de Bijbel kunt vertalen naar de concrete werkelijkheid van mensen in deze tijd. Steeds meer kerkgangers raken verveeld in de kerk. De preken dringen nauwelijks tot hoorders door. Dit roept de vraag op wat er mis gaat. Kees van Ekris neemt de lezer mee op een inspirerende reis naar de negen dimensies van predikantschap. Hoe kun je theologisch, contextueel en communicatief zo preken dat je verbinding legt tussen de wereld van de Bijbel en de ervaringen van de hedendaagse hoorder? Dit boek is niet alleen bedoeld voor predikanten, maar ook voor mensen die hun geloof willen delen met tijdgenoten.
Zomaar een eerste impressie halverwege en leeshulp: Kees heeft de gave ontzettend raak, boeiend en diepgravend te denken en te schrijven. Het is een rijk boek waarin allerlei theologie, cultuur, ervaring en levensverhalen bij elkaar komen, kortom: een oogst. In het algemeen is het wel erg veel van het goede, ik verdwaal een beetje in alle beelden, verhalen, bronnen en associaties. 'Verdwalen' overigens ook op een positieve manier: het nodigt uit tot verwijlen, overwegen en verwonderen. De hoofdstukken hangen daarbij willekeurig aan elkaar, er wordt gesuggereerd dat het een soort baboesjkapop is, waar je steeds diepere lagen ontdekt ('de exegeet in de participant' gevolgd door 'de mysticus in de exegeet'), maar dat is niet zo. Ook is het niet een chronologische volgorde in het preekproces (slechts van de hoofdstukken 2-5 zou dat kunnen gelden). Systematische vragen als 'waarom zit de theoloog in de mysticus en niet andersom?' worden niet beantwoord. Al met al vond ik het al lezend wel moeilijk om door de prachtige bomen het bos te blijven zien. Wat is de rode draad? Kees stelt voor dat te benoemen als 'missionaire intelligentie'. 'Het gaat om openheid, leren luisteren, willen leren van een ander... Het is het vermogen om niet in stereotypen te denken.' (p. 23) Regelmatig herdefinieert hij dat ook nog, bijv. '...dat is de kunde om de grondbegrippen van het geloof te verbinden met het leven ons 21e-eeuwers.' (p. 129). Dan wordt het bijna een instrumentele 'kunde'. Expliciet wil dit echter geen homiletisch handboek zijn. Het ligt veel dichterbij wat hij zelf benoemt: 'je kunt ook zeggen missionaire sensitiviteit' (p. 22). Dat vind ik eerlijk gezegd veel meer ter zake. Intelligentie heeft toch de connotatie van 'slimheid' of onherleidbare vaardigheid, die je hebt of niet. Regelmatig merkt Kees dan ook op dat het hem helemaal niet te doen is om de perfecte preek. Ik lees dit boek dus veel meer als een pleidooi tot sensitiviteit, tot radicale openheid: tot tijdgenoten, tot de Schrift, maar eerst en vooral toch vooral tot op God. Een soort verlangen naar desecularisering van het preken. De veelheid aan woorden in dit boek is volgens mij simpel terug te brengen tot dit ene, dat ik mij als predikant weer eenvoudig vrijmoedig durf te geven aan het spreken van God. Want alleen een theocentrische preek, waarin God ter sprake en te spreken komt, is missionair. Na lezing van dit boek heb ik, denk ik, meer behoefte aan een monastieke of diaconale retraite dan aan een homiletische cursus.
Goed te doen om vlug door te lezen, voor een toets bijvoorbeeld. Toch zou ik er iets aandachtiger voor zitten in iedere andere situatie. Het is zeker de moeite waard.
Ijzerscherpe analyses, een theoloog die deze tijd door en door kent en daarin God tot klinken weet te brengen. Must-read voor iedereen die zich waagt aan preken in de kerk!
Mooi doordacht boek over de prediking. Geen pageturner, eerder een boek om traag te lezen, maar een must read voor wie geroepen is wekelijks op de kansel te staan.