Den Uyl kwam uit een gereformeerd gezin waarvan de moeder uit Duitsland kwam. Zijn vader was politieagent. Na de mulo-b te hebben doorlopen, deed hij MO-A Frans en Engels. Hij had diverse kantoorbanen alvorens hij zich in 1968 geheel op het schrijven toelegde. Van 1948 tot 1957 trad hij ook als jazztrompettist met verscheidene jazzorkesten op. Eind jaren 50 riep hij psychiatrische hulp in om van het stotteren af te komen. Het bood hem weliswaar enig soelaas maar hij kreeg er bepaalde fobieën (straatvrees en eetangst) voor terug. Nadat hij in 1963 al had gedebuteerd met Vogels kijken, verwierf hij pas grotere bekendheid met Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam uit 1975. Vanwege veelvuldig gebruik van alcohol en kalmeringsmiddelen verslechterde eind jaren 80 zijn gezondheid. Begin 1992 overleed Bob den Uyl op 61-jarige leeftijd aan longemfyseem.
Zijn schrijfstijl is ironisch en observerend, met als belangrijkste thema de zinloosheid en absurditeit van het bestaan. Zijn vroege werk bestaat vooral uit absurde verhalen. Later verschuift het zwaartepunt van zijn werk naar autobiografische verhalen, met name over zijn reizen (vaak per fiets) door de ons omringende landen.
Terugkerende elementen in zijn werk zijn: Zijn ervaringen als kind in de Tweede Wereldoorlog Zijn gestuntel in het sociale verkeer en in de omgang met apparaten De Eerste Wereldoorlog, waarin hij zich enorm had verdiept Zijn liefde voor wielrennen Zijn alcoholgebruik De stad Rotterdam Belevenissen in België
Destijds het succesvolle debuut van Den Uyl, maar met de blik van nu vind ik het toch een wat wisselende bundel. Sommige verhalen zijn heel sterk, andere (zoals "Symbolisch man, symbolisch!") vond ik te lang en ja, misschien gewoon te ouderwets.
Vreemde, absurdistische verhalen, niet allemaal even succesvol. Ik was van plan om veel meer over Bob den Uyl te schrijven, maar ik werd opgeslokt door lezen over deze vergeten (?) man op het internet. Absurd genoeg, terwijl ik dit aan het lezen was, werd de Bob den Uyl Prijs voor reisliteratuur of -journalistiek opgeheven.
Debuut van Bob den Uyl uit 1965, nog vrijwel zonder reisverhalen, meer Kafkaiaanse verhalen waarin angst voor ziekte en dood centraal lijken te staan. Zijn latere bundels behoren meer tot mijn favorieten.
Bundel met een aantal overkoepelende thema's. Vaak grappig en eerlijk lelijk, of lelijk eerlijk - los van de absurdistische elementen. Ietwat banaal soms, maar wanneer je dat accepteren kan: de moeite waard.