In een wervelende vertelling brengt Johan Op de Beeck zijn vervolg op het stormachtige verhaal van de Franse Revolutie: van het schrikbewind door Robespierre in 1793 tot de staatsgreep van Napoleon in 1799, van het nobele devies 'vrijheid, gelijkheid, broederschap' tot de bloeddorstige Terreur, van revolutionairen die naar de macht grepen maar vaak zelf onder de guillotine belandden. Zelden leest een geschiedenis zo fascinerend en meeslepend!
Johan Op de Beeck is a well-known TV face and has had a renowned career in media and journalism for 35 years. Previously, he was active as an anchor of the VRT news, documentary maker, director of Canvas, presenter and interviewer of various talk shows and editor-in-chief of various media at home and abroad. Today he is an independent communications consultant and author of a series of successful non-fiction books, which do very well in the bestseller lists and are always well received.
Een grote portie zoute frieten met mayonaise. Wat mij betreft kun je daar Johan Op de Beeck’s twee dikke boeken over de Franse Revolutie nog het best mee vergelijken. Je weet dat het fout is, maar ze smaken wel naar meer.
Academisch geschoolde historici zullen – terecht – veel aan te merken op deze twee kleppers. Op de Beeck kiest zonder de minste gêne voor een wel heel traditionele vorm van “evenementiële” geschiedschrijving, één die zonder schroom alle theoretische en methodologische vernieuwingen die de afgelopen eeuw de historiografie als wetenschappelijke discipline hebben gevormd naast zich neer legt. Verwacht dan ook geen door sociologische en/of economische analyses gestaafde inzichten in de oorzaken van de Revolutie of de determinanten van haar verloop. De mensen hadden honger, het brood werd almaar duurder, koning Lodewijk XVI was een zwakkeling die zich liever toelegde op sloten maken dan op regeren en de ideeën van de Verlichting vonden meer en meer weerklank. Dat is zo ongeveer alles wat je moet weten om te snappen hoe het allemaal begon.
Ook politicologisch graaft de analyse niet heel erg diep. In Op de Beeck’s relaas van de feiten wordt de moeilijk te ontwarren ideologische diversiteit van de Revolutie op een bijna simplistische manier gereduceerd tot een volstrekt lineair gegeven. De hoofdrolspelers laten zich allemaal keurig op een rijtje plaatsen: van reactionair tot gematigd royalistisch aan de rechterzijde en van gematigd revolutionaire Girondijn tot ultra-radicale Montagnard aan de linkerzijde (met Jacques-René Hébert uiterst links en Maximillien de Robespierre een tikje meer naar rechts).
Wat de territoriale complexiteit van de Revolutie betreft, die wordt haast integraal onder de mat geveegd ten voordele van een vertelling die Frankrijk reduceert tot wat er in Parijs gebeurt. Er is uiteraard ook de nodige aandacht over de ontsnapping van de Koning naar Varennes en daarnaast besteedt Op de Beeck, zijn Nederlandse en Vlaamse publiek indachtig, ook aanzienlijk wat bladzijden aan de Brabantse Omwenteling in de zogenaamde Oostenrijkse Nederlanden maar u begrijpt wat ik bedoel: naar inzichten in hoe de Revolutie gestalte kreeg in de verschillende regio’s en departementen van Frankrijk of in waarom de Revolutionairen het überhaupt nodig vonden om het grondgebied in nieuwe departementen in te delen moet u in De Franse Revolutie niet op zoek gaan. In Op de Beeck’s vertelling wordt de Revolutie herleid tot een buitenmaatse paleisintrige waar een paar tientallen grote namen hun stempel op hebben gedrukt. Uiteraard klopt het dat de “Revolutie (…) zoals alle grote maatschappelijke bewegingen niet louter een kwestie van geopolitieke schema’s of macro-economie [is]” en dat het “vooral (…) mensen [zijn] die de geschiedenis maken.” Je hoeft echter geen marxist of zelfs maar een structureel historicus zoals Febvre, Bloch of Braudel te zijn, om van een hedendaags historisch werk een ernstige poging tot socio-economische, territoriale en ideologische duiding en contextualisering te verwachten.
Ook de manier waarop Op de Beeck met het bronnenmateriaal omgaat is erg problematisch. Het hoeft allicht niet te verbazen dat hij als voormalig journalist een grote interesse heeft voor ooggetuigenverslagen in de vorm van brieven, dagboeken, mémoires, etc. Op zich is daar uiteraard niets mis mee, maar Op de Beeck neemt ze wel heel gretig voor waar aan, vooral dan wanneer ze kleur toevoegen aan zijn vertelling.
Nog een laatste kritische bemerking over de gehanteerde verteltechniek. Op de Beeck laat het verhaal van de Revolutie vertellen door één van de hoofdrolspelers: François Robert, de Luikse advocaat die het zal schoppen tot naaste medewerker van Danton. Een keuze die hij in het voorwoord verdedigt door, verwijzend naar Victor Hugo, te opperen dat die hem de kans geeft te vermijden dat de stijl van de vertelling “zo sober wordt dat hij ontoonbaar wordt van magerte.” Voor mij had het niet gemoeten, maar soit, waarom ook niet? Waar ik me dan wel aan stoorde is dat Op de Beeck het intra-diëgetische vertelperspectief van François Robert niet consequent volhoudt doorheen het boek, maar erg vaak inruilt voor een auctorieel vertelstandpunt. Neem bijvoorbeeld de twee onderstaande passages, lukraak gekozen uit vele anderen uit een boek van meer dan 500 blz.: klinken ze werkelijk alsof Robert zelf aan het woord is?
“Nog zo’n getuigenis is die van graaf de Seneffe, een Belg uit Brussel. Hij was een van de geldschieters die hadden geleend aan het failliete Franse koninkrijk. Tot op dat moment leefde Seneffe het leven van een rijke aristocraat. Hij had een chique maîtresse, bezat aandelen en vastgoed en had de allures van een welgestelde Parijse aristocraat. Maar nu dienden zich de zorgen aan. Op 7 augustus schreef de graaf vanuit Parijs aan zijn zus, de Gravin de Gontreuil in Leuven, etc. etc.”
“Zoals altijd het geval was bij een toespraak van Robespierre, was ook deze weer leerrijk. De man deed nooit lichtvaardige uitspraken. Wat hij gezegd had over de septembermoorden verried de synthese van zijn denken. Het was de inzet van de strijd tussen girondijnen en montagnards. Dat conflict raakte de essentie van wat de revolutie moest zijn, en had zeer diepe gronden. Het sproot voort uit twee fundamenteel tegenstrijdige ethische concepten. De girondijnse visie hield er rekening mee dat de mens onvolmaakt was, etc. etc.”
Mij klinkt het alvast meer alsof Op de Beeck hier de eigen verteller is vergeten en in eigen naam spreekt, niet? Ik vond het vaak ergerlijk wanneer dat gebeurde.
Laat u deze twee boeken dan beter links liggen? Dat hangt ervan af waar u naar op zoek bent. Ernstige wetenschappelijke werken zijn dit zeer zeker niet. Wil u echter, op uw vakantiebestemming of ’s avonds bij de kachel, een razend spannend en “op waar gebeurde feiten”-gebaseerd verhaal lezen over wat er zich in Parijs afspeelde tussen 1789 en 1799? Heeft u heimwee naar hoe uw voormalige geschiedenisleerkracht in de middelbare school de klas wist te boeien met sappige verhalen over echt historische figuren? In dat geval zijn dit echte aanraders. Want, net als mijn voormalige geschiedenisleraar in Anderlecht (mijnheer Nauwelaerts, als u dit leest, ik weet nog alles wat u ons leerde over Savonarola, Raspoetin en de vele anderen) weet ook Op de Beeck kleur te geven aan de geschiedenis door levendige beschrijvingen, sappige anecdotes, goedgekozen citaten en talrijke cliffhangers. Het maakt dat je als lezer door deze samen meer dan duizend pagina’s tellende turven raast en je je geen seconde verveelt.
Een mens leeft niet van havermout, quinoa en hazelnoten alleen. Af en toe een pak friet met mayonaise moet kunnen.
Een stukje geschiedenis dat op een heel boeiende manier is geschreven ! Ook om de geschiedenis van België een beetje beter te begrijpen is dit een aanrader. Het is hallucinant te lezen welke gruwelijkheden onze voorvaderen hebben moeten doorstaan in een wereld waar vrijheid en gelijkheid werden gepredikt !
Boeiend vervolg op het eerste deel dat de evolutie van de Revolutie schetst vanaf de Terreur tot de ondergang met de machtsgreep van Napoleon. Zeker onder de Terreur blijft er van de idealen égalité, fraternite en liberté niet veel over. Corruptie en machtsmisbruik halen het van de idealen. Robespierre en zijn aanhang zochten hun voorbeeld in Sparta: ijzeren discipline, verstarring, zelfopoffering, puritanisme en dat alles gecontroleerd door een autoritair regime. Zeden en gebruiken moesten gezuiverd worden. Pers en theater waren de eerste plaatsen waar zulks diende te gebeuren. Geen vrijheid van meningsuiting. Jaren van revolutie hadden de rijken alleen maar rijker gemaakt en de armen alleen maar armer. De scheiding der machten verdwijnt: Het tribunal Revolutionaire was oorspronkelijk bedacht door de Conventie om tegenstanders van de revolutie te straffen. Nu groeide het tot een instrument om politieke rivalen uit te schakelen. Het volk wist zich na zes jaar revolutie voortaan ongewenst in de politiek. Het diende zichzelf te beschouwen als een ontwrichtend, onwetend en gewelddadig element, waarvan voortdurend dreiging uitging omdat het zich mengde in zaken waar het niets van af wist, en meningen wilde ventileren die zijn petje te boven gingen. Het directoire slaagde er evenmin in om voor politieke stabiliteit te zorgen. Uiteindelijk komt Napoleon aan de macht en hij brengt een dictatuur. Ondanks de negatieve aspecten van de Franse Revolutie mogen we toch niet vergeten dat ze tal van positieve resultaten had: : bijstand voor ongehuwde moeders, kosteloos onderwijs, afschaffen slavernij, scheiding kerk en staat,... Het boek is niet alleen interessant voor het beeld van de Franse Revolutie maar de gelijkenissen met de huidige politieke toestand in binnen- en buitenland zijn treffend ( bv de bestorming van het Capitool, waar je vele elementen van de Franse Revolutie in herkent.) Ten slotte verdient ook de heldere stijl van Johan Op de Beeck een dikke pluim.
In het tweede boek over de Franse Revolutie van Johan Op de Beeck gaan we verder met onze gids François Robert.
Langzaamaan begint de Franse Revolutie te verglijden naar de Terreur, een machine die meedogenloos iedereen vermaalt. Door de ogen van François Robert kunnen we duidelijk zien hoe de eerste republiek voortdurend onder spanning staat door (soms ingebeelde) bedreigingen van binnen- en buitenaf.
Net als deel 1 is dit boek beklijvend geschreven. Hoewel ik bij de start van boek 1 mijn vragen stelde bij een 'subjectieve' geschiedschrijving vanuit het standpunt van François Robert, heeft Op de Beeck mij kunnen overtuigen dat dit een goede keuze was. Door de Franse Revolutie te beleven door de ogen van een overtuigd republikein die deel uitmaakte van de revolutie en de bloedige gevolgen ervan, komt het toch dichter bij de lezer en heeft het relaas een iets emotionelere impact.
Een mooi vervolg op het eerste deel. Door het verhaal te vertellen vanuit het gezichtspunt van een ooggetuige die er dichtbij stond krijg je het gevoel dat je echt in de gebeurtenissen staat. Dat maakt het makkelijk leesbaar en meeslepend. Fascinerend om te lezen hoe de revolutie ontspoort. Verder in de zwarte terreur onder Robespierre en later in de witte terreur na zijn executie. De vrijheid die ontstond na de revolutie na eeuwen van onderdrukking was moeilijk om te zetten in een stabiel nieuw systeem. Inmiddels kennen we dat al democratie maar pas na eerst Napoleon en later de restauratie Louis Philippe werd pas in 1830 de weg van vrijheid opnieuw ingezet om toen weer Napoleon III aan de macht te zien waarna na de Duits (Pruissisch) Franse oorlog 1870/1 de weg naar een stabiel systeem pas werd gevonden. Dus bijna 100 jaar na de revolutie. Transities duren lang, zitten we nu weer in zo’n fase ?
Ook in dit tweede deel laat Johan Op de Beeck ons het vervolg en het einde van de Franse Revolutie zien door de ogen van François Robert, een hoofdrolspeler die een verwrongen relatie onderhoudt met de ideeën en de protagonisten van de revolutie. Daardoor is hij ook de uitgelezen figuur om een kritische, genuanceerde blik te werpen op deze bewogen periode die blijvende impact zou hebben, niet alleen op de Franse, maar op de hele West-Europese samenleving.
In wat opnieuw leest als een historische roman, zien we hoe Napoleon Bonaparte gaandeweg eerst de militaire en nadien ook de politieke macht naar zich toe trekt. Hij zal een einde maken aan de Franse Revolutie, een slang die zichzelf te vaak in de staart bleek te bijten. Maar niettemin zijn de gevolgen niet te overschatten: mensenrechten, democratie, kiesrecht, het zijn ideeën die bleven leven en een eeuw later alsnog in heel We
Worthy sequel to the first volume. As the title suggests it covers the rise and downfall of Robespierre and the subsequent rise of Napoleon. All as seen through the eyes of Francois Robert. It also covers the annexation of Belgium and the conquest of The Netherlands. Wonderfully written and highly engaging.
Ladies and gentlemen! (Here comes the General!) The moment you've been waiting for!(Here comes the General!) The pride of Corsica ! (Here comes the General!) Yo, it's Napoleon!
Opnieuw een wervelend geschreven geschiedenis over een zeer belangrijke periode in de geschiedenis van West-Europa die, laat ons eerlijk zijn, totaal anders had kunnen verlopen. De geschiedenis heeft ons getoond dat elders en in andere tijden revoluties totaal anders kunnen uitpakken.