De economische crisis, de pandemie en de klimaatcatastrofe hebben een deuk geslagen in ons (neoliberale) zelfbeeld als autonome individuen. Overal klinkt de roep om meer ‘gemeenschapszin’. Maar wat verbindt ons eigenlijk? Die vraag wordt meestal beantwoord in termen van ‘normen en waarden’ of ‘nationale identiteit’, en tegenwoordig zelfs onomwonden in termen van etniciteit of ras.
Geïnspireerd door een breed scala aan kritische denkers, vindt Thijs Lijster een alternatief in de traditie van het denken over de zogenaamde commons, of meenten. De meenten zijn gedeelde bronnen waar iedereen gebruik van kan maken zonder dat ze iemands bezit zijn. Vroeger waren dat bossen of velden, maar ook (wetenschappelijke) kennis, de openbare ruimte in de stad of het internet kunnen als zo’n meent gezien worden.
Het kapitalisme bedreigt de meenten en verandert ze steeds weer in (privé)bezit. Lijster laat zien waarom het van belang is dat we cruciale aspecten van ons leven (zoals wonen, zorgen en leren) niet als koopwaar behandelen, maar als meenten. Want zonder meenten hebben we niets gemeen.
Wat een fantastisch boek is dit zeg. De manier waarop Thijs Lijster het perspectief van de meent toepast op vrijwel alle dingen die er in ons leven toe doen was echt een eye opener voor mij.
Als iedereen dit boek nou even leest dan hebben we volgens mij al snel een stukken mooiere wereld.
Een magnifiek boek: Lijster schrijft op leesbare, toegankelijke, en vaak droogkomische manieren over de vaak complexe tegenstrijdigheden van laat-kapitalistische cultuur, en hoe deze op cruciale vlakken economische systemen in stand houden die uiteindelijk maar een heel kleine groep werkelijk dienen. Zijn voorbeelden zijn treffend gekozen, zijn uitleg van theoretische concepten is zo helder dat het vanzelfsprekend lijkt, en zijn boek geeft daarmee en passant een mooi overzicht van toonaangevende hedendaagse kritische theorie – inclusief suggesties voor praktische oplossingen voor een aantal wezenlijke problemen.
Lijster legt niet alleen goed uit wat een meent is, namelijk datgene waar we als groep mensen samen zorg voor dragen: een lap grond, een gebouw, een stuk kennis, ... Maar hij toont ook aan dat het denken in meenten ons in een kleine groep zorgzame mensen doet veranderen, om Oosterhoff te parafraseren. Hij legt het ook heel eenvoudig uit. Daardoor gebruikt hij iets te gemakkelijk het welgekozen voorbeeld alsof één voorbeeld meteen al de zaak bewijst. Gaandeweg komen de meer filosofische ideeën naar voren en ontwikkelt hij een alternatief links denken, gebaseerd op wat hij 'gemeenzin' noemt en rekening houdend met de imperfectie van de mens als dingetje dat we met elkaar delen. Marx komt vaak langs, maar de kern van zijn filosofische betoog bouwt op Kant, Gramsci en Rancière. In de slothoofdstukken poogt hij ook een concrete verbeelding aan de filosofische gedachten te geven. Een echte leidraad voor het leven wordt het niet, maar het boek overtuigt wel dat denken vanuit een zin in/voor het gemeenschappelijke noodzakelijk is om de wantoestanden van het neoliberalisme te counteren.
Een boek dat onderbouwd pleit voor meer gemeenschapszin om terrein terug te winnen van het kapitalisme. Én dat droomt over een alternatieve vorm van samenleven, die niet alleen gebaseerd is op werken, consumeren en groei groei groei.
Het boek leest soms een beetje als academisch betoog waardoor het hier en daar wat droog wordt, maar is over het algemeen goed te volgen.
Erg goed en toegankelijk boek. Schetst overtuigend hoe we vanuit een failliet kapitalisme / neoliberalisme via de meent een nieuwe wereld moeten vormgeven. Blijft gelukkig niet hangen in een diagnose. En grappig (bij tijd en wijle)! Verplichte kost voor jongen denkers😊😀
Erg interessante manier om de wereld te bekijken door de lens van digitale, fysieke en sociale 'meenten' (commons), waarbij we als gemeenschap verantwoordelijk zijn voor het voorzien van (essentiële) behoeften. Tegelijk vormt het een belangrijke kritiek op het huidig neoliberaal paradigma dat dit keer op keer tegen houdt of deze meenten heeft onteigend. Veel filosofen passeren de revue ter onderbouwing van deze vernieuwende blik. Het uiteindelijk pleidooi voor 'commonisme' is echter behoorlijk kort door de bocht geschreven, waarbij moderne clichés als 'burgerraden' nog maar een keer als de ultieme oplossing worden voorgesteld.
Heb momenten gehad dat ik het een drie wilde geven, maar ook momenten dat ik neigde naar een vijf.
Een boek met een interessante boodschap. Een pleidooi om als samenleving meenten (en alles dat daarbij hoort) te gaan koesteren. De auteur stelde de terechte vraag aan het einde van het boek: het is niet de vraag of we naar een wereld bewegen waarbij het meer samen zal zijn. Het is de vraag welke vorm van gemeenschapszin we willen nastreven in de toekomst.
Mix van filosofie, sociologie, maatschappijkritiek (vooral op zombiekapitalisme) en politiek. Zeer toegankelijke uiteenzetting van nieuwe denker Thijs Lijster over (het verdwijnen van) meenten. Prettig geschreven en zeer boeiend door de vele referenties en hedendaagse voorbeelden.
Als we de klimaattransitie tot een succes willen maken, dienen we volgens Thijs Lijster de gemeenschapszin te bevorderen en afstand te nemen van het neoliberale wereldbeeld gebaseerd op individualisme en zelfredzaamheid.
Thijs Lijster, gepromoveerd op het werk van Walter Benjamin, en universitair docent in de kunst en cultuurfilosofie aan de Universiteit Groningen, werkte vier jaar bij het Commons Quest Office van de Universiteit Antwerpen. Hij pleit in dit boek voor een heroverweging van de ‘meenten’ (‘commons’), zoals we die uit het verleden kennen voor gemeenschappelijk beheerde weiden en akkers. Die traditionele meenten zijn onder invloed van de economische ontwikkeling en door onteigening opgeheven.
Lijster wil laten zien dat het concept ‘meent’ ook een hedendaagse invulling kan krijgen, zoals in de vorm van ‘data spaces’ bij sociale media en internet, van wetenschappelijke kennis ontwikkeld aan de universiteiten, en het delen van wederzijdse zorg. Het boek bestaat uit afzonderlijke essays rond deze thema’s.
Lijster wil met de meent-filosofie een ideologisch tegenwicht bieden tegen het neoliberalisme. In aansluiting op Gramsci pleit hij voor een verandering van de ‘culturele hegemonie’ naar meer ‘gemeenzin’. Hoewel hij dit ‘common-isme’ geen ideologie wil noemen, hoopt hij dat het voldoende tot de verbeelding spreekt om de doodlopende weg van het neoliberalisme te verlaten.
Volgens Lijster kent de meent een onderwerp, een gemeenschap, en regels. Als cultuurfilosoof beperkt hij zich tot de inbedding van de meent in de sociale en culturele context. Hij geeft geen analyse van mogelijke regels, die de deelnemers overigens onderling zouden moeten afspreken. Maar het zou toch wel illustratief zijn als ons zorgstelsel eens doordacht zou worden als ‘meent’, met name hoe beheren we de explosieve stijging van de kosten? Hoe draagt men bij, niet alleen door premiebetaling, maar ook door een gezonde leefstijl? Dus hoe kunnen we elkaar meer aanspreken zonder dat de Nederlandse vlag wordt omgekeerd.
Met dit boek is hij er zeker in geslaagd op een aangename en inspirerende manier voldoende stof voor discussie aan te bieden, al blijft het bij schetsmatige ideeën, en laat hij op economisch en technologisch gebied wel wat steken vallen.
Het is in dit verband opmerkelijk dat Lijster – hoewel het begrip ‘meent’ oorspronkelijk betrekking had op gedeeld grondgebruik – met geen woord rept over ons landschap dat voor twee-derde in handen is van de boeren en waar een stevig hek omheen staat: "dit is geen natuur en je mag hier niet bouwen".
Wat een heldere gedachten staan er op papier in dit boek. Steeds weer weet Thijs Lijster een weloverwogen midden te vinden tussen onverenigbare tegenpolen, zoals de neoliberale pervertering van identiteitspolitiek en Engelen en Lilla’s harde kritiek op links wokisme, of links-accelerationisme en Andreas Malms ecologisch oorlogscommunisme. De alternatieven die Lijster aanlevert voelen als een verademing.
De gemene deler van al deze ‘derde wegen’ is de meent, een term die verwijst naar bronnen die gezamenlijk gedeeld kunnen en onderhouden moeten worden. Winst is niet van belang, het enige doel is het laten voortbestaan van de meent zodat de gemeenschap er gebruik van kan blijven maken. Door opnieuw naar de permanent onder druk staande meenten te zoeken, iets wat Lijster ‘gemeenzin’ noemt, gaan we niet alleen zien dat neoliberaal kapitalisme helemaal niet zo vanzelfsprekend is - huizen zijn geen investering en opleidingen geen koopwaar - maar ontstaat er tegelijkertijd een nieuw gemeenschappelijk doel en verandert het politieke strijdtoneel, waar de arbeidersklasse het niet langer tegen migranten opneemt, maar zij gezamenlijk, in een politiek van de meenten, de strijdbijl tegen kapitalisme oppaken.
Daarbuiten is het boek ook grappig. Zie bijvoorbeeld de passages over Cookie Clicker of Monty Pytho, enkele van de vele voorbeelden die Lijster aan populaire cultuur ontleent om zijn argumenten kracht bij te zetten. Vaak resulteert dit in humoristische en zelfbewuste observaties, een luchtigheid die het boek in balans houdt en prettig leesbaar maakt.
‘Wat We Gemeen Hebben’ biedt met het concept van de meent een belangrijk hulpmiddel in het voorstellen van een nieuwe en andere toekomst, en wat mij betreft hopelijk ook in het verwezenlijken ervan. Zoals gezegd: een genot om te lezen.
Een aantal hoofdstukken tussendoor moet ik nog lezen, maar ik weet niet of ik dat nog zal doen.
Dat ik desalniettemin vijf sterren geef, zegt ook iets over dat Lijster geslaagd is in zijn doel om elk hoofdstuk een opzichzelfstaande tekst te laten zijn.
Net als In Onze Tijd van Tim Fransen vind ik dit een bijzonder toegankelijk én goed beargumenteerd boek. Bronverwijzingen waar het nodig, nuttig of leuk is, maar niet te veel. En echte diepgang wanneer het onderwerp daarom vraagt.
Ik moet tijdens het lezen vaak denken aan David Graeber en zijn postuum verschenen boek, waarvan de kern luidt: 'The ultimate hidden truth of the world is that it is something that we make, and could just as easily make differently.' Dit boek staat nu extra hoog op mijn leeslijst, omdat ik steeds beter denk te begrijpen dat zinnig socialisme en zinnig anarchisme dichter bij elkaar liggen dan ik vroeger dacht, en Lijsters werk sluit daar volgens mij goed bij aan.
Erg boeiend werk over meenten. Er zijn veel meer soorten meenten dan ik had gedacht. Meenten zijn niet alleen maar gezamenlijke gronden rond gemeenschappen. Meenten zijn ook vele andere vormen zoals sociale zekerheid, het oorspronkelijke internet, enz. Eigenlijk alles waar mensen probere iets samen te organiseren. Het woord komt ook overal in terug: gemeente, het algemeen, gemeenschap, gemeenschapszin, etc. Meenten staan onder constante druk om door iets of iemand ingelijfd te worden. Door er feitelijk en figuurlijk hekken om te zetten en daarmee de meent te kapitaliseren. Het boek beschrijft deze mechanismen, toont aan waarom meenten toch steeds weer ontstaan, maar waarschuwt ook voor de gevolgen wanneer deze beweging onvoldoende ruimte wordt gegund. Een belangrijk boek!
Stevige kost rond een inspirerend thema. Hoopvol uitzicht op een wereld vol verbondenheid, in besef van ieders individuele onvolkomenheid en afhankelijkheid van anderen. Cultuur en gezond verstand is een complexe resultante van wat we samen zijn. Soms had het wat meer down to earth gemogen, praktischer en concreter. Mooi is dat vaak de gelaagde complexiteit in elk geval wordt geduid tegenover de ééndimensionale schreeuwerige opinies van politiek en media. Heftig anti neo- liberalisme en kapitalisme. Op zoek naar gemeenzaamheid op alle nivo's.
sterke, heldere boodschap en gewoon erg boeiend en inspirerend. had niet verwacht mijn denkbeeld/ervaring (ook) te herkennen in acid communism maar here we are. teruggooi naar toen ik een afspraak had met iemand en het bleek dat we allebei een boek van lijster aan het lezen waren en die mee hadden. denk dat lijster wel duidelijker mag schrijven though, ik kan de stukken die mijn redacteur had herschreven er zo uitpikken. maar goed. ik ben gewoon geen fan van dingen in 'aanhalingstekens' zetten, voelt als ergens omheen cirkelen.
Het boek had een stuk korter gekund en de voorbeelden beter gekozen. Hoofdstukken kunnen afzonderlijk gelezen worden en dat pleit zowel tegen (herhaling) als voor het boek. Tegelijkertijd bevat het een paar waardevolle hoofdstukken. Met name, wat mij betreft, hoofdstuk 9.
Geweldig boek wat uiteenrafelt wat een meent is en hoe dit fenomeen kan bijdragen aan een andere toekomst. Een weg uit het huidige uitputten van het collectieve.
Zee pittig voor mij (de eerste helft) maar later zeer boeiend als het gaat om analyse van en perspectief op dat wat ons verbind. Een must read voor deze tijd.
4,5 sterren voor deze must-read over een nieuwe manier van denken over samen leven. Rond pagina 180 raakte het boek mij even kwijt in te geconcentreerde opsommingen, vandaar geen 5 sterren.
Blog n.a.v. ‘Wat we gemeen hebben’ van Thijs Lijster Nu individualisme en bezit nagenoeg vanzelfsprekend zijn geworden, is er een begin van tegenbeweging: burgers kunnen samenwerken, op tal van manieren. Dat gebeurt lokaal volop. En Thijs Lijster geeft daar in dit boek een stimulans aan. Hij opent de ogen voor ‘onteigening’, en wijst bijvoorbeeld op Facebook, dat eigenaar wordt van onze persoonlijke informatie, relaties en interesses. Daarmee is het tegelijk ook een gedreven pleidooi voor samen, voor ‘gemeenzin’. Wat mij opviel tijdens het lezen: “We zijn getuige van een algehele systeemcrisis van het neoliberale kapitalisme. Dit systeem loopt op zijn laatste benen. (…) Maar is er een alternatief? (…) Wel degelijk, dat van de ‘illiberale’ democratie van leiders als Trump, Bolsonaro, Orban en Erdogan. (…) De linkerflank van het politieke spectrum blijft ondertussen vleugellam.” “Juist het neoliberalisme heeft de voorwaarden geschapen waarbinnen bepaalde groepen mensen zich opnieuw aangetrokken voelen tot autoritaire en extreemrechtse bewegingen, eerder dan tot democratisch links.” “De onteigening van de meenten vormde het startschot voor de ontwikkeling van het kapitalisme: doordat de lagere klasse niet langer zelf in haar levensonderhoud kon voorzien, moest ze haar arbeid op de markt verkopen.” “Ik zal laten zien hoe en waarom de meenten verdwenen, als gevolg van de zogenaamde nieuwe onteigeningen van het neoliberalisme, en hoe we daarmee tegelijkertijd een vorm van gemeenschappelijkheid verloren. De meenten vormen dus de sleutel tot het beantwoorden van de vraag naar wat we gemeen hebben, of liever gezegd naar dat we niet langer gemeen hebben.” “Het neoliberalisme kan begrepen worden als een aaneenschakeling van onteigeningsoperaties, van de privatisering van sociale huisvesting en openbare nutsvoorzieningen, tot de uitbuiting en vernietiging van de planeet door de fossiele brandstofindustrie.” “Facebook is een goed voorbeeld van een nieuwe vorm van onteigening: dat wat wij gezamenlijk creëren, namelijk onze persoonlijke informatie, vriendschappen en sociale relaties, interesses, culturele activiteiten, enzovoorts, wordt het eigendom van Zuckerberg en consorten.” “Wat ik vooral wil benadrukken, is dat de activiteiten van de meent (‘commoning’) en de transformatie tot koopwaar (‘commodification’) twee tegengestelde bewegingen zijn, en dat ze daarmee een radicaal ander perspectief werpen op dezelfde zaken of processen.” “ls de universiteit geen bedrijf is, wat is het dan wel? Het antwoord moet natuurlijk luiden: een meent.” “Ook de strijd om of tegen big tech is in wezen een strijd om de meent, in dit geval om de extractie en onteigening van de digitale meenten. (…) We moeten ze terug in eigen handen zien te krijgen.” “De strijd om het recht op de stad, de strijd om kwalitatief hoogwaardig, onafhankelijk en toegankelijk onderwijs, en de strijd om een vrije, veilige en niet door monopolies gedomineerde vorm van internet, zijn stuk voor stuk pogingen om meenten te beschermen tegen de onteigening en vernietiging door kapitaal.” “Ieder mens is voor zijn ontstaan en voortbestaan afhankelijk van de liefde, zorg en ondersteuning van andere mensen.” “Een politiek van de meenten richt zich niet enkel en alleen op ‘economische’ kwesties rond herverdeling (..), omdat het in bredere zin gaat over wat we gemeen hebben, wie we als gemeenschap zijn, en hoe we onze gemeenschappelijkheid zien.” “De filosofie van de meenten is eigenlijk het ‘sterke verhaal’ dat ik in dit boek heb willen vertellen. De meenten staan voor een ander ‘sociaal systeem’, en voor alternatieve praktijken, maar ze zijn ook een andere manier om de wereld en onszelf te bekijken; een andere ziens- en zijnswijze, of een andere ‘gemeenzin’.” “Het commonisme veronderstelt dat een betere wereld mogelijk is, het omarmt de gedachte van de maakbaarheid van de samenleving, zonder dat het pretendeert een perfecte wereld te kunnen creëren, laat staan een perfecte mensheid, volledig gevrijwaard van conflict en leed.”