Doctor Vlimmen De cover spreekt direct aan, maar dat komt waarschijnlijk omwille van twee redenen die erg subjectief zijn. Ten eerste jeugdsentiment, ik was not jong toen ik dit boek voor de eerste keer las, en ten tweede goede herinneringen aan de film, waarop de foto's gebaseerd zijn. Het speelt zich af in keuterig Brabant tussen de boeren die dagelijks moeten vechten voor hun bestaan. In het stadje Dombergen (fictief) en de provincie (echt) zijn het de rooms-katholieke priesters die het voor het zeggen hebben en via de kansel de bewoners terroriseren en op een dictatoriale manier besturen. Klinkt helemaal als de Antwerpse kempen waar ik vandaan kom. De avonturen van Vlimmen als veearts lezen als een roman (wat het uiteraard ook is) en geven aanleiding tot zowel een lach als een traan. Dat maakt het een typische heimatroman. De strijd van Vlimmen tegen de Kerk geeft een gevoel van machteloze woede en is, voor wie er zich wil in verdiepen, gebaseerd op de zeer harde werkelijkheid. Een verademing zijn de passages over raadslid van der Kalck en in iets mindere mate advocaat Stein. Zij kennen het leven en hun pappenheimer en weten hoe ze die kunnen manipuleren voor hun eigen (de pappenheimers maar daarbij ook zichelf) goed. Het meest heroïsche stuk is de operatie die Vlimmen uitvoert. De schrijver werkt er lang naar toe en beschrijft het dat op een weergaloze manier. Je wordt er tegelijk koud en warm van. Dacka, de vriend en toeverlaat van Vlimmen, komt er tot teleurstelling van wie meeleeft met het verhaal nogal bekaaid af. Gelukkig zal hij in het tweede deel zeker nog meespelen. ========== Vlimmen contra Vlimmen Vlimmen heeft zijn vrouw al jaren niet meer gezien, laat staan aangeraakt. Plots blijkt hij wel vader geworden. Tweede ronde van zijn strijd tegen de corrupte rooms-katholieke kerk. Dacka is getrouwd en zijn vrouw is ook advocate. Het gezin Dacka wordt dan ook Vlimmens steun en toeverlaat, niet enkel in verband met het proces. Dop komt terug uit Zuid-Afrika en breidt zo onverwachts het gezin Vlimmen uit. Als ze samen op ronde zijn gebeurt er een ongeluk: Vlimmen rijdt een loslopende hond aan. Gelukkig is er een veearts in de buurt die onmiddellijk kan ingrijpen en zodoende een groter drama vermijdt. De hond is eigendom van een jonge weduwe met dochtertje. De dochter zit bij Dop in de klas en Vlimmen wordt betoverd door de moeder. Ondanks het zwaard van Damocles, in de vorm van de baby Vlimmen, boven zijn hoofd doet de verliefde Vlimmen er alles aan om met Tilly zoveel mogelijk contact te hebben. Nadat het excuus van de gewonde hond tot in de treure is uitgemolken vindt hij een trouwe, zij het soms ietwat te voortvarende bondgenote, in mevrouw Dacka. Die blijkt een goeie vriendin van Tilly te zijn. Uiteraard is het verhaal doorspekt met anekdotes over de veeartsenpraktijk met zijn kleine en grote, komische en dramatische gebeurtenissen. De oorlogsdreiging hangt als een schaduw over het gebeuren en zorgt voor een afloop in mineur, net wanneer alles in orde lijkt te komen. ========== Vlimmens Tweede jeugd De tweede wereldoorlog is uitgebroken en heeft de huwelijksreis van de pas getrouwde Vlimmens verpest. Ook nu weer is er een langlopend conflict met de rovende rooms-katholieke paters waarbij Vlimmen betrokken raakt. Dit stuk begint soms wel eens te vervelen al blijft het een schrijnend verhaal. Er wordt veel aandacht besteed aan de oorlogshandelingen en het contrast tussen wat er gebeurt met Vlimmen, eerst als soldaat maar die na de capitulatie als veearts ook onmisbaar voor de bezetter blijkt te zijn en met verzetstrijder Dop. Geen al te mooie franjes maar eerlijk en vooral klein. Als het niet zo triest was zou het haast hilarisch zijn als de verzetsstrijders een Duits gevangen nemen en dan niemand vinden die hem wil/durft dood te schieten. Er gaat weer veel aandacht naar de veeartsenij en dan in de eerste plaats de moeilijke omstandigheden waaronder Vlimmen zijn werk moet doen. Maar toch vooral en dan zeker naar het einde toe, alle nieuwe ontwikkelingen en vooruitgang in behandelingen en medicijnen die plots uit de lucht lijken te vallen. Met kanttekening dat het toch niet het beloofde paradijs is maar dat de rol van de veerarts nog lang niet uitgespeeld is.
This tome, written in Dutch, is of close to 500 pages and I found it to be full of interesting anecdotes of a veterinarian's work in the Netherlands about 75-100 years ago. There was humor to be found in situations and between characters, and yet several serious episodes both human and animal punctuated the book. A satisfying read.
Oud,maar nog steeds zeer goed leesbaar. Terecht opgenomen in de Canon van de Nederlandse taal. Een pdf versie van de eerste druk is beschikbaar via http://www.dbnl.org