Morengaroe leeft in de hooglanden van Centraal-Afrika, waar hij geboren is als kind van een Massai-herder en een Kikoejoe-boerin. Door zijn gemengde bloed voor het leven een buitenbeentje, rebelleert hij tegen beide samenlevingen, totdat hij verbannen wordt. In de eenzaamheid van de woestijn krijgt hij te maken met de baviaan. De omstandigheden dwingen hem het groepsleven van deze hond-aap te delen en tenslotte zelfs de rol van bavianenleider op zich te nemen. Allengs ondervindt hij genadeloos aan den lijve dat hij wel degelijk een mens is en daarom moet terugkeren om zich, hoe dan ook, onder de mensen waar te maken.
De editie die ik las is een exemplaar uit 1982; het is ouder dan ik ben. Dat vond ik al een bijzonder begin met deze klassieker binnen het genre ‘Dierenverhalen’.
De bavianenkoning is een verhaal over de jongen Morengároe; half Kikoejoe, half Masai. Het speelt zich af op de uitgestrekte vlaktes van Tanzania. Door zijn gemengde afkomst voelt hij zich nergens echt thuis en heeft hij het gevoel door niemand voor ‘vol’ aan te worden gezien. Dit ondanks zijn befaamde talent, dat resulteerde in een kostbaar bezit van maar liefst twee koeien. Zijn angst voor uitsluiting wordt werkelijkheid wanneer de wijze mannen van het dorp zich uitspreken over de dood van een zoon waarbij Morengároe als dader wordt aangemerkt. Dit resulteert in verbanning; hem wordt de toegang tot het dorp ontzegd en zijn koeien worden hem afgenomen. Het boek gaat over eenzaamheid, verlatenheid, trots, maar ook over vriendschap. Symbolisch spreekt hij met zijn vrienden af dat ze elkaar snel weer zullen zien. Morengároes trots (een kenmerk van de Masai) blijkt uit zijn besluit te vertrekken en een leven in eenzaamheid te verkiezen boven het vragen om vergiffenis. Zijn verdere leven kenmerkt zich door de noodzaak tot zelfbewijs, bijvoorbeeld wanneer zijn superioriteit wordt beproefd in een aanval door een bavianenkolonie. Dit resulteert voor hem in een glorieuze, maar ongevraagde rol van bavianenkoning. Het instinct tot zelfbehoud komt duidelijk naar voren evenals een onbetwiste overlevingsdrang en levenslust. Er wordt beschreven hoe instincten hervonden worden wanneer moderne middelen en gewoontes wegvallen. Zo wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan de ‘schrikseconde’; het moment dat bavianen instinctief aanvoelen dat er iets niet in de haak is, zonder dat daarvoor een aanwijsbare reden is. Hoewel de bavianen Morengároes leven binnenkomen als ‘vijand’, redden ze in latere stadia zijn leven door hem in te groep op te nemen als hoogte in rangorde. Dierenverhalen kenmerken zich vaak door menselijke eigenschappen toe te dichten aan de dieren in het boek, dat is hier niet het geval. Het natuurlijke gedrag van de bavianen wordt door de schrijver gedetailleerd beschreven en geanalyseerd, omdat de hoofdpersoon afhankelijk is van de acceptatie door de kolonie. Het accent ligt op de (observatie van de) dierenwereld (Coillie (2007) p. 262, maar kenmerkt ook de samenwerking tussen mens en dier. Hoewel ze elkaar niet feilloos aanvoelen ontstaat er toch een bijzondere band, dat uiteindelijk resulteert in de dood van de aartsvijand, te danken aan de sublieme samenwerking.
Mede doordat ik bekend ben met de locatie en de beschreven stammen, sprak het boek me aan, hoewel ook ik het soms wel erg beschrijvend en ‘ver van mijn bed’ vond. De combinatie van het informatieve aspect (zowel met betrekking tot de culturen als tot de dieren), de lange spanningsopbouw en een gebrek aan humor en toevoegingen van herkenbare situaties zullen denk ik belemmerend werken voor jonge lezers. Het avontuur en ‘het onbekende’ zullen hen daarentegen wellicht aanspreken.
De eerste keer dat ik dit boek las, zou ik waarschijnlijk (bijna?) 5 sterren hebben gegegeven. Dat was op de lagere school en vermoedelijk zo'n 41 jaar geleden. Ik kan begrijpen waarom het me toen aansprak en het in mijn herinnering zat vastgeschroefd.
Ook toen we jaren later in Ghana een groep bavianen way too close for comfort op enkele meters afstand. Respect en gezonde angst voor de bavianen, zoveel had ik wel geinternaliseerd.
Nu vond ik het boek traag en beschrijvend. Veel antropologie en veldbiologie zou ik zeggen, dat heeft me als kind waarschijnlijk gefascineerd, maar vond ik nu soms te traag. Prima het nog eens gelezen te hebben met mijn ogen en kennis van nu. Maar er volgt geen derde lezing.
The book The Baboon King by Anton Quintana takes you on a wild adventure of a young man in his early twenties whose mission is to trec through the forest in search of a ravenous beast. Throughout the story we look at Bravery, fear, leadership, and determination. Do you think that everything will turn out alright in the end? Read The Baboon King and find out.
We start off in the middle of the night in the first person perspective of a leopard, he's on the hunt for a delicious dinner. He knows that nearby there is a small village, a village with cows. 23 of them to be exact. The thought of that mouthwatering feast before him drives him crazy. He can't stop thinking about the moment when he takes the first bite. We continue our story throughout the forest being as quiet as possible not to make any sounds. Finally after what feels like an eternity cougar finally arrives, he's ready for a meal. He waits until the perfect moment. He pounces on the young calf bringing it to the ground. The calf gets slammed to the ground, breaking one of its back legs. The leopard sinks its fangs into the throat of the calf and finishes it off. The leopard, has obtained his meal for the night. It would return 4 more times and take the innocent lives of 3 cows and an 18 year old boy.
As you can imagine the village chiefs were not too thrilled about this leopard coming into their village and taking their cows and children. You see, in this particular village cows were a sign of wealth. The more cows that you owned the wealthier you were. The village chief, Munos decided that it would be a good idea to set guards out by the cowpens to protect them from the leopard. Well, let's just say that didn't work out too well for them. On the first night of the guards being out the leopard came and attacked the men instead of the cows. This resulted in the death of 18 year old Thuo. Munos went back to the drawing board after that little incident and decided that it would be best if he sent a prisoner into the woods to kill the leopard himself. Morengáru was the lucky chosen one. He had been sent to prison for 5 years because of an attempted murder and he stole from an older womens shop. So it seemed fitting for Mounos to send him. Now let's get one thing straight, Morengáru was not the most athletic person in the world. He didn't work out or really take much care of himself, but because of his crimes he seemed like the perfect match to go out into the wilderness and kill this evil leopard.
When Morengáru finds out that he gets to leave he is overcome by joy and he can't wait to start his expedition. He receives very minimal supplies from Munos but heads off into the woods to search for the leopard anyways. Morengáru uses the blood path of the past cows to follow where the leopard has been. He was very happy walking through the woods, until he realized. He doesn't have a bed to sleep in. Night fall was coming and he knew that he had to find somewhere to sleep. He chose to sleep in a big oak tree that he found on a hill in the forest. When he woke up “There lay the one horn” (Quintana 114). A mysterious creature that Morengáru had never seen before was right below him. It was a big elk looking animal with a horn in the center of its head. Morengáru knew that if he were to get a picture or some sort of documentation of this animal that he would become famous in his village and he wouldn't be known as “The criminal”. But he had a hard decision to make. Does he stay and track down the “One horn” or does he go and continue on the path of finding the leopard? After much consideration he decided that he was going to follow the one horn and try to get documentation of it. After following the one horn for days and days (and losing it a couple times) he realized that unfortunately the one horn was sick and was slowly dying. This was really hard for Morengáru because he had spent so much time following this creature and now it was going to die? It made no sense in his head. Now he had to continue trying to find the leopard even though he had lost all leads to where it might be.
Fast forward a little while longer into the book. Morengáru never ends up finding out where the leopard went but he does come across a group of baboons. (Hence the book name baboon king) rather violently. The tribe attacked Morengáru from the trees and from the ground. Morengáru then got into a vicious fight with the leader, Morengáru got bitten in the leg “ Morengáru weakened from the severe blood loss” ( Quintana 121). The fight resulted in Morengáru killing the leader. In the baboon tribe it must be that whoever kills the king shall become the new king. In this case it was Morengáru, so Morengáru was the new leader. It took all of the baboons in the tribe a while to comprehend that they had a leader that wasn't a baboon but they eventually warmed up to Morengáru being the leader. All throughout the book he was doing a great job working through the struggles of being the leader. He would go out and gather food for the troop, he would help build shelters, and most importantly even though he wasn't a baboon he listened to the other leaders. One of their names was Grey. Grey wasn't too sure about Morengáru taking over. He seems a little suspicious about the whole ordeal. Although the hardships that Morengáru and Grey faced were not the greatest, they still managed to work together to be great leaders of the troop. Towards the end of the book the tribe receives a special visitor and it does not go over too well for the troop. “The animal managed to vanish as silently as he had come, still carrying the baboon in his mouth.”
I really enjoyed this book. It was slow paced, but really beautiful. It was also a very interesting look at some one living between cultures. The problem was, it was on a list for middle school free reading. It would take a special middle school kid to really love this book and get through it all. We ended up pulling it from the list, but not the library collection. Because the story has a lot of facets and is so heavy on character development I think it would be better suited to teaching and reading in pieces.
Ik geloof dat ik over de auteur begon te lezen en daarin bleef steken. Net (2018) heb ik een artikel over Anton Quintana n.a.v. zijn dood in 2017 gelezen, plus het nawoord van het boek en hij blijkt een opmerkelijk leven te hebben gehad. Als tweeling geboren met een scheef gezicht (later geöpereerd), genoemd door zijn Nederlandse NSBer vader naar twee Fascistische leiders, Anton Adolf (naar Mussaert en Hitler), terwijl zijn Spaanse moeder de (knappe) broer André noemde. Hij heeft zich dus altijd buitenstaander gevoeld, tussen twee culturen, lelijk, zoon van een NSBer die zonder vader leefde (hij ging weg toen de jongens twee waren). Bovendien is zijn moeder op z'n tiende overleden zodat de vier kinderen in een weeshuis terechtkwamen,maar dit was niet de eerste keer want ze was manisch-depressief. Anton was lastig, een wegloper, en dat deed hij ook toen hij op zijn zeventiende naar een tekenexpositie in Gent mocht. Hij reisde met de trein helemaal naar Spanje en ging toen verder ter voet. Daarna reisde hij door heel Europa, maar werd in Spanje opgepakt als landloper. In de gevangenis begon hij te schrijven, om te beginnen op zijn witte overhemd, omdat hij geen papier had.
Toevallig ging zijn broer André ook gedichten schrijven, maar zat toen in een pleeggezin waar hij gestimuleerd werd om verder te leren. En ook toevallig, toen Anton eindelijk na vijf jaar zwerven terugkwam, zag hij bij het nieuws in de bioscoop dat zijn broer, André Kuyten, een literaire prijs heeft gewonnen. Trouwens, Quintana was het meisjesnaam van hun moeder, als pennaam gebruikt om verwarring met zijn broer te vermijden. Toen zijn broer zeer jong stierf (40 in 1978), werd Quintana depressief, drie jaar lang. Later heeft hij heel veel hoorspelen geschreven, meegedaan in een televisie programma over overleven in de jungle van Indonesië en nog meer boeken geschreven, o.a. Het boek van Bod Pa, winnar van de Woutertje Pietertje prijs in 1995. "Uit het niets doemde een ruiter op. Uit het niets, want hij kwam uit het noorden, waarvan iedereen wist te vertellen dat er niets was, helemaal niets." Nog een buitenbeentje, dus.
Achteraf gezien heb ik wel een aantal citaten in een briefje in het boek opgeschreven.
Ik kan de leiding van het weeshuis dit bijna horen zeggen als zijn eigen moeder depressief en opgenomen was, of na haar dood: "Hij moest maar proberen zich aan te passen. Niet teveel aan zijn moeder terugdenken, die verkommerd was in een hut van stront. Niet teveel denken aan zijn eigen bittere jeugd tussen de drinkers van bloed." (p.52)
En als je je niet helemaal op je gemak voelt, is het makkelijk een beetje paranoïde te worden: "Als er veel vrolijkheid in het dorp heerste, wist Morengároe nooit zeker of het lachen misschien hem betrof. Dat was het voornaamste reden dat hij liever op zichzelf bleef. Hij durfte eigenlijk niemand te vertrouwen. [...] Hij had min of meer vriendschap gesloten met drie mannen die stuk voor stuk vrolijke zonderlingen waren en zich evenmin als hij veel van zijn buren aantrokken." (p.54)
Morengároe voelt een verwantschap met een oude oryx met één hoorn. "De oude stier was waarschijnlijk een alleenganger, om zijn aggressiviteit door de kudde uitgestoten, gedoemd het eenzame zinloze bestaan van een banneling te leiden." (p.58) Zoals Marengároe binnenkort een banneling zal worden, uitgestoten op basis van een reflexieve aggressieve actie met tragische gevolgen. En die verbanning is gedeeltelijk geïnformeerd door een diep vooroordeel over de agressiviteit van de Massai omdat Marengároe een Massai vader heeft.
“De taal van Quintana is als een beeldhouwwerk van Michelangelo: krachtig, ontroerend en overtuigend.” (CPNB, zestig bekroonde boeken)
De bavianenkoning is een boek dat is geschreven door Anton Quintana, het boek kun je in het genre dierenverhalen plaatsen. Anton Quintana was een Nederlandse schrijver, hij heeft in Spanje in de gevangenis gezeten en daar is hij begonnen met schrijven. Anton schreef vaak horror en sciencefiction boeken/ verhalen, voor de Nederlandse televisie heeft hij geschreven en hij heeft ook een aantal jeugdboeken geschreven. De bavianenkoning is zo’n jeugdboek, dit boek heeft in 1983 de Gouden Griffel gewonnen.
De bavianenkoning gaat over een man Morengároe, hij stamt af van twee verschillende stammen. Hierdoor voelt hij zich bij geen van de twee stammen echt thuis en leidt hij zijn eigen leven. Tot hij op een dag een klusje moet klaren en weer onder de stammen komt. Twee jongens die Morengároe leert kennen halen een grap met hem uit, één van de twee jongens komt hierdoor om het leven, Morengároe krijgt hier de schuld van en hij wordt verbannen, hij staat er alleen voor en hij moet de bewoonde wereld verlaten. Hij zwerft weken rond, en dan komt een bavianenkolonie op hem af. Morengároe wordt uitgedaagd voor een gevecht, hij raakt zwaargewond bij dit gevecht en hij heeft veel tijd nodig om te herstellen. De bavianen beginnen hem als leider te zien: bavianenkoning. Morengároe leeft met de bavianen en maakt veel mee, toch begint het verlangen naar “menselijk contact” wel op te spelen…
Dierenverhalen worden vaak geschreven vanuit het perspectief van een dier, aan dit dier worden dan menselijke eigenschappen toegevoegd. Dit boek laat het tegenovergestelde zien, de mens wordt opgenomen in een dierlijke kolonie, namelijk: bavianen. Dit boek laat zien dat mens en dier samen kunnen werken maar dat een mens eigenlijk meer wil. Het begin van zo’n opname in een dierlijke groep kan natuurlijk heel leuk zijn, maar Morengároe begint zich super erg te vervelen. Elke dag hetzelfde ritme, zonder voor zijn weten met geen enkel doel. Hij gaat contact missen met mensen, bij wie kan hij zijn ei kwijt? Dit laat zien dat je als mens toch de behoefte hebt om met andere mensen te communiceren.
Het boek is geschikt voor jonge lezers, het kan ietwat ouderwets overkomen maar dit zorgt er niet voor dat het boek niet te begrijpen is. Ik vind het lastig om te bepalen of dit boek nog geschikt is voor de jonge lezers, het is wel een fictief boek dus als je het leuk vind om een kijkje te nemen in een ouderwetse compleet andere wereld dan is het zeker een aanrader. Persoonlijk ben ik er niet kapot van. Dit komt onder andere door het perspectief; er wordt niet echt vanuit een personage geschreven maar meer boven het verhaal. Maar ook de moeilijke namen vond ik vooral in het begin lastig, er worden namelijk nogal wat namen beschreven. Hierdoor ging ik lezen terwijl ik eigenlijk niet goed wist waar het over ging en dan is het lastig om er nog in te komen.
Raad ik het boek aan? Dit is natuurlijk heel erg persoonlijk. Het boek heeft natuurlijk niet voor niets een prijs gewonnen, maar je moet er wel van houden. Als je het leuk vindt om het genre dierenverhalen te lezen en het niet erg vindt dat het boek niet vanuit het ik-perspectief geschreven is, dan raad ik het boek zeker aan.
De bavianenkoning is geen dierenverhaal in de enge zin van het woord; de hoofdpersoon is geen dier. Het is Morengároe, een kind van een Massai-herder en een Kikoejoe-boerin. Morengároe is opgegroeid bij de Massai, maar voelde zich hier altijd een buitenbeentje. Nu woont hij bij de Kikoejoe, maar ook hier hoort hij er niet echt bij. Hij leeft van de jacht, terwijl de Kikoejoes leven van landbouw en veeteelt.
Morengároes leven verandert plotsklaps wanneer hij per ongeluk een Njama (een speerdrager van de KIkoejoes) doodt. Hij wordt verbannen en is gedwongen om alleen in de wildernis te gaan leven. Op een gegeven moment komt hij terecht tussen de bavianen. Hij raakt in gevecht met de bavianenkoning en doodt hem. Na een tijdje komt hij erachter dat de bavianen hem nu als nieuwe leider zien. Hij bestudeert hun gedrag aandachtig en probeert het evenwicht in de groep te bewaren. Op deze manier zorgt hij ervoor dat hij kan overleven. Hij sluit een soort vriendschap met “de Grijze”, een oude, wijze baviaan. Dan komt er een luipaard die de bavianen aanvalt en van hun zwakkeren berooft. De Grijze probeert zijn troep te beschermen, maar delft het onderspit. Morengároe is zeer geraakt door de dood van de Grijze. Hij besluit dat hij de luipaard moet gaan vangen. Hij heeft een nieuw doel. Het verhaal eindigt ermee dat de luipaard wordt gedood. Morengároe zijn taak bij de bavianen zit erop. Maar wat moet hij nu?
Het verhaal is grotendeels geschreven vanuit Morengároe. Soms zie je iets gebeuren door de ogen van een luipaard of een leeuw. Daarnaast kom je dicht bij de dieren doordat Morengároe ze heel goed bestudeerd en beschrijft. Zo lees je bijvoorbeeld op bladzijde 120 “Een luid blaffend arr-ah betekende een begroeting, dat wist hij nu zeker. Zoals een venijnig kek-kek-kek een afwijzing of een bedreiging inhield. Een langgerekt arr-ah, telkens herhaald, was een waarschuwing, vooral als het door de wachtersposten werd geuit.” Wanneer Morengároe zijn contact met de mensen heeft verloren komt hij steeds dichter bij de dieren te staan. “Het beest was in hem wakker geworden en het beest snakte vooral naar vlees - rauw, rood, warm, bloederig vlees. Het was net alsof zijn tanden scherper werden.”
Van Coillie (2007) noemt in zijn boek Leesbeesten en boekenfeesten een aantal redenen waarom auteurs dierenverhalen schrijven. Een van de redenen is dat dierenverhalen mensen of de maatschappij een spiegel kan worden voorgehouden. In dit verhaal is dit duidelijk het geval. Hoe ga je om met mensen die anders zijn? Met buitenbeentjes? In welk opzicht zijn mensen en dieren verschillend of aan elkaar gelijk? Het boek heeft hiermee duidelijk een zingevende functie.
Ook leer je door het lezen van het verhaal over andere culturen en over de dierenwereld. Een kort google-onderzoekje leert mij dat de stammen die in het boek worden beschreven daadwerkelijk bestaan en dat de beschrijvingen in het boek tenminste gedeeltelijk overeenkomen met hun daadwerkelijke leefstijl. De informatieve functie kun je in dit boek dus ook terugvinden.
Het boek is in mijn ogen niet direct een jeugdboek. In denk dat het boek best taai is voor veel jongeren, doordat het verhaal vrij ‘langzaam is’ en ver afstaat van de belevingswereld van jongeren. Toch kan het jongeren die anders zijn wellicht ook op een bijzondere manier raken.
This was an odd book. I downloaded it because supposedly it was about an African boy who got turned into a baboon and was forced to learn to live with them -- a story that would be perfect for me! But by the 38% point that still hadn't happened, and I gave up on it.
The first third of the book wasn't bad. It was "slice of life"-ish, for a boy living in an African village. The writing was nice and interesting, very descriptive, but so little happened. It was just about the boy trying to fit in. If I had had nothing else to read, I'd have stuck with it, but my To Read pile is approaching 300, so I moved on.
Voor het genre dierenverhalen heb ik dit boek gelezen. Best een aardig boek waarin je kennismaakt met de Masai en de Kikoejoe-stam in Kenia en met het leven in en van een groep bavianen. Er waren twee momenten in het boek waarin de verhaallijn een te makkelijke wending kreeg.
This book was amazing! To Start, I really liked the author's style of imagery. The author really focused on the mental images of the reader as describing Mongenaru’s fear to life. When he told us the cold during the night in the desert was amazing I really felt l was there seeing the calf paralyzed in the cage. The next thing I loved was how the authors expressed Mongenaru’s life passing through the Masai to the Kikuyu and ended with baboons. The stress he had throughout the leopard hunt made me stuck into the book trying to read further until the end. The moment he killed the nyama during in all the confusion he had when in the Kikuyu made me fell sore for Mongenaru being the dead nyama’s fault. Getting to see how Mongenaru adapted so well with the baboons like Baldy at the 4th part made me see that Mongenaru would not have a bad end but very well. Finally is how the author made me see the feelings in between lines. Mongenaru made me see a very big conflict in all of us, trying to accept but sometimes fail in things that come on our way. Kikuyu tribesmen showed me how we show others how they are inferior to us; they reflect our bad way to accept people, the opposite of the baboons in the story. This book it’s great since it made me reflect lot on how I act in life.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Morengaru is an out cast. His mother is from the Kikuyu tribe and is father is a Masai. These two tribes are about as different as you can get. The Kikuyu tribe are peaceful farmers and the Masai are hunters. Since Morengaru doesn’t really fit into either one of the tribes he eventually decides to live with his mother’s tribe. A leopard has been killing their cattle and Morengaru kills the leopard. This wins a place in the hearts of the Kikuyu. Then the unthinkable happens. A young boy playing a prank awakens Morengaru from a deep sleep. Morengaru comes face to face with the boy dressed in the leopard skin. Thinking it is the leopard he kills it only to find out too late it was the young boy. He is kicked out of the tribe. He leaves and joins a group of baboons. He learns their ways and he fights the leader to become the head of the pack. He eventually leaves the baboons and returns to the people realizing he need them. This is an interesting book, not one I normally would have picked up off of the shelf to read.
La storia di un ragazzo che vive ai limiti: non appartiene ad alcuna tribù perché è un sangue misto, non si integra col popolo in cui vive perché cacciatore in mezzo agli agricoltori, e per questo sarà scacciato, con malizia e cattiveria, da chi non ne sopporta la presenza per il proprio tornaconto.Solo, si immegerà sempre più in fondo nella natura africana, fino a condividere la vita selvaggia di una tribù di babbuini, di cui diventa fortunosamente il re.La sua eccezionale personalità riuscirà a colmare l'abisso tra uomo e animale, senza perdere l'umanità, e infatti alla tribù finirà per tornare, avendo finalmente capito che l'accettazione degli altri nasce dall'acettazione di se stessi.Un bel romanzo di avventura, scritto bene, con descrizioni della natura e della vita selvagge in Africa del massimo realismo e incanto.
The Baboon King was an interesting book and not the type of book I would typically read. The character, Morengaru, was interesting, but I felt like the book was slow-moving. Also all of the words from the different language were hard to keep up with, I found myself having to go back in the book to when the word was introduced to understand the meaning in the various passages. All in all, this book is not for everyone.
Book may be slow reading for some teenagers used to instant gratification...I really liked the book. This is a quintessential story of man as outsider whom descends into nature to find himself.
The book the Baboon King is very slow paced, but has a very interesting plot. This book is about Morengaru, an outcast who is banished by both of his tribes and goes on to live with wild baboons. This book is slow and often gets boring to read through. Morengaru goes through surviving with the baboons and also shows his life before he left his tribes. There are many moments where I have read and been attracted, but there were also many boring moments. The end is satisfying though as it becomes a revenge story.
Het boek behoort tot het genre ‘dierenverhalen’. ‘In sommige boeken slaagt de mens er zelfs in zich te laten aanvaarden door de dieren en een van hen te worden’. (Collie, 2007) Morengaroe wordt koning van een troep bavianen wanneer hij hun leider verslaat. Het gaat hier om een vriendschap met dieren. ‘Door de ogen van de dieren krijg je als lezer vaak ook een bijzondere kijk op de mens’. (Collie, 2007) Dieren kunnen iets aangeven over de menselijke gebreken. ‘geprojecteerd in dieren, zijn de emoties en spanningen beter verteerbaar’. (Collie, 2007)
Morengaroe is een zoon van een Masai-herder en een Kikoejoe-boerin en hij leeft in Afrika. Door het gemengde bloed voelt hij zich bij geen van beide samenlevingen erg thuis. Door omstandigheden wordt hij verbannen en gaat hij in de woestijn leven binnen de structuur van een bavianenkolonie. Als oermens functionerend leert hij de codes en de 'taal' van deze dieren doorgronden en weet daardoor in leven te blijven. Uiteindelijk keert hij toch weer terug naar de wereld van de mensen. Waarom wilde hij deel uitmaken van een bavianenkolonie? En hoe zal zijn leven bij de mensen verder gaan? Deze vragen zetten mij aan het denken. Het leven bij de bavianen sprak mij erg aan. De bavianen veroordelen Morengaroe niet en accepteren hem zoals hij is.
Quintana gebruikt soms moeilijke woorden en beeldende taal. Een verklarende woordenlijst is een gemis. Spannende gedeelten vol actie worden vaak afgewisseld met overpeinzingen van Morengaroe of beschrijvingen van het dagelijks leven. Quintana tekent haarfijn het karakter van Morengaroe.
Je kijkt over de schouder van Morengaroe mee naar zijn leven in het tropische oerwoud. Hij is een dappere jongen met gemengd bloed en hij voelt zich niet thuis onder de mensen. Centraal Afrika, het tropisch oerwoud, hier speelt het verhaal zich af. Motieven als de eenzaamheid, de reacties van mensen(discriminatie) en het gemengde bloed zorgen ervoor dat Morengaroe zich nergens thuis voelt en met veel moed op de vlucht gaat met zijn gevoelens.
Ik herken in het boek de ontspannende functie in het ontgelden van volwassenen. De creatieve functie in het wegdromen. De emotieve functie in het meeleven met Morengaroe. De zingevende functie in de spiegel voor houden en tot slot de esthetische functie in het woordgebruik en de beeldende taal.
Quintana wil met dit boek meegeven dat je, je nergens thuis kunt voelen als je gemengd bloed hebt. Iedereen wil ergens bij horen en zal zich moeten aanpassen om een plekje te bemachtigen. Hij heeft kritiek op het discrimineren en het niet-accepteren van de mensen. Het boek is geschikt voor kinderen vanaf 14 jaar. Zij kunnen zich door de ogen van de dieren makkelijker in de situatie verplaatsen, gevoelige onderwerpen worden minder bedreigend. Quintana schrijft over Afrika van binnenuit en neemt de lezer mee naar het hart van het tropische oerwoud.