Een ongewoon mooie roman over een vrouw die verdwijnt en haar man en dochtertje achterlaat.
Een architect en een schrijfster verhuizen naar een afgelegen plek. Het is een toevluchtsoord aan de rand van een onbedorven dorp waarvoor hij het nieuwe dorpscentrum heeft ontworpen. Zij hoopt er te kunnen schrijven, er iets uitzonderlijks te maken. Maar de stilte en de afzondering trekken algauw naar binnen. Ze gedraagt zich steeds dromeriger, onttrekt zich aan de wereld en dan verdwijnt ze. Spoorloos, terwijl hij achterblijft met hun dochtertje.
In een uitzonderlijke stijl en met een zeldzame precisie schetst Femke Brockhus het leven van dit jonge stel, waarin altijd al barsten zaten. Kleine haperende vluchten is een ontroerende en beklemmende roman over ouderschap, omgaan met verlies en het al te menselijke verlangen om te willen verdwijnen. Een boek dat in stilte overdondert.
Ik heb een prachtboek gelezen: Kleine haperende vluchten, de tweede roman van de Nederlandse schrijfster Femke Brockhus. Het verhaal van een man en een vrouw, architect en schrijfster, die zich terugtrekken in een huisje aan zee. Tot de vrouw plots zonder enige boodschap verdwijnt.
Kleine haperende vluchten is een prachtig geschreven pareltje (162 bladzijden) waarin je langzaam verdrinkt. Zintuiglijk, ongelooflijk fijngevoelig en met een mysterieuze, gelaagde spanning.
Een boek over verbondenheid tussen mensen, over leven, dood en generaties, over eenzaamheid wellicht, en over de natuur die het uiteindelijk haalt. Het regent pijpenstelen in deze roman.
Parel Een soort realistische ongrijpbaarheid het leven in een boek in zinnen die plakken of u het boek doen neerleggen en stil uit het raam laten staren poëtisch filosofisch sensorisch
Dit kleine boek is schitterend af en klikt overal ineen. Het motto van Vasalis (met daarin de zin "Ik ben een oceaan van wachten") en de titel die aan diezelfde Vasalis ontleend is. Als er een prijs bestond voor de mooiste titel, mocht hij naar Femke Brockhus gaan.
Je leest dit boek in één ruk uit. Doorgaans is dat een aanbeveling, maar dat is hier niet het geval. Ik begrijp de lof (poëtische zinnen, literaire verwijzingen, afwijkende vorm blabla), maar als ik dit dunne boek (165 pagina’s) had gekocht voor 22 euro had ik me behoorlijk bekocht gevoeld na max 1,5 uur lezen: er worden dusdanig weinig woorden gebruikt dat personages niet tot leven komen. Alles blijft zeer fragmentarisch en schetsmatig. Alsof je vanaf de hoogstgelegen stoel van Camp Nou naar een doelpuntloze wedstrijd van Barcelona kijkt: je vergaapt je aan het stadion, maar kunt de rugnummers van de spelers niet eens lezen en gaat na 90 minuten met een teleurgesteld gevoel naar huis.
Mooi boek dat je in een adem uitleest op een koude zaterdagmiddag: mooie zinnen zoals, er is een curieuze tweeledigheid in de waardering van een glazen gebouw: van buitenaf gezien dringt moderniteit zich op, van binnen is het een verheerlijking van de omgeving..
Het roept allerlei vragen op en geeft mogelijkheid tot verschillende interpretaties!
Een ‘stille’ roman die me, ondanks de mooie passages, tegenvalt. Het is allemaal wel aardig, sereen en goed gevonden, maar er zit toch te weinig muziek in. Een boek dat poëtisch wil zijn, zonder het te zijn. Een boek dat analyserend wil zijn, zonder het te zijn. Na ‘Laat het stil zijn’ had ik me op deze roman verheugd. Het viel tegen.
De tweede roman van Femke Brockhus is weer een prachtjuweel — haar verstilde, uitgebeende, witregelige stijl bijt zich een weg naar de ziel. Brockhus is een van de grootste jonge literaire stilisten die we hebben.
Het minimalisme, het fragmentarische van dit type roman is iets waar je van moet houden. Maar het is verdomd goed gedaan.
Jammer van dat modieuze dankwoord. Wat kan mij het nou schelen welke rechercheurs de auteur bij het schrijven van haar verhaal hebben geadviseerd? Laat die afschuwelijke Amerikaanse mode hier alsjeblieft een stille dood sterven.
zonder me te kunnen herkennen in de hoofdpersoon voelde ik alles tot in de bodem van mijn maag. het gat wat achterblijft als iemand vertrekt is vaak groter dan diens lichamelijke leegte. wat een schitterend werk.
Een indringend boek over verdwijnen. Hoofdpersoon Julia verdwijnt meteen in het begin van het verhaal, man en pasgeboren baby achterlatend. Man en baby hebben geen naam, "hij" noemt zijn kind "het meisje". Dat schept afstand, maar toch leef je helemaal mee met deze twee. Er zijn heel veel witregels en lege bladzijden in het boek. Dat geeft het verhaal een stokkend, fragmentarisch ritme. Hoe gewone dingen in het dagelijkse leven zomaar uit je bewustzijn wegvallen. Net als rouw, die gaten in het dagelijks leven schiet, waarin slechts flitsen van de werkelijkheid tot je doordringen, in de verdoving van een onvrijwillig, nog uitgesteld afscheid. Want de reden van het verdwijnen van Julia blijft onzeker. Hoop duikt wel eens op, maar wordt door het onderzoekende politiekorps maar spaarzaam gevoed. Een sensitief boek, waarin vorm en inhoud mooi samenvallen. Aanrader!
Het verhaal over verdwijnen in het niets en over het vacuüm dat je achterlaat. Helaas voelde het boek te veel als een vacuüm dat opgevuld moet worden, zowel qua inhoud als stijl. De simpele, sobere, slanke zinnen zijn als geraamte zonder dak en zonder muren, als contouren die er vol verlangen op wachten om ingekleurd te worden. Ik moest erg denken aan Jannie Regnerus, die met eenzelfde minimalistische maar verfijnde stijl schrijft, al doet zij dat met een poëtische vanzelfsprekendheid die mij meer wist te raken.
Zo'n boekje dat het van de sfeerschepping moet hebben. En dat is hier helemaal niet verkeerd. In spaarzame zinnen wordt voor een verstillende en soms bevreemdende leeservaring gezorgd.
Het kan zijn dat ik gewoon niet zo in de stemming was voor dit boek, maar ik vrees dat het vooral niet echt iets voor mij was.
Het verhaal gaat over een stel, hij architect, zij schrijfster, met een klein kind dat verhuist naar een afgelegen plek, waar hij het dorpshuis ontwerpt. De vrouw verdwijnt op een dag.
Het verhaal wordt verteld in de derde persoon, en enkel de vrouw krijgt een naam, alle andere personages blijven naamloos. Er wordt veel gebruik gemaakt van witregels, naar mijn smaak wat te veel, en het verspringt van heden naar mijmeringen van hem over hoe het eerder was met haar te leven. Hoewel er zeker wel mooie bespiegelingen in staan, vond ik sommige dingen, zoals met het dorpshuis, er te dik bovenop liggen en al bij al viel het boek me tegen.
Wat een mooi boek dit! Het verhaal van een man en een vrouw die denken hun droomplek te hebben gevonden, wanneer op een dag de vrouw zonder enige boodschap verdwijnt.
Dit boek had een heel fijn ritme om te lezen en het had een paar prachtige zinnen en passages: “Er zit een kalmte in het voortbewegen, in alles wat opdoemt en wat hij achter zich laat. Onderweg zijn is nergens zijn."
“Ze is dood. Ze is toch niet dood. Ze is opgestaan. Ze is weggelopen. Ze is nog verder weggelopen. Ze is zo ver weg gelopen dat uren dagen weken maanden werden. Ze is de eeuwige buitenstaander die niet naar binnen wil.”
“We kregen jou en een paar weken later is ze op een na-zomerse ochtend opgelost in het water. Ze is sterk verdund bij ons. Je moeder is overal. Luister, ze regent zachtjes uit op het dak. Hij neemt haar mee terug naar de klif, naar de eindeloze zee en de wolkendekens die erboven hangen. Kijk eens wie daar is.”
Het boek heeft veel witregels en bijna lege bladzijden. Dit geeft het gevoel van gaten in je geheugen. De ene zin loopt wel over in de andere maar niet volledig, er zit een gat tussen. Door dit letterlijk te doen met witregels tussen de zinnen was een perfecte beslissing. Hierdoor komt het echt binnen. Het enige jammere vond ik het einde. Ik vond het te snel afgerond, ik wilde meer. Dit voelde gehaast. Hierdoor geef ik het boek 3.9 sterren. Net niet de volledige 4.
“Op een dag is ze verdwenen. Ze verdween in kleine haperende vluchten.”