'Wat is het toch heerlijk om te zijn zoals wij,' zegt Fräser tegen Ronald. 'Ik bedoel: jong, knap, bedroefd en totaal verliteratuurd.' 'Ik ook van jou' is het verhaal van twee blakende jonge schrijvers die op stel en sprong naar de Dordogne zijn gereisd voor een, zoals Fräser het noemt, 'grote queeste naar literatuur en seks'. Verweven in deze met onbevangenheid beschreven, vrolijke kanotocht is het aangrijpende verhaal over de fatale liefde van Ronald voor de mysterieuze Reza. 'Ik ook van jou' is een boek over macht en onmacht, trouw en ontrouw, liefde en literatuur.
Dit was nog eens een aangename verrassing. Het afgelopen jaar las ik een heel aantal Nederlandse romans uit de jaren ’80 en na dat gezeik en geouwehoer (met alle respect voor Brouwers, wat minder voor A.F.Th van der Heijden en Leon De Winter) was dit boek echt wel een verfrissing. Dat komt vooral door de luchtige interactie tussen de hoofdfiguren: twee jonge mannen, allebei would be-schrijvers die het doffe Nederland ontvluchten en een weekje doorbrengen aan de Dordogne in Frankrijk. Op het eerste gezicht lijken het wel losgelaten jonge honden en als pubers gefixeerd op ongelimiteerde seks. Maar bij nader inzien worstelt de ene, Fräser vooral met een vitalistische drang naar leven en een obsessie die om te zetten in literatuur, terwijl de andere, Ronald (en de eigenlijke auteur van het boek) maar niet loskomt van een afgesprongen relatie met een ziekelijk jaloers meisje; en ook hij probeert daar literair mee in het reine te komen.
De tekst springt voortdurend heen en weer tussen heden en verleden en is een spervuur van mijmeringen en verzuchtingen over leven, liefde en literatuur, met opvallend veel en vrij expliciet beschreven seksscènes. De overheersende toon is grillig, soms wat drammerig, soms puberaal, vaak briljant, vaak ook absurd-excessief, maar de interactie tussen de extraverte Fräser en de tobberige Ronald houdt het geheel goed samen.
Een echt groot verhaal zit er zeker niet in, maar de frisse vitaliteit die het boek uitstraalt, kan toch bekoren. Met uitzondering dan van het ontgoochelend kleffe slot, daar toont Giphart dat dit boek nog maar zijn debuut is. (2.5 sterren)
Wat een leuke tijd waren de jaren 90 toch – toen je een literaire bestseller kon schrijven door af en toe een citaat van Bloem, Elsschot of Nijhoff tussen de vele puberale seksfantasieën te plaatsen.
Ik vrees echter dat ik deze vorm van literatuurpopularisering een beetje ontgroeid ben; en (met de enkele, weinig enthousiaste mondelingen die ik hier recentelijk over had in het achterhoofd) is de jeugd van tegenwoordig met mij meegegroeid.
Giphart blijft echter een sterke stilist, zelfs al komt menig alinea neer op een lange opsomming van piemelsynoniemen. En er zit een effectief contrast tussen enerzijds het zorgeloos vakantievrijen en anderzijds de steeds meer opdringende flashbacks aan de obsessief jaloerse Reza, die duidelijk maken dat een conflictvrije relatie net zo min mogelijk is als de volledig gelukkige literatuur die Fräser ambieert.
Aan de andere kant geeft de oppervlakkigheid waarmee vakantieliefdes Silke en Nadine beschreven worden nou niet echt de indruk dat jonge Giphart bezig was met gelaagde vrouwelijke personages. En ik dacht toch echt dat het in de jaren 90 niet meer echt normaal was om zo casual het n-woord te gebruiken (los daarvan is het echt niet nodig om elke drie regels iemand huidskleur te benoemen).
Overigens goed om te zien dat Giphart in zijn middelbare leeftijd ook is meegegroeid, door zijn frustraties over "pain de stock" tegenwoordig te verwerken in een serie kookcolumns in het AD.
Leuk boek hoor. Wel kreeg ik het gevoel alsof ik een beetje de hele tijd dezelfde scéne aan het lezen ben en of het nou echt ergens heengaat:
Jongen wordt, vergezeld door zijn gevatte en snuggere vriend, verliefd op een meid in Frankrijk, terwijl hij in zijn achterhoofd maar bezig blijft met zijn vorige relatie. Met zo’n plot moet je het vaak wel een beetje hebben van de schrijfstijl, en die vond ik wel op z’n plek. Erg vermakelijk geschreven, leuk, grappig. Goed, over het verhaal valt niet zoveel origineels te zeggen, maar het sloeg wel aan! (Het slaat wel aan Het slaat niet aan Het slaat om
Het boek Ik ook van jou is deels fictie deels autobiografisch. Ik lees normaal nooit autobiografieën en ik denk dat het boek mij daarom ook niet aansprak. Terwijl ik dit boek las keek ik er elke keer weer naar uit om het boek weg te leggen en ik heb er daarom ook best lang over gedaan. Ik verhaal was oppervlakkig en er gebeurde weinig. Ook de schrijfstijl van Ronald Griphart is niet mijn ding. Ik vond het moeilijk om te lezen en dit is dus ook een reden dat ik het verhaal zelf ook niet leuk vond.
Meer dan 25 jaar geleden las ik "Giph" (1993) van Ronald Giphart en ik herinner me alleen dat het me verschrikkelijk tegenviel. Daarom duurde het tot 2021 dat ik zijn alom geroemde debuut "Ik ook van jou" uit 1992 las. En kijk, het viel me best mee. Het kan de tijdgeest zijn, die nu bijna 30 jaar later bijna op een documentaire manier tot mij komt bij 't lezen van die roman, met veel seks, veel puberaal geouwehoer over literatuur, met seksisme en racisme dat nu niemand meer zou durven schrijven (Hij neukt de mooiste negerin van de wereld). Ik las niet alleen een boek, ik las ook een tekst van iemand die bezeten is om de literaire bühne te bestormen en dat met aandoenlijk enthousiasme en sturm und drang doet, dat het nu, met zoveel jaar afstand meer document dan literatuur wordt. En toch nog best onderhoudend en genietbaar en bij momenten verdomd goed geschreven, als in een delirium. was ik een saaie vent of een preutse en ouwerwetse zak, in 1993?
Seks, seks en nog meer seks. Ik hoopte op een verrassend einde, zoals ik Ronald Giphart ken van Phileine zegt sorry. Maar helaas… ik heb gelachen om de twee hoofdpersonages Ronald en Fräser, twee (wannabe) literaire schrijvers die samen op kanovakantie gaan in Frankrijk. Hun partners laten ze achter in Nederland en al gaandeweg ontmoeten ze twee andere vrouwen op het water. Ronalds fatale ex Resa en vooral hun seks wordt uitvoerig beschreven. Gewoon een prima boek, maar niet om over naar huis te schrijven.
Boek vanuit het perspectief van 2 vreselijk nare, verwaande jongens. De soort die geil worden van hun eigen zogenaamde 'intellectualiteit' waar nooit echt diepgang in zit. Zo 'hebben ze het uren over de zin van het leven' zonder dat er iets inhoudelijks geschreven wordt over de zin van het leven. Ze vinden zichzelf ontzettend interessant, maar vrouwen zijn natuurlijk alleen maar interessant voor de sex. Uiteraard kunnen dit soort karakters in elk boek voorkomen en en als die goed geschreven zijn kan ik dat vaak juist waarderen. Het ding is, dat ik het idee heb dat deze karakters 'serieus' geschreven zijn met het idee dat de lezer sympathie voor ze zou moeten hebben. Misschien omdat de hoofdpersoon dezelfde naam heeft als de auteur en hij ook een debuutroman schrijft?
Toch heeft dit boek me in de tweede helft echt gepakt. Dit kwam vooral omdat het karakter Reza zich begon te ontwikkelen. Voor haar krijgt dit boek 3 sterren.
Ik was na het vorige boek toe aan fictie en deze had ik een tijd terug op zolder van Ingo's gebouw gevonden. Vond het een beetje een elitair en seksistisch boek. En nogal male gazig. En het gaat eigenlijk alleen maar over seks, wat niet erg is, maar op deze manier?? idk. Op zich wel vermakelijk en het leest wel vlot weg.
‘…Ik vind: de literatuur is een jongens- en meisjesspelletje. Schrijven is lekker pielen en kutten, ravotten, stoeien, frisbeeën; de literatuur is een speeltuin. Verdomd. Ik geloof dat ik eruit ben, jongen: de literatuur is een speeltuin.’
Heeft veel te maken met plaats en tijd van lezen: 1995 onder een boom in Cederbergen, Zuid-Afrika. In een middag met lokale biertjes, terwijl ik met Manu op “roadtrip” ben door zuidelijk Afrika. Onvergetelijk en het boek daarom ook.
Ik denk dat ik dit boek in de jaren ‘80 een hogere rating zou hebben gegeven, want indertijd was ik een vrij grote fan van Giphart. Maar nu voelt het boek outdated en ben je al vrij snel moe van de Giphart stijl. Ook hoop je dat er toch nog een ander dan het onvermijdelijke einde volgt, maar dat gebeurt dus niet. Het is niet slecht, maar ik zou andere boeken van Giphart aanraden.
Wat een vreselijk inhoudsloos, vunzig boek! Het gaat werkelijk nergens over en het lijkt de schrijvers in spe een sport om zoveel mogelijk seks, vulgariteit en onsmakelijkheden op een pagina te proppen. Ik werd er kotsmisselijk van Zogenaamd humoristisch maar ik kon de humor er niet van inzien. Ik heb het uitgelezen maar met tegenzin. Het stond al jaren bij mij in de kast maar had nooit zin om eraan te beginnen. Misschien ben ik er nu te oude voor en had ik er in mijn jonge jaren eraan moeten beginnen. Echt waardeloos!
Dit boek hoort enorm bij het begin van mijn studententijd, mijn eerste grote liefde en het ontdekken van wat ik überhaupt wilde gaan doen. Het was een vlot geschreven boek vol branie, zelfspot en ironie. Nu ik het boek twintig jaar later weer lees word ik nostalgisch. Ergens raakt het me minder dan toen ik (net als de hoofdpersonen) begin twintig was. Maar ik begrijp wel direct waarom ik het destijds fantastisch vond.
In de reekst 'beste debuutromans' van een krant verscheen 'Ik ook van jou'. Ik kan kort zijn, hij vat het namelijk zelf mooi samen op p 102: "Je hoeft niet voortdurend te proberen het beste te schrijven wat er ooit geschreven is."
Deze poging druipt van iedere pagina af, waardoor het iets zielig krijgt en hij - jammer genoeg - zijn eigen schrikbeeld tot waarheid maakt.
Ik ook van jou vertelt het verhaal van Ronald, een 24-jarige letterkundestudent, die samen met zijn vriend Fräser op vakantie gaat naar de Dordogne in Frankrijk. De reis is een combinatie van een vriendschappelijke roadtrip, een zoektocht naar liefde en literatuur, én een poging van Ronald om zijn relatiebreuk met zijn ex Reza te verwerken. Reza was een complexe, psychisch instabiele vrouw die hem achterliet met verwarring, pijn en inspiratie voor een roman.
Tijdens hun reis ontmoeten Ronald en Fräser twee meisjes: Nadine en Silke. Nadine is een blondine die meteen Fräsers aandacht trekt. Silke is opvallender: een Oegandees-Chinees meisje, opgegroeid in een Duits pleeggezin, met wie Ronald meteen een bijzondere klik voelt. Ze is scherpzinnig, open en anders dan de vrouwen die Ronald eerder kende – inclusief Reza. De twee jongens raken betrokken bij de meisjes, dineren samen, dansen op een dorpsfeest, en brengen uiteindelijk de nacht met hen door. Ronald en Silke beleven een nacht vol intimiteit, lichamelijkheid en connectie – maar zonder penetratie. Deze “no neujking”-nacht staat symbool voor iets diepers dan een vluchtige vakantieliefde. Het is teder, respectvol, speels en echt. Toch blijft Ronald worstelen met Reza’s geest, die hem blijft achtervolgen via herinneringen en flashbacks. Zelfs in de armen van Silke denkt hij nog aan haar. Pas wanneer hij onderweg terug naar Nederland hoort dat er “iets” met Reza aan de hand is, maar er uiteindelijk voor kiest om terug te keren naar Silke in plaats van zich opnieuw te laten meeslepen door zijn verleden, maakt hij een persoonlijke doorbraak. Hij vindt haar terug op een muziekfestival, en als Silke vraagt hoe je “ik hou van jou” zegt in het Nederlands, antwoordt Ronald: “Ik ook van jou.”
Het boek is vol tegenstellingen: licht en zwaar, speels en pijnlijk, seksueel en filosofisch. Ronald Giphart schrijft met vaart, humor en emotionele eerlijkheid over volwassen worden, liefdesverlies en de constante verleiding van het verleden.
Ronald, de hoofdpersoon en ik-verteller, is een passieve maar observatie-rijke figuur. Hij denkt veel, wikt en weegt, maar doet weinig – tot het eind. Zijn vriendschap met Fräser, zijn verwerking van Reza, en zijn langzaam ontluikende band met Silke vormen de drie belangrijkste verhaallijnen. De roman zit vol scherpe dialogen over literatuur, schrijverschap, seks en liefde, vaak met zelfspot en ironie gebracht.
Silke is daarbij geen bijfiguur, maar ook geen klassieke hoofdrol. Ze is meer dan een vakantieliefde: ze vertegenwoordigt rust, warmte en normaliteit in contrast met de chaos die Reza vertegenwoordigde. In de korte tijd dat Ronald haar kent, leert hij meer over zichzelf dan in zijn hele relatie met Reza. Silke is intelligent, open en respectvol. Ze trekt Ronald niet mee in drama, maar nodigt hem uit tot contact – op haar voorwaarden.
De stijl van het boek is speels en soms grillig. Giphart gebruikt fragmentatie, losse gedachten, zelfbedachte woorden en experimentele zinsbouw. Het voelt persoonlijk en direct – alsof je Ronalds dagboek leest. Die stijl past goed bij het onderwerp: een innerlijke zoektocht vol verwarring en verlangen.
Het boek gaat over liefde, literatuur en volwassen worden. De balans tussen ernst en luchtigheid is goed gevonden, en Gipharts stijl is vlot maar niet oppervlakkig. Ronald is een geloofwaardige hoofdpersoon, met wie je kunt meeleven en soms ook mee kunt worstelen. Silke vormt een verrassend mooi tegenwicht: rustig, warm en ontwapenend. De roman eindigt niet groots of dramatisch, maar juist klein en intiem – precies passend bij de toon van het boek.
Twee jonge auteurs, Edgar en Ronald, vertrekken hals over kop naar Frankrijk, voor een "grote queeste naar literatuur en seks". Ronald vertelt uitgebreid over het verblijf in de Dordogne, waar het tweetal besluit een kanotocht te maken. Tijdens deze tocht komen de heren in contact met twee studentes. Het verhaal zit ook vol met flashbacks. Ronald denkt steeds terug aan de hartstochtelijke relatie die hij heeft gehad met de onberekenbare Reza.
De verhaallijn kon mij helaas nauwelijks boeien. Het verslag van een vakantie is eigenlijk per definitie saai voor een buitenstaander. De auteur probeert het verhaal flink op te kloppen door de nadruk te leggen op Ronalds seksuele belevenissen en ervaringen. Wat dat betreft geldt: overdaad schaadt. Juist omdat seksualiteit een uiterst delicaat onderwerp is, slaat de auteur de plank mis met zijn opeenstapeling van banaliteiten.
De manier waarop de auteur Reza karakteriseert, ervaar ik ook als te extreem. Zo is zij onder meer ziekelijk jaloers, wispelturig, onredelijk, egocentrisch, opvliegend, paranoïde, verslaafd aan seks en ontrouw. Ze kampt met een minderwaardigheidscomplex, gebruikt volop drank en drugs en doet ook nog eens aan automutilatie.
Een pluspunt is dat het boek vol humor zit. Ook heeft de auteur een vlotte, creatieve schrijfstijl. Toch geldt helaas ook hier weer: overdaad schaadt. De auteur doet zo krampachtig zijn best om voortdurend creatief, spitsvondig, modern en flitsend over te komen, dat de tekst vaak rommelig aandoet. De vele losse kreten komen de leesbaarheid niet ten goede.
Dubbele gevoelens na dit boek. Aan de ene kant schrijft Giphard ontroerend mooi over de schoonheid van het leven, het jong zijn, verliefd zijn, het schrijven over al deze dingen - en dat doet hij op een intelligente, niet-pretentieuze manier die zeker bij lezers vooraan de twintig binnenkomt, denk ik. Zijn schrijfstijl is voor het grootste deel toegankelijk, met een zeldzaam literair gevoel voor humor. Aan de andere kant vervalt hij in zijn beschrijvingen van de ‚eenmaking van liefde en geluk‘ al rap in platte seksscènes die ongeveer halverwege het boek alle inlevingsvermogen wegnemen bij de lezer. Het wordt nogal een wansmakelijk vleselijk en onpersoonlijk boeltje. Nu had ik deze evolutie best kunnen waarderen indien de slotscène niet opeens zo walgelijk romantisch-dramatisch was - iets dat ik opnieuw wel had kùnnen waarderen (als hoogtepunt van jeugdige naïviteit, zoiets?) indien hij niet net 50 pagina’s lang alle liefdevolle lichamelijkheid had platgeneukt met pervers puberend gegeil. Vier sterren tot ik de eindscène las, die is er nog net geen twee waard.
Ik weet niet zo goed wat ik van dit boek moet vinden. Het ging over literatuur, geluk en liefde, de laatste twee door één van de twee hoofdpersonen, Edgar Fräser, samengevoegd tot seks. En er zat me wat seks in het boek. Heel veel seks.
De literaire passages vond ik wel interessant, omdat ik zelf schrijf (de laatste keer dat ik wat geschreven heb, is alweer maanden geleden, maar ik probeer het). Ik herkende mezelf er deels in. Een opmerking die Fräser maakte en die ik het benoemen zeker waard vind: "Wetenschappers lezen overal onbedoelde dingen en verbanden die er niet staan." Dit deed me denken aan hoe we in sommige lessen Nederlands teksten en hun analyses lezen. Dat vind ik zo vaak de grootste onzin. Als ik zelf iets schrijf, zitten al die dingen en verbanden er echt niet in. Maar dat kan aan mij liggen.
Het wisselen van het nu naar het verleden en weer terug was op zich wel duidelijk doordat de passages van het nu in de tegenwoordige tijd geschreven waren en de passages van het verleden in de verleden tijd. Desondanks volgden de wisselingen elkaar wel heel snel op, waardoor het soms wat onduidelijk was. Verder stonden er voor sommige alinea's dingen tussen haakjes, die ik soms niet helemaal snapte.
Daarbij volgde ik de plot niet helemaal en vraag ik me af of die er überhaupt in zit. Wat was nou de bedoeling van de schrijver met dit boek, wat hebben de personages nou bereikt in al die bladzijden?
Pas op de laatste twintig, dertig pagina's werd duidelijk dat Reza aan automutilatie deed. Aan de ene kant begrijp ik wel waarom dit dan pas aan bod komt, aan de andere kant snap ik het totaal niet. Misschien heeft de schrijver dit gedaan, opdat de lezer zich gedurende de eerste zoveel pagina's afvraagt waarom de hoofdpersoon Ronald zolang bij Reza blijft en is gebleven. Ergens is het interessant en indringend om gebeurtenissen vanuit het perspectief van iemand die zo close is met iemand die aan zelfverminking doet te lezen. Meestal wordt er namelijk niet aan deze mensen gedacht, wordt er alleen gedacht aan de persoon die aan zelfbeschadiging doet. Hier had de schrijver wel iets meer mee kunnen doen, maar dan was het boek heel anders geworden en had de schrijver de reis die de hoofdpersonages maken niet kunnen beschrijven, denk ik. En de lezer zou het boek toch heel anders lezen als hij vanaf het begin wist dat Reza aan automutilatie deed.
Het einde vond ik vrij abrupt. Nu weet de lezer niet wat er precies met Reza is gebeurd, kan hij er alleen naar gissen. Ook is open gelaten wat er met Fräser en Samarinde gebeurd. Dit laatste kan ik me op zich nog wel voorstellen, daar lag de focus niet op en dit is nog wel iets dat open kon worden gelaten. Uit hoe en wat de hoofdpersoon Ronald denkt, zou je op kunnen maken dat Reza zelfmoord heeft proberen te plegen, maar dit wordt niet duidelijk. Ook ontbrak er voor mijn gevoel wat bij de passage waarin Ronald zijn hele kamer onder het bloed vindt. Zoiets kan toch niet onopgemerkt zijn gebleven bij hun huisgenoten? En wat is er toen met Reza gebeurd, waar was ze toen? Een hele kamer vol bloed klinkt mijns inziens namelijk vrij ernstig.
Al met al was het een redelijk vaag boek. Ik heb toch wel regelmatig gelachen om passages, waar ik op andere momenten mijn hand naar mijn voorhoofd bracht en me aan het afvragen was wat ik in vredesnaam aan het lezen was. Vanwege de vele seksuele uitingen, hoop ik dat mijn Nederlands docente niet of niet teveel in zal gaan op dit boek, aangezien het dan redelijk awkward kan worden.
This entire review has been hidden because of spoilers.