Hugo Maurice Julien Claus was een Vlaams schrijver. Hij was een veelzijdig kunstenaar: romancier, dichter, toneelschrijver, schilder en filmregisseur. Toen hij opteerde voor euthanasie (legaal in België) veroorzaakte dit veel deining.
Hugo Maurice Julien Claus was a leading Belgian author, writing primarily in Dutch. He was prominent as a novelist, poet, playwright, painter and film director. His death by euthanasia, which is legal in Belgium, led to considerable controversy.
Ik heb mijn leerlingen dit jaar de opdracht gegeven om een boek te herlezen dat ze minstens vijf jaar geleden graag gelezen hebben, om te zien wat dat herlezen met hen doet. Zelf heb ik gekozen voor dit boek, dat ik zo'n dertig jaar geleden gelezen heb en dat me toen van mijn sokken blies. Het is een boek dat ik mij herinnerde als stilistisch meesterwerk, zonder dat ik in staat was om te vertellen waar het boek exact over ging. Wel wist ik nog dat het boek in verschillende brokstukken uiteenviel. Een persoon schrijft op aandringen van zijn dokter/psychiater neer wat er gebeurd is, afstandelijk, in de derde persoon, bij zijn bezoek aan een kasteel waar mensen samenkomen voor een herdenking van een Vlaamse collaborator. De schrijver/patiënt/oud-leerkracht Duits-Engels houdt daarnaast een geheim dagboek bij waar hij op zijn huidige situatie reflecteert en zijn publieke verhaal met notities aanvult.
Nu, volwassener, zoveel rijker aan ervaring, kan ik de teksten en gelaagdheid wel plaatsen. Ik plaats het boek niet meer alleen naast De man die zijn haar kort liet knippen van Johan Daisne (want ook over een man die zijn werdegang naar een instelling opschrijft, met een liefdesrelatie als trigger), maar ook als een ongepolijste voorloper op boeken als Bloedgetuigen van Johan De Boose, De opgang van Stefan Hertmans of Wil van Jeroen Olyslaeghers, allemaal boeken die dieper ingaan op wat ik nu maar voor het gemak 'de verbrande Vlaming' noem. Maar de inzet van die boeken is wel telkens verschillend. Zonder er dieper op in te gaan bij de andere, is Claus vooral bezig met te ontmantelen, met mechanismen die in het belachelijke moeten trekken. Crabbe, de man die aanbeden wordt, blijkt helemaal niet zo'n grote held te zijn, maar vooral een machtspersoon en verleider. En ongeveer elk personage dat op de herdenking aanwezig is, lijkt toch ook zijn twijfels te hebben. Nergens klinkt er dan ook iets heroïsch in de opkomst van het handvol mensen dat naar enkele Vlaamsgezinde lezingen komt luisteren.
Het boek presenteert zich als het verhaal van de toenemende waanzin bij de schrijver Victor-Denijs De Rijckel. Die kruipt in de barokke, vervreemdend aandoende stijl. Een overdaad aan details lijkt de schrijver zich nog te herinneren, zoals mensen van een traumatische ervaring nog elk detail kunnen herinneren. Maar tegelijk springt hij, zeker in het eerste hoofdstuk, van de ene scène naar de volgende en als lezer word je dan even ontredderd in de gedachtesprong van de schrijver achtergelaten. maar aan het einde blijf ik, ondanks enkele ogenblikken van paranoia, op het vlak van de groei in waanzin op mijn honger zitten. Of wil ik hem voor zijn overbewustzijn het voordeel van de twijfel geven en zie ik hem met plezier de instelling ontvluchten? Voor mij gaat het boek veel meer over de wangebeden (om deze mooie titel van een van Claus' dichtbundels te misbruiken) aan een leider en het aftakelende geloof in de man die misschien ooit nog zal terugkomen, als hij niet in Oost-Europa gestorven is of als hij toch niet die verklede non op de vlucht was. Verwondering is de oorsprong van alle kennis, zo legt de achterflap met Aristoteles de titel van het boek uit, en hier gaat het dan om de voortschrijdende kennis in de kleine kantjes van de mens, zoals een oorlog die ook blootlegt eens het stof gaan liggen is. De voorlaatste alinea van het boek is een Oostendse versie van 'De Schreeuw' van Munch, maar de laatste alinea zorgt ervoor dat we het boek in zijn meerstemmigheid moeten blijven beschouwen.
I'm pretty sure this was the first time I enjoyed reading something while not knowing what the hell was going on. Before reading 'De Verwondering', you have to make an important decision: Shall I read this as the author intended me to read it, that is, without knowing anything about the structure, references or themes beforehand or shall I prepare myself in order to learn how everything's connected before reading it? I chose not to do the latter and I do not regret it. Because I do not want to make that choice for you, I'll keep this review on the surface.
First of all, the language (I read the original Dutch) is beautiful but intense. Often you'll catch yourself taking in every word, but forgetting to think about the cohesion. Don't be afraid to go back half a page and to start again. And sometimes you'll even have to go back again. The book is a structural maze, not only in the plot but also in the language it's written in. Allow yourself to get lost and to retrace your steps whenever you feel the need to do so.
As said, this is a complex work. Reality interweaves with dreamlike, impressionistic images, madness and flashbacks. The perspective of the narrative changes depending on the chapter. You'll ask yourself questions. You might get some answers, others will remain a mystery. Fact is, that you'll have to wait until you finish the book to answer these questions. What I mean is, that the book probably won't offer you an answer in print, but after finishing it and contemplating it, you might come up with them yourself. Or maybe you won't. Personally, I managed to solve some of the riddles myself and maybe even only for myself: my interpretation might and should be different from yours. After diving into the afterword by Kevin Absillis, you'll get a lot more insight into the novel. Impatient readers can read this before reading the novel.
Finally, it won't harm you if you've got some general knowledge on classical storytelling, characters and devices. The novel is constructed with these ingredients in mind. What you'll find is an enigmatic and contemporary version (or is it a parody?) on mythologising and glorifying our past, even when there's absolutely no reason to do so. Doing this will only lead to perversity.
I've waited a few days before writing my review and even now I feel it might be to soon. I'll be thinking about this novel for days, months and probably even years to come. Rereading it will eventually happen at some point in the future. There are still so many questions to be answered, too many secrets to discover. Readers looking for a thrilling, high-pace story should look elsewhere. 'De Verwondering' demands a lot of effort from the reader, but if you put yourself to it, you'll almost definitely be rewarded and amazed.
For now, I've decided to rate it a 4/5, but I'm convinced I'll change my rating if I'll ever read it again. Maybe I'll feel fooled by its complexity and downrate it, but right now I think it's more likely it'll end up with a 5 star rating.
This is one of the major prose works of Hugo Claus, the best Flemish-Belgian writer of the 20th Century. "De verwondering" (1962) has an impressive composition: the initial story turns out to be the novel a man in a psychiatric facility is writing. The style is very swirling, as always with Claus intriguing, but sometimes also surreal and confused (because of the mental state of the supposed author). The element of the Flemish collaboration in World War II, - a classical Claus' theme -, is beautiful brought in.
This entire review has been hidden because of spoilers.
Masterpiece. Best book I ever read. Hard writing, but also hard reading. Take your time to understand every phrase, one by one, re-read if necessary, you will be rewarded for your effort. I read it in Dutch. (From the late 80's on, Günther Grass lobbied for Hugo Claus in order to give him the Nobel Prize for literature. Claus died in 2008.)
Ontegensprekelijk sterk werk. Als je van dromerige verwarring, lange zinnen en de/een donkere geschiedenis van België houdt, is dit een boek voor jou. De leesbaarheid was voor mij minder goed; ik deed er erg lang over. Het nawoord was voor mij een grote meerwaarde.
Dat ik het boek uitlas en apprecieer is mede mogelijk gemaakt door Jens. Dankjewel lief!
Der Lehrer De Rickel bricht im Ostende der 1950er Jahre aus dem Alttag aus. Zunächst geht er auf einen Maskenball, anstatt bei einer Versammlung eine Rede zu Gunsten des ihn klar ausnutzenden Schuldirektors zu halten. Am folgenden Feiertag schließt er sich einem 13 jährigen Schüler an und flieht. Durch Zufall gerät er in ein Treffen flämischer Kollaborateure und endet schließlich im Irrenhaus. Das ganze ist durch eine extrem unsichere Erzählperspektive und sich wandelnde Realitätsebenen und Zeiten geprägt.
Insgesamt ist das Werk schwer zu bewerten, da die zu ambitionierte Konstruktion und Erzähltechnik nicht immer gelingt und dadurch einen Schatten auf das ganze Werk wirft. Sicherlich ist "Die Verwunderung" nicht so vergnüglich, wie "Der Kummer von Flandern" aber es ist dennoch sowohl aufgrund seiner avangardistischen Struktur, als auch aufgrund der tiefen Blicke in die Welt der flämischen pro-Nazi Bewegungen mit all ihren Widersprüchen, sowie als Sittenbild von Flamen insgesamt lesenswert und regt auch zum Weiterlesesn an.
3,5 Duidelijk dat Claus uiteraard een enorm goede schrijver is en ik ben het eigenlijk meer en meer gaan appreciëren terwijl ik m’n essay erover schreef. Vooral de intertekstualiteit en het inzetten van vier verschillende handschriften is wat het erg innovatief en sterk maakt. Desalniettemin raakte ik er wel erg moeilijk door bij m’n eerste read en was het niet echt een favoriet dit semester…
Naar het schijnt het boek waar Claus zelf het fierst over was. Dit verhaal over het onverwerkte "zwarte" oorlogsverleden van Vlaanderen sleept mee maar vraagt toch ook inspanning van de lezer. Het perspectief van de psychiatrische patiënt wordt vermengd met heel wat flashbacks zonder veel oriëntatie soms, en dat vraagt best wat focus. Dit boek blijft echter briljant en behoort na 45 jaar nog steeds tot de top van de Belgische literatuur.
Ik ben er niet makkelijk en niet vlot doorheen gekomen. De taalvaardigheid is groot en verdient waardering; de plot is mij tamelijk onnavolgbaar. Bij Willem Brakman kan ik dat hebben, maar in dit geval is het boek mij gaan tegenstaan, niettegenstaande de onmiskenbare stilistische kwaliteiten. De warrigheid (in mijn perceptie) is wel overeenkomstig de situatie van de hoofdpersoon. Dan heb ik toch meer waardering voor de roman ‘De redding van Fré Bolderhey’ van Simon Vestdijk. JM
Meesterwerk, maar wel eentje waar je je met momenten door moet worstelen en niet moet twijfelen om eens een paar bladzijden terug te draaien en opnieuw te lezen. Tien jaar na de eerste lezing laat De Verwondering me ditmaal toch écht verwonderd achter. Hugo toch.
(Gelezen voor de universiteit) Goed boek! Ik moet wel toegeven dat ik er echt door heb moeten ploeteren om er wat grip op te krijgen. Claus heeft alles zó zorgvuldig opgebouwd dat ik de chaos van het hoofdpersonage zelf leek te beleven 🫠
Ik heb het boek nu twee keer gelezen en ik merk dat ik er al wat meer vat op heb! Ik ben benieuwd wat het me zal brengen als ik het over een jaartje nog eens herlees ;)
Moeilijk te beoordelen. Het was zeker boeiend, met een interessant hoofdpersonage en een knappe constructie. Ik denk dat ik het meer zou waarderen met meer kennis van de historische achtergrond, voor nu ben ik gewoon niet heel enthousiast over de leeservaring - het valt allemaal nog niet op z'n plaats.
De Hugo Claus podemos aportar, de inmediato, un par de datos que para muchos resultaran, seguramente, notables: tuvo una relación amorosa con Sylvia Kristel, la actriz de Emmanuel, y a causa de los estragos que el mal del Alzheimer hizo en el escritor, Claus pidió y consiguió que se le aplicara la eutanasia, tras un gran revuelo con mediación de ministros incluida. Valgan estos datos sorprendentes como una manera de introducir al escritor flamenco, más que nada producto del asombro que me ha producido la lectura de su obra, un aturdimiento del cual intento salir de alguna manera para afrontar la presente entrada.
En efecto, El asombro deja asombrado, perplejo, pasmado. Es una novela densa, compleja, extraordinariamente exigente con el lector, que va goteando su trama con una arquitectura laberíntica, en donde muchas cosas se insinúan, otras se dejan caer como por casualidad o desgana, para ser retomadas muchas páginas después e ir encajando como por milagro, tomando forma así todo el complejo narrativo que encierra una historia que es reflexión sobre el mal, tiene mucho de evocación de fantasmas personales y un deseo de catarsis: el espíritu de un oficial nazi llamado Crabbe –no como entidad ectoplasmática sino como recuerdo-, que cala hondo hasta apoderarse en una especie de inquietante duermevela en un profesor de literatura.
En Flandes, en Bélgica, ha germinado la herida del mal, como lo hizo en esa Europa dañada por la Segunda Guerra Mundial, una guerra más que nunca de nacionalismos encontrados, de reivindicaciones populistas y de limpiezas étnicas. Un grupo de nazis belgas se reúnen para celebrar al caído, al desaparecido Crabbe, admirarlo, y con la remembranza traerlo de nuevo presente en la memoria. Porque la mención, el recuerdo de los nombres de las víctimas del genocidio como una manera de que no se olviden, de que cobren de nuevo presencia, también funciona a la inversa, con los ejecutores, con el verdugo. El constante recuerdo de Crabbe por sus seguidores lo hace más presente y, con ello, se invoca al mal.
Los datos que ofrece Klaus despistan al lector, muchas veces no se sabe desde donde, ni cuando, incluso ni siquiera quién está narrando en una mezcla de tiempos y de voces, de personas y acciones que se alternan, no ya dentro de una misma página o un mismo párrafo, sino incluso en una sola frase. De ahí, el asombro que produce esta novela en el lector, que asiste a un entramado, a una trama textual y narrativa incompleta que se va confeccionando ante sus ojos, una trama cuyos datos va reuniendo, reclutando pequeñas pruebas, afirmaciones de aquí y de allí, para componer, una vez completada la lectura, su propia historia.
Además de lo prodigioso del libro, la edición de Anagrama encierra un regalo oculto en forma de epílogo y que culmina la experiencia literaria. Esta guinda aclara muchos aspectos que Claus ha dejado como incógnitas o que tan sólo atisbó como ciertas insinuaciones, y ofrece claves a las numerosas interrogantes que laten en El asombro, referencias culturales y jeroglíficos, gracias a la lucidez de Jean Weisgerber, que en su Nota final despliega todo un tratado de Teoría de Literatura en una breves páginas, abarcando desde la Teoría de la recepción hasta la deconstrucción de la novela posmoderna, pasando por el culturalismo y la actuación del lector, su implicación en el texto.
El epílogo de Weisgerber aporta luz sobre muchos aspectos de El asombro, que nos llevan a concluir que la novela es una especie de novela en clave, aunque es mucho más que eso, desde luego. La trama imbricada con la Comedia de Dante, o con la fortaleza persa de Alamut, son de los pocos aspectos ocultos que no se me habían pasado, pero esas relaciones que Claus entabla con políticos borgoñones, teólogos del siglo XV, con Isabel de Turingia, Juana de Arco, Santa Teresa y San Juan de la Cruz, los numerosos guiños al santoral, el trasfondo de La rama dorada de Frazer, o la reescritura de mitos clásicos como el de Proserpina o Adonis, no resultan tan obvios ni son sencillos de localizar. Es más, la novela pasa así, de parecer una novela en clave hasta alcanzar su verdadera realidad literaria: El asombro es una alegoría. Y por ello resulta tan asombrosa.
Claus ha contenido en su arquitectura textual, en este tapiz denso de un terciopelo narrativo que debe leerse a contrapelo (con esa extraña sensación de dentera que al acariciar así la tela se produce en el lector), estructuras de Joyce y Faulkner, referencias internas a Dante y Queneau, provocando una continuada incomodidad en el lector que se convertirá en una sensación placentera cuando, cerrado el volumen y acabada la lectura, descubra, con asombro desde luego, muchísimo asombro, la magnitud de lo que ha leído.
Un texto que debe armarse a manos del lector con una historia tan desconcertante como sorprendente. Un texto rotundo y definitivo, magnífico. Y todo un descubrimiento que le debo al profesor Ángel García Galiano.
With hindsight, i should have been more careful about selecting my first Claus. This book read like a long, with existential fear infused nightmare of someone who distrusts the perception of reality as much as his own capabilities. Appreciated: a burlesque use of Dutch, never-ending sentences, West-flemish accents, a few likeable dialogues. Ultimately the book is not easy and it is not worth the read.
Dit boek is zo complex dat je er zeker mag van zijn dat élke keer dat je dit boek herleest, je altijd iets nieuws zult ontdekken dat je opvalt en bijblijft.
Voor je aan het lezen van dit boek begint, sta je voor een impactvolle keuze. Stap je er blind in, of zoek je eerst het een en ander op over het verhaal? Ik koos er bewust voor om het boek zonder voorkennis te lezen, omdat ik op de hoogte was van de originaliteit. Dit heeft als voordeel dat je de informatie op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid tot je krijgt, zoals de schrijver het bedoelt heeft. (Het is namelijk nogal een complex, ondertussen historisch verhaal dat soms magisch-realistisch voelt/is.)
Ik ga inhoudelijk niet te veel verklappen, want het is juist de speurtocht die dit boek zo verwonderlijk maakt. Claus plukt meesterlijk enkele van de beste vruchten uit de boom van de wereldliteratuur en implementeert ze in een Vlaamse setting. Zo is intertekstualiteit, zowel impliciet als expliciet, alom aanwezig en voegt nog extra kersen toe op de al zo goedgevulde taart. Dit zorgt er ook voor dat het boek meerdere lezingen vergt om het – waarschijnlijk gedeeltelijk – te doorgronden. Verder is een voldoende kennis van de (naoorlogse) Vlaamse cultuur en geschiedenis geen overbodige luxe. Het is volgens mij ook de reden dat het internationale succes van De verwondering beperkt blijft.
De verwondering is wat mij betreft Claus' 'beste' boek, en mag zeker op dezelfde lijn als Het verdriet worden geplaatst. Het is uiterst interessant om als literatuurwetenschapper te bestuderen, aangezien je het op zoveel verschillende niveaus kunt bekijken. Het verhaal is zowel een queeste, als een helletocht, als een tragedie, als... Over de paratekst alleen al raak je niet uitgepraat, de titel en het motto in het bijzonder: 'jij, die het niet kan, draag me op de rug'; een Castiliaans spreekwoord, prachtig beeldgegeven door Goya en ook gebruikt als cover voor de Engelse vertaling. Waar haalt Claus zijn inspiratie? Wie beïnvloedt hem?
Ik zou De verwondering niet als je eerste Claus-boek kiezen. Het lezen verloopt immers soepeler als je al wat gewend bent aan zijn stijl. De vaak stream of consiousnessachtige taal maakt het er voor onervaren lezers niet makkelijker op. Het einde is onvergetelijk. Claus schildert het – groot schilder die hij is... – . Zie dit boek dan ook als een totaal kunstwerk.
Het lag mij niet zo. Het verhaal is zeer vaag en verwarrend en je moet echt je hoofd erbij houden om de verhaallijn te kunnen volgen (wat mij niet helemaal is gelukt). Een leraar die in een rusthuis verblijft schrijft zijn herinneringen op en dat wordt wel zeer goed weergegeven in de manier waarop het boek is samengesteld. Het is zeer sterk geschreven maar zoals ik al zei is het niet helemaal mijn ding. Hopelijk ligt Het verdriet van België mij beter.
Een waar meesterwerk met raadselachtige, door elkaar lopende verhaallijnen. Claus zijn spel met taal is zeer impressionant en heeft mij werkelijk 'verwonderd'. Hoe dan ook heb ik het meerdere malen moeten wegleggen omdat het mij te complex/onduidelijk werd..
(3.75)I picked this up after noticing it had won a PEN Translation Prize and after having enjoyed the fresh perspectives that great translations of great writers have on the English language.
The positives: You can open the book to any page and find something uniquely poetic or insightful. I will keep the book for this reason. It reminded me at times of Ulysses and Steppenwolf.
The in-between: The sheer random non-linear plot keeps you on your toes, but it can be frustrating to continually leap into new stories and histories page after page, leaving you often feeling lost in a labyrinth, which then becomes cool and rewarding and just like life itself!
The not-so-great: The book could use notes for all the references and foreign phrases that non-Flemish readers will need to research. It takes some time to get into the book, partly due to chapters written in a 'mad-house', where poetics reign over plot progression. Insane writing can be contrite, but here it just takes time to warm-up to. Finally, the ending was (to my modern sensibilities) incongruously bleak and abrupt, which I'm sure was the point.
Het was soms wel interessant en leuk om te lezen. Maar de overbodige details en extra woorden zorgde ervoor dat ik verdronk in een langdradig en onbegrijpelijk verhaal.