What do you think?
Rate this book


192 pages, Paperback
First published January 1, 2003
“Soms ligt er een nevel over de ogen van mijn moeder en haar rechterhand is niet meer juni, de linker niet augustus en juli is verdwenen. Het wordt snel herfst in haar handen, snel herfst in haar lichaam en als ik aan haar priemende botten gewend ben geraakt, voel ik de warmte die de wereld bewoonbaar maakt. Niet weggaan, zeg ik, en ze aait me over mijn haar en ik durf mijn ogen niet dicht te doen.”
"Waaruit bestaat de band die twee mensen bindt en die tot algehele radeloosheid liefde wordt genoemd? Dat is een belangrijke vraag, want soms lijkt het alsof niets in staat is mensen uit elkaar te halen, noch het constante trekvermogen van de sleur van alledag, noch de explosieve kracht van het ogenblik. En ik zeg radeloosheid, want ik heb het vermoeden dat dat kleine woordje, liefde, een synoniem is voor zoveel dat de duur van deze hele dag niet eens voldoende is om het volledig te verklaren – en toch is het nog vroeg in de ochtend, het is herfst, het gras is afgekoeld, de bladeren vallen van de bomen en de raven zijn teruggekomen, hun zwarte vleugelslagen een voorteken van de winter."