Nationalisme, racisme en kolonialisme in de tijd van Hendrik Conscience
Het koloniale en racistische verleden bezwaart meer dan ooit ons collectieve geweten. Straatnamen, boeken, standbeelden en oude gewoontes liggen onder vuur, vaak om begrijpelijke redenen. Toch lijkt de grens tussen een heilzaam schuldbesef en een verontwaardigingsverslaving stilaan te vervagen. Intussen wuiven identitaire bewegingen de misdaden van vroeger weg om de trom van de trots te kunnen roeren. In deze sfeer wordt een gesprek over de ingewikkeldheid van het verleden erg moeilijk. Dit boek gooit het over een andere boeg. Navigerend tussen de schaamte van links en de eigendunk van rechts stuurt het aan op de herontdekking van Vlaanderens aartsvader, Hendrik Conscience (1812-1883). Ooit geprezen als de man die zijn volk leerde lezen, nu verguisd als de verspreider van ultranationalistisch, racistisch en kolonialistisch gedachtegoed: meer dan wie ook belichaamt Conscience het slechte geweten van Vlaanderen. Maar waarom eigenlijk? Telt zijn omvangrijke oeuvre zoveel zwarte bladzijden? Wat vond hij bijvoorbeeld van migratie, slavernij en koloniale expansie? Het slechte geweten van Vlaanderen zoekt het uit en demonstreert waarom een beschuldigde altijd het voordeel van de twijfel verdient.
Uiteraard een aanrader voor het handjevol Conscience fans dat er anno 2022 nog rondloopt: met in totaal 28 besproken werken geeft deze studie een prachtig overzicht van zijn oeuvre, en een overtuigd betoog waarom zijn slechte reputatie onverdiend is. Net als veel van de beste literatuur, ligt de waarde van Absillis' boek echter ook in de veelzijdigheid waarop je die kan lezen. Door de heldere samenvattingen van de romans, kan je de casussen net zozeer zien als pars-pro-toto voor onze moderne omgang met de minder politiek correcte denkbeelden uit de negentiende eeuw, of als een uiteenzetting van de manier waarop culturele teksten verweven kunnen raken in politieke discoursen. Vanuit mijn eigen achtergrond als medievalist was de studie waardevol door de manier waarop het de veranderende omgang met het concept ‘Middeleeuwen’ schetst. En ondertussen leerde ik ook over de Belgische ontvangst van Uncle Tom's Cabin, literaire representaties van de kolonisatie van Congo, en de negentiende-eeuwse verschijning van Zwarte Piet (of het gebrek daaraan). Bovenal is de studie een genuanceerd pleidooi tegen het al te gemakkelijke verlangen om historische daders ‘anachronistisch te kunnen neersabelen’, zonder dat de zwarte pagina’s uit de geschiedenis ooit ontkend of goedgepraat worden.
Een langere recensie verschijnt mid 2023 in het prachtige tijdschrift Vooys.
Collega Kevin Absillis laat in deze vlot leesbare en knap geconstrueerde studie zien hoe de nationalistische, racistische en kolonialistische reputatie van Hendrik Conscience niet zozeer te maken heeft met diens uitgebreide oeuvre, maar veel meer met de literaire en politieke ontwikkelingen na diens dood in 1883. Het was fijn dit te lezen: het is een boeiende kennismaking met het diverse werk van Conscience, biedt inzicht in de negentiende eeuw en roept interessante vragen op over de hedendaagse omgang met het verleden.