De school van je leven Waar elke les een levensles is
Waarom leren juist wel prettig mag zijn
Kinderen en jongeren beschouwen we steeds meer als een investering die economisch moet renderen: op school moeten ze vooral een diploma halen zodat ze later hun rol opnemen in de samenleving. Toch zijn het, meer dan de cijfers op hun rapport, vooral de ervaringen die kinderen en jongeren in hun vroege leven opdoen en de relaties die ze aangaan die hen voor de rest van hun bestaan bepalen.
De school van je leven geeft aan de hand van 12 lessen een brede kijk op lesgeven en opvoeden. Het gaat in tegen een te meetbare en te gecontroleerde pedagogische blik, en biedt een overtuigd pleidooi om het belang van het kind-zijn in de kindertijd zelf te plaatsen. Niet bij de volwassene die ze later moeten worden.
Dit boek toont hoe je het 'echte' leven thuis en op school binnentrekt, en op welke manier je handelt in functie van kinderen en jongeren. Met als ultieme doel: ze niet zomaar leren hoe je je staande houdt op school, maar wel in het leven zelf.
Wat me aansprak in dit boek was vooral even terug zelf herbronnen naar wat de essentie van onderwijs moet zijn. Ik geef toe, wat idealistisch, maar als we niet meer idealistisch zijn als leerkracht kunnen we evengoed de boeken toe doen.
In deze tijden van oorlog op ons continent, een pandemie, sociale media en fake nieuws is het belang van school misschien wel groter dan ooit tevoren. Want hoe kunnen we kinderen deze wereld bijbrengen en ze tegelijkertijd met elkaar en de wereld verbinden, zodat niemand buitengesloten wordt en niet alleen iedereen van de wereld is, maar de wereld ook van iedereen? Ludo Heylens nieuwe boek, De school van je leven, biedt daarin houvast, met mooie voorbeelden uit de onderwijspraktijk, maar ook met richtinggevende tips aan de hand van 12 lessen.
Heylen is voor de meeste mensen in het onderwijs geen onbekende. Hij stond vijftien jaar lang aan het hoofd van het Centrum voor Ervaringsgericht Werken (CEGO) van de KU Leuven en is een groot belangenbehartiger van meer welbevinden en betrokkenheid in de opvoeding. Dat laat hij ook zien in dit boek: hij legt een grote liefde aan de dag voor kinderen, voor leerkrachten, voor scholen en voor de wereld. Die vier ziet hij nooit los van elkaar, want een kind dat betrokken is bij zichzelf en anderen, is dat ook sneller bij zijn leraar, zijn omgeving en de wereld.
Die emotionele balans komt uitgebreid aan het woord in het laatste hoofdstuk van het boek, waarin hij ervoor pleit om het welbevinden van kinderen van bijzaak naar hoofdzaak te promoveren op school. De belangrijkste redenen die hij daarvoor aandraagt zijn bijvoorbeeld het feit dat het leidt tot grotere weerbaarheid en een positiever zelfbeeld en in het algemeen een gevoel van geluk (een onderwerp dat voor veel ouders misschien wel het allerbelangrijkst is als ze iets mogen wensen voor hun kind). Maar welbevinden is ook in het grotere geheel van belang: op het moment dat je een connectie voelt, ga je je anders gedragen. Wanneer je je verbindt met de ander of het ander (de wereld), kan die je geen pijn meer doen. Delinquent gedrag gaat vaak samen met het ontbreken of verbreken van een band.
In de drie hoofdstukken daarvoor maakt Heylen zijn visie wat behapbaarder en kleiner. Zo begint zijn boek met het belang van (het delen van) levensverhalen in de klas. Levensverhalen bieden een inkijkje in hoe mensen zijn, denken, handelen en zich voelen. En dat brengt verbinding met zich mee. Dat is bijvoorbeeld van groot belang voor kansarme kinderen, kinderen die opgroeien in armoede en/of geweld. Zij zijn niet op zoek naar sympathie, maar naar empathie, ze willen graag gezien en gehoord worden en vinden het fijn als je moeite doet ze te begrijpen. Maar ook bezig zijn met je eigen levensverhaal is helpend. Als je jezelf goed kent, kan je jezelf beter inzetten. Levensverhalen creëren een “sense of belonging”.
Het spreekt haast voor zich dat Heylen ook het onderwerp ‘testen en meten’ niet onbesproken laat in het licht van welbevinden. Onderwijs kan kinderen helpen het leven beter te begrijpen en hen voorbereiden om de juiste keuzes in het leven te kunnen maken. Het leerstofjaarklassensysteem, waar de leeftijd bepaalt wat je wanneer moet kunnen, werkt voor heel wat kinderen niet. Er zit een systeemfout in waar sommige kinderen hun leven lang last van kunnen hebben. Iedereen start groep 3 in het jaar dat hij zes wordt, maar niet iedereen is dan al klaar om het abstracte werk van lezen, schrijven en rekenen aan te kunnen. Toch wordt van iedereen hetzelfde gevraagd. Bij de vergelijking met anderen verliezen heel wat kinderen hun geloof in eigen kunnen.
Je kan de controle van een onderwijssysteem niet in handen geven van een testsysteem. Leraren bepalen de kwaliteit, in interactie met de kinderen. In een dynamiek van afstemmen en veranderen bepalen ze samen de weg. Als je daarbij openstaat voor wat zich aandient, kan een les soms anders lopen, en dus ook een andere uitkomst geven, dan van tevoren gepland. Het helpt dus om niet te blijven doen wat je altijd gedaan hebt. Stap ook eens uit je comfortzone om te blijven groeien.
Naast welbevinden speelt ook motivatie een belangrijke rol in dit boek. Want hoe hoog je ook springt om je kind te leren fietsen: als het ziet hoe zijn klasgenootjes al fietsend naar school komen, zal zijn motivatie om te willen leren fietsen groot zijn en het succes daarmee ook. Als je als mens de relevantie ziet van wat je aan het leren bent, wordt alle informatie betekenisvol.
Heel wat leren gebeurt impliciet en ongepland. Het is leren zonder dat je de bedoeling hebt om te leren en vaak is het onmeetbaar, terwijl we in het onderwijs liefst het meetbare in kaart brengen. Maar door feedback, reflectie en verslagen kun je beter zien hoe het leren is verlopen en waar leerlingen zich van bewust zijn dan door toetsen. Spelen is een fundamenteel onderdeel van het leren van kinderen. Zonder spel, dus zonder ervaringsbasis, kan theorie erg abstract worden. Verbind dus de wereld van het leren met de wereld van het spel, kijk hoe je het leren zo kunt organiseren dat kinderen in hoge mate betrokken zijn.
“De school van je leven” is een echt “Heylen-boek” en daarmee een boek voor iedereen die graag kijkt naar de ontwikkeling van kinderen en hun welbevinden, of je nu leerkracht of ouders bent. De hartverwarmende anekdotes, zoals bijvoorbeeld ook het nawoord, waarin Heylen zich direct richt tot zijn pasgeboren kleinzoon, zijn een dikke bonus.
Afscheidnemend directeur van CEGO, Ludo Heylen, schreef 'De school van je Leven' (2022), over breed en levensecht leren... Een boek over het belang van levensverhalen, natuur, muziek, evidence-informed werken, verbeeldingskracht, geluk,...
...en die twee citaten wou ik ook nog meegeven:
"Bij de vergelijking met anderen, verliezen heel wat kinderen het geloof in hun eigen kunnen."
"Het belang van de kindertijd ligt in de kindertijd, en niet bij de volwassene die eruit voortkomt als economisch product."
Een vlot geschreven boek voor iedereen die wil weten waarom we in het onderwijs (nog meer moeten) inzetten op life skills en welbevinden van kinderen en leerkrachten.
Ik geef dit boek 3,5 sterren. Op een paar bedenkingen na vind ik dit boek een aanrader voor eender wie, of je nu kinderen hebt of niet. Moest er in onze huidige maatschappij/wereld vanzelfsprekend naar onderwijs en het leven in het algemeen gekeken worden zoals Ludo Heylen dat doet in dit boek dan leefden we volgens mij in een heel andere wereld in positieve zin. Doe jezelf en de wereld een plezier en lees dit boek en laat het diep tot je doordringen. Merci voor dit pareltje van een boek Ludo Heylen.