Wie de afdeling populaire psychologie in de boekhandel bezoekt, vindt al snel een verklaring voor de bekende ‘man-vrouwverschillen’: in de oertijd waren de mannen dagenlang op jacht en bleven de vrouwen thuis met de kinderen. Dit soort rollenverdelingen, zo wordt ons verteld, heeft voor allerlei aangeboren verschillen gezorgd, zoals een beter richtingsgevoel voor mannen en betere sociale vaardigheden voor vrouwen. Maar is dit wel zo? Asha ten Broeke, wetenschapsjournalist voor Kennislink en Sp!ts, doet op vlotte en humorvolle wijze een radicaal andere theorie uit de doeken. Uit recente wetenschappelijke ontwikkelingen blijkt dat de meeste verschillen juist niet uit de oertijd stammen. In plaats daarvan worden ze veroorzaakt door hardnekkige denkbeelden die zich, met behulp van biologische mechanismen zoals epigenetica en de plasticiteit van het brein, in onze cultuur genesteld hebben. De meeste man-vrouwverschillen berusten op ideeën die grotendeels onbewust van generatie op generatie worden doorgegeven. Volgens Asha is het tijd deze te ontmaskeren.
Dit boek haalt alle mythes over mannen en vrouwen, populair gemaakt door Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus, onderuit. Mannen en vrouwen zijn gemiddeld even slim, hebben even goed ruimtelijk inzicht, en zijn even zorgzaam. Het idee dat mannen werken (buitenshuis) en vrouwen zorgen (voor de kinderen en het huishouden) is, aldus ten Broeke, een institutie die ontstaan is in de tijd dat de landbouw zijn intrede deed in de menselijke samenleving. En deze werd lange tijd stevig in stand gehouden door de normen waaraan mannen en vrouwen dienden te voldoen om 'echt' man of vrouw te zijn.
Ten Broeke haalt diverse onderzoeken aan die concluderen dat we geïnternaliseerde vooroordelen hebben jegens mannen en vrouwen, zoals ze in het eerste hoofdstuk illustreert met de opname van een huilende baby. Ook al wordt er twee keer dezelfde opname van dezelfde baby afgespeeld, wanneer studenten werd verteld dat het een meisje was, zou ze wel verdrietig zijn, en als het een jongen is, zou hij wel boos zijn.
Ze gaat dieper in op de epigenetica, de invloed van onze omgeving op het tot uiting komen van onze genen, en de verschillende manieren waarop wij jongens en meisjes behandelen, die leiden tot kleine verschillen in bepaalde cognitieve en persoonlijke eigenschappen. Bv. jongetjes die veel gamen hebben iets beter ruimtelijk inzicht; meisjes die met poppen spelen ontwikkelen een voorkeur voor zorgen. Hierbij uit ze veel kritiek op de evolutiepsychologen, die ervan uitgaan dat de verschillen tussen mannen en vrouwen evolutionair bepaald zijn, in plaats van wat de antropologen beweren, dat de verschillen cultureel-maatschappelijk bepaald zijn.
Kortom, ik zou iedereen aanraden dit boek te lezen. Het is in lekentaal geschreven, dus zonder moeilijke wetenschappelijke bewoordingen, en daarmee voor iedereen goed te volgen. En laten we, zoals ten Broeke aanhaalde in één van de laatste hoofdstukken, haar boek inzetten als een 'besmettelijk idee' (meme): lees het, praat erover, en probeer zo de man-vrouw institutie langzaam te veranderen naar een institutie die gelijkwaardigheid en gelijke kansen voor elk mens propageert.
Dit is een zeer informatieve boek op dit onderwerp. Ik heb ook al Cordelia Fine's Delusions of Gender gelezen en sommige voorbeelden kwamen er terug. Ik ben ook erg blij dat Asha ten Broeke opzetelijk geen moeilijke academische taal gebruikt want hoe meer mensen dit lezen hoe minder mensen in de omgeving mijn anti-gender-stereotypes (eigenlijk zelfs anti gender)-opvoeding storen.
Maar dit book is ook soms frustrerend. Asha komt wat mij betreft net bijna. Voorbeelden: Hoofdstuk 3 die over de invloed van de omgeving in tegenstelling van genen om de genderverschillen te creëren gaat eindigd met "Waarschijnlijk wordt Jonas geboren met het gevoel dat hij een jongetje is maar niet met welke rolpatronen, spelletjes, voorkeuren, gedragsregels, eigenschappen erbij horen" hoezo wist Jonas zijn gender waarschijnlijk wel? waar is dit op gebaseerd? Ik weet van mijn kinderen dat ze geen "gevoel van gender" hadden voordat ze naar school gingen. ze konden niet antwoorden of ze jongen of meisje waren en dat leerden ze pas op school (vooral omdat ze niet "pasten": "waarom heb je een roze fiets? maar je bent een jongen!")
De volgende hoofdstuk begint met "Het is net astrologie",de Ashanti volk van Ghana geven hun kinderen als voornaam de dag van de week dat ze geboren zijn want deze dag bepaalt hun karakter. Het heeft invloed op de kinderen om voortdurend te worden herinnert aan de verwachtingen op voorspellingen van ze elke keer dat "hun moeder ze roept om water te halen of te komen eten" totdat ze zelf deze voorspellingen waarmaken. Hmmmm... is dat niet z'n onbewuste suggestie dat alleen vrouwen verzorgen en opvoeden de kinderen? is het echt te radicaal om andere neutrale voorbeelden te geven om niet zelfs in het boek over het idee M/V het idee M/V in de hersenen van de lezers te versterken? Maar dat is in de Ashanti, in onze cultuur beginnen we ook onze kinderen al meteen na de geboorte anders te behandelen aan de hand van hun toegewezen gender. Asha noemt de woorden dat we kiezen om een baby te beschrijven en de kleur van de kamer. Net bijna weer 3de keer, want niet astrologie maar iets anders in onze cultuur veroorzaakt ook dat kinderen voortdurend worden herinnerd aan de verwachtingen en voorspellingen van ze - Het is niet onze horoscoopsymbool maar onze voornaam gewoon! Ik draag al 40 jaar een naam dat elke keer dat ik het hoor, lees, of schrijf dan wordt ik geconfronteerd met mijn gegeven gender. op social media bepaalt mijn naam hoe (geweldadig en sexueel intimiderend) andere naar mij reageren als ze met me niet eens zijn en daardoor bepaalt het wat ik voel dat ik zelf tegen kan, mijn naam heeft invloed aan mijn acties want ik kan van tevoren de reacties voorspellen.
Kortom, goed boek in duidelijke taal maar niet perfect ;)
Wow. Zo veel goede info, zo veel onderzoeken ontkracht waarvan we de uitslag al jaren als waarheid aannemen. Zo veel munitie voor discussies. Te veel, eigenlijk, want in elke discussie kun je het halve boek wel citeren om te laten zien waarom je discussiepartner ongelijk heeft, en we weten allemaal dat die partner niet gaat luisteren.
Daarom moet iedereen maar gewoon dit boek lezen of luisteren.
Vier sterren en niet vijf omdat het voorlezen nog wat te wensen over laat.
Mocht je ooit een boek gaan schrijven met noten na elk hoofdstuk, plaats dan a.u.b. verwijzingen in de tekst.
Verder een aardig boek, dat op een prettige manier verschillende onderzoeksgebieden op een populaire manier met elkaar verbindt. Ik was met veel termen, ideeën en memen bekend, maar heb ook nog wat interessante dingen geleerd, zoals het woord memen in deze context. Ik werd af en toe een beetje zat van het overdreven bloemrijke taalgebruik.
Een super fijn en toegankelijk geschreven boek. De nurture VS nature discussie heeft een prominente rol in het boek. Het bevat gigantisch veel informatie gestoeld op decennia aan wetenschappelijke onderzoeken naar de verschillen tussen m/v en wat hier mogelijk aan ten grondslag ligt. Asha heeft al deze informatie tot zich genomen en in dit boek hapklaar gepresenteerd. Erg fijn, hoef ik zelf al die boeken en papers niet te lezen. Mocht je dat toch willen, na ieder hoofdstuk wordt de relevante literatuur kort doorgenomen. Ik heb er een paar omcirkeld die mijn interesse hebben gewekt!
Overtuigend en leesbaar boek over vrouw-man verschillen. Ten Broeke betoogt op overtuigende wijze dat de vermeende verschillen hoofdzakelijk zijn aangeleerd en door vrouwen en mannen in stand worden gehouden. De v/m-verschillen zijn veel minder significant dan verschillen tussen individuele mensen. Lees en laat een frisse wind door uw vooroordelen waaien...
Venus en Mars op drijfzand Ten Broeke maakt aannemelijk dat veel van de vaste ideeën over Venus en Mars op drijfzand rusten. Haar argument daarvoor is dat historische verklaringen van verschillen (vrouwen zijn verzorgers - Venus - en mannen zijn jagers - Mars) feitelijk projecties zijn van de huidige dominante rolpatronen op moeilijk en multi-interpretabele overblijfselen uit de oudheid.
Epigenetica Ze maakt ook aannemelijk dat genetische verschillen ook niet afdoende verklaren. Haar argument daarvoor is epigenetica, of zoals ze het zelf met een knipoog verwoordt: ”In mooi Nederlands: nature via nurture.” Daarmee doelt ze op het fenomeen dat dna en genen niet rechtstreeks tot gedrag leiden, maar via gedrag kunnen worden geactiveerd, of juist niet. Zo kan het dat iemand met aanleg voor een hartkwaal daar door een fitte levensstijl nooit achter komt; de levensstijl zorgt ervoor dat het hartkwaalgen niet actief wordt. Eén-nul voor een gezonde en fitte levensstijl! Ze besteedt veel aandacht aan epigenetica en daaraan verwant onderzoek. Dat doet ze voor mij als leek grondig, maar ik vind het wel een wat langdradig stuk in het boek. Ik begrijp wel dat ze het doet, want het is één van de kernargumenten waarmee ze vastgeroest denken probeert los te trekken, en dat gaat nu eenmaal beter als je goed bent gedocumenteerd.
Anticiperen Volgens Ten Broeke is de hardnekkige overtuiging dat ouders met hun gedrag en speelgoed reageren op de behoeftes van hun kinderen onjuist. Het is andersom. Canadees onderzoek naar kinderkamers heeft aangetoond dat ouders anticiperen, al voor de geboorte: meisjes veel roze, knuffels en poppen, jongetjes blauw en sportspullen en speelgoedgereedschap... Ergens halverwege vat ze haar standpunt zo samen: ”Man-vrouwverschillen komen niet voort uit ons verleden of onze genen: ze komen uit Suburbia.”
Werk Volgens Ten Broeke is de programmering van de v/m-verschillen zo allesoverheersend in onze jeugd dat we er als volwassene heilig in geloven en er gewoon mee doorgaan met onze eigen kinderen. Met grote gevolgen voor de samenleving. Ten Broeke hekelt denksters die vinden dat lekker moederen een recht is van vrouwen. ”Het glazen plafond, begrijpen we hieruit, bestaat dus eigenlijk niet. Vrouwen maken hem zelf.” Zouden vrouwen niet nog gelukkiger kunnen zijn als ze uitzicht hadden op groei en ontwikkeling in hun werk? En, waaróm willen vrouwen zo hardnekkig moederen en niet werken? Ze haalt een onderzoek aan waaruit blijkt dat ons onderbewustzijn mannen betere werkkwaliteiten toedicht dan vrouwen. ”Onbewust sluikseksisme” (dubbelop??). We willen wel gelijke kansen bieden, maar we kúnnen niet - vanwege jarenlange verkeerde programmering. Schokkend.
Vrouwen manipuleren mannen In de natuur en bij primitieve stammen geldt deze vuistregel: schaarste leidt tot agressie en agressie tot een traditionele rolpatronen terwijl overvloed emancipeert... waarom is dan het rijke westen nog zo traditioneel qua v/m-verdeling? ”Het glazen plafond heeft een onderkant - daar zitten vrouwen die wel naar de top hadden gewild - maar ook een bovenkant, waar de tweederde van de papa’s zitten die liever minder hadden gewerkt om meer thuis te zijn. Aan beide kanten is het plafond even hard.” Tweederde! Bewondering voor het evenwichtige beeld dat Ten Broeke durft te schetsen. Weg van de onderdrukking van vrouwen door mannen - mannen zitten gevangen in een net dat door vrouwen is uitgegooid om mannen te laten werken en zelf lekker thuis te blijven en te moederen. Wat een dappere en geloofwaardige stellingname van Ten Broeke. Wedden dat in landen met een lage welvaart vrouwen ook werken? Daar wel. Niet werken is een luxe, geen biologische noodzaak; een luxe die kan worden gedeeld door vrouwen en mannen, wat mannen na al die tijd van manipulatie door vrouwen wel eens een keer verdienen, net zoals vrouwen carrières, vanzelfsprekend.
Specialisatie en voortplanting van ideeën Ten Broeke verklaart het ontstaan van v/m-verschillen historisch met wat in de economische theorie specialisatie heet. Zodra niet iedereen alles meer zelf doet, ontstaat er taakverdeling. Specialisatie leidt in de regel tot meer welvaart, doordat mensen gaan zich toeleggen op één taak en daar dan erg goed en efficiënt in worden. We zien dit ook bij sport waar specialisten meestal winnen van generalisten. Eenmaal gespecialiseerd geven mensen, kuddedieren die we zijn, dat idee door van generatie op generatie. Net zoals genen planten ideeën zich voort; de wetenschap noemt zo’n idee dat zich voortplant een ‘meme’. Eenmaal in een patroon is veranderen lastig: de kudde bestraft de dappere eenlingen die afwijken.
Afleren niet in belang van vrouwen Snel afleren dus die verouderde v/m-vooroordelen... overheidscampagne er tegenaan, net als tegen roken. Niet dus. Volgens Ten Broeke verzetten mensen zich tegen ongewenste informatie. Dat triggert fenomenen als cognitieve dissonantiereductie en reactance, oftewel de hakken-in-het-zand- of waar-bemoei-je-je-mee-dat-maak-ik-toch-zeker-zelf-uit-reflex... Het enige wat helpt is regelmatig primen (nadeel: effect duurt kort) en conditioneren: ”Hoewel het niet gemakkelijk is, en het duidelijk moeite, tijd en oefening kost, lijkt een vooroordeel uiteindelijk een gewoonte te zijn die doorbroken kan worden.” Vandaar dat het v/m-vooroordeel nog zo massief bestaat: wie wil er nou moeite doen, lang de tijd nemen en veel moeten oefenen om iets te veranderen wat nu in je voordeel werkt - lees: vrouwen. Zie ik met onze welvaart niet snel gebeuren. Jammer jongens, je zult moeten doorwerken voor je toegang tot seks. Of zit ik met die conclusie juist middenin het vooroordeel??
Enkele kritische kanttekeningen Ik heb maar een paar kritische kanttekeningen bij dit leesbare en overtuigende boek. Ten eerste zet Ten Broeke zich nogal af tegen populair-wetenschappelijke boeken, terwijl ze met dit boek er gewoon zelf een heeft geschreven. Ten tweede, zoals vaker bij populair-wetenschappelijke boeken staat dit boek vol met onderzoeksbeschrijvingen. Na de zoveelste bekruipt mij dan het gevoel van anekdotische bewijsvoering, dat al dat specifieke onderzoek nodig is om de vooropgezette redenatie te onderbouwen in plaats van andersom. Ten derde: het taalgebruik is erg joviaal, populair wetenschappelijk met af en toe teveel van populair. Laatste puntje: in de passage over reactance wijst Ten Broeke met emotie overheidscampagnes tegen overgewicht van de hand. Dat activeert mij als lezer, overgewicht is immers bewezen ongezond dus waarom opeens die antihouding? Even googlen geeft antwoord: Ten Broeke omschrijft zichzelf in de media als obees. Een dergelijke persoonlijke betrokkenheid kan de lezer die last heeft van reactance het argument geven dat dit boek een egodocument is, een rechtvaardiging van een persoonlijke vete of iets dergelijks. Dat zou dit boek geen recht doen. Tenslotte een tip: verander in de volgende editie de titel in “Het idee v/m”, om het vooroordeel te doorbreken dat de man voorop staat en te onderstrepen dat de vrouw aan de bak moet. Boeien dat het niet rijmt...
Dit boek is een must read voor iedereen, het heeft de manier waarop ik tegen onze cultuur aan kijk voor altijd veranderd en wijst je op een gigantische "bias" in onze maatschappij. Asha ten Broeke is een visionair en onvolprezen wetenschapsjournaliste wiens roepen in de woestijn nu ook langzaam de totale wetenschappelijke gelederen bereikt. Wie iets van haar hand leest, leest dingen die over tien tot twintig jaar als gemeengoed aangenomen zullen worden.
Wat een heerlijk boek om te lezen! Het doet me altijd plezier als evolutiepsychologie, terecht, met de grond wordt gelijk gemaakt en een alternatief wordt aangeboden. Dit is ook een heel leesbaar boek met toch genoeg wetenschappelijke onderbouwing. En ja: ik heb een aantal keer hardop gelachen met de flauwe mopjes die er in staan.
Het is niet de oertijd, niet de biologie met onze 20.000 genen (5000 minder dan een komkommer) in elke cel, of hormonen die de uiterst kleine gemiddelde man-vrouwverschillen veroorzaken of verklaren, maar de epigenetica, waarin opvoeding, interactie, SES etc. bepaalde genen activeren en andere niet (nature via nurture). Geen enkel chromosoom of gen staat dus rechtstreeks in verband met hersenen of gedrag.
De overlap tussen mannen en vrouwen is bovendien zo groot dat eventuele verschillen (0,5% of minder) in het niet vallen bij individuele verschillen tussen mensen onderling. Er is overigens niet enkel XX en XY, maar ook XXX, X0, XXY ... Links- en rechtshandigen hebben overigens grotere verschillen in de hersenen dan mannen en vrouwen.
Het zijn vooral subtiele, impliciete stereotypen in opvoeding (al van voor de geboorte, denk maar aan het gemiddelde geboortekaartje, om van het aangeboden speelgoed te zwijgen), in onderwijs en cultuur die een grote invloed hebben op gedrag (van kinderen, ouders, leerkrachten, maar ook dat van wetenschappers, die lange tijd, vaak goedbedoeld, zagen wat ze wilden zien — inattential bias) en daardoor ook receptoren klaarmaken voor hormonen in de puberteit, waardoor het dan soms dubbel raak is (met alle nuances vandien).
80 à 90% van de bevolking is onbewust seksistisch (IAT: implicit association testing). Ouders praten op een hogere toon tegen meisjes (denk ook aan ‘sweety’ of ‘love’ vs. ‘tiger’ en ‘grote jongen’), praten vaker tegen hun dochter en gebruiken daarbij meer emotioneel geladen woorden, troosten dochters langer, grijpen minder snel in bij jongetjes die waaghalzerij uithalen. En dat heeft allemaal een invloed op de uiterst flexibele hersenen van een kind.
Tel daar nog wat groepsdruk bij en de drang om erbij te horen en je weet waarom stereotypen voortleven en impact hebben, ook omdat ze op cruciale momenten (studiekeuze, deeltijds werken) de kop opsteken, of een rol spelen in ons oordeel over mensen die we niet goed kennen.
Ten Broeke haalt heel wat vastgeroeste ideeën onderuit of brengt ze nog eens netjes voor het voetlicht. Er waren ook jagende moeders, meer zorgzame vaders dan we vermoeden, promiscue vrouwtjeschimpansees (en een enkele zorgzame mannetjeschimpansee), heel wat zorgzame mannetjesbavianen, biseksuele bonobomoeders die banden smeden met seks, verschillen tussen jagers-verzamelaarsstammen als de !Kung enerzijds en de Hadza en Agta of Aka-pygmeeën anderzijds.
Er is geen enkel intelligentieverschil tussen mannen en vrouwen. En vaders krijgen tijdens de zwangerschap van hun vrouw ook meer cortisol en prolactine die hen attent en gevoelig maken, hun testosteronniveau daalt en de oxytocine stijgt. Vaders zijn net zo warm, liefdevol, stimulerend, streng en koesterend als moeders. Zowel mannen als vrouwen streven naar aanzien en invloed, al krijgen vrouwen in onze maatschappij vooral status toebedeeld door hun rol als moeder en mannen door een succesvolle carrière.
Daarnaast is er ook het welbekende Pygmalioneffect en de ‘stereotype threat theory’ met wiskundetesten waarop meisjes even goed scoren als ze denken dat het een tekentest is, IQ-testen waarop Afro-Amerikanen hoger scoren als ze vooraf een positief stereotype horen (‘primen’). Weet ook dat sommige vrouwen evenveel testosteron hebben als sommige mannen, dat testosteron niet met agressie in verband staat, dat agressie zich niet altijd fysiek manifesteert, dat oestrogeen ook zorgt voor een drang naar status en macht, dat meisjes soms even ruig spelen als ze niet aan het stereotype van het lieflijke meisje worden herinnerd door de aanwezigheid van jongens, dat in sommige onderzoeken de helft van de vrouwen aangeeft dat ze vroeger tomboys waren, en het blijkt allemaal toch niet zo simpel als Moeder Natuur die voor de rolverdeling zorgt.
De grote ommeslag in de geschiedenis was vooral het ontstaan van de landbouw, die ervoor zorgde dat er meer voedsel was, meer kinderen geboren werden, en er een hiërarchische samenleving ontstond waarin de rollen verdeeld werden. Vrouwen gingen niet meer mee jagen, al dan niet met draagdoek, maar zoogden de vele kinderen. Naast landbouwers ontstonden andere beroepen, zoals smid of soldaten in dienst van machthebbers, en een hiërarchische taakverdeling met vrouwen als mindere, die allerlei verboden opgelegd kregen en schromelijk onderschat werden. Ook schaarste leidt in veel samenlevingen tot agressie, en agressie wekt een traditionele rolverdeling in de hand.
En ook nu nog leven hardnekkige stereotypen verder, denken heel wat ouders, leerkrachten en kinderen dat jongens onder de 12 jaar, van dezelfde grootte en lengte, sterker zijn dan meisjes, dat vrouwen beter zijn in multitasken, dat mannen een beter aangeboren ruimtelijk inzicht hebben (blijkt niet op te gaan in armere gezinnen — zonder tv of stereotiep speelgoed), dat vrouwen meer praten (mannen zijn de kletskoppen waar ze meer macht hebben), dat jongens beter zijn in wiskunde (meisjes van 12 zijn gemiddeld iets beter — in geëmancipeerde landen), en dat hoge cijfers voor wiskunde aan talent ligt bij jongens en aan hard werken bij meisjes (wat ook Marie Curie kreeg aangewreven, ook al won ze tweemaal de Nobelprijs).
Helder geschreven, goed onderbouwd, net wat je nodig hebt!
This entire review has been hidden because of spoilers.
Toegankelijk werk over ons denken op het gebied van al dan niet bestaande man-/vrouwverschillen. Aan de hand van vele wetenschappelijke studies wordt uiteengezet hoe, waar en wanneer hardnekkige vooroordelen zijn ontstaan, welke invloed ze nog steeds hebben en - in mindere mate - hoe we het anders kunnen aanpakken. Lichte kost, ondanks de wetenschappelijke basis, en dat is knap. Wel ‘jammer’ dat veel vrouwelijke wetenschappers zelfs in dit boek worden geïntroduceerd aan de hand van bijvoorbeeld hun haarkleur en kledingkeuze. Als dit bewust is gedaan, had de auteur het alsnog beter kunnen laten. En minpunten voor het gebruik van ‘blank’ waar ‘wit’ wordt bedoeld.
Het is geen boek over leuke weetjes. Het is niet grappig bedoeld. Het is een boek over verschillen tussen mannen en vrouwen, onderbouwd met wetenschappelijk bewijs. Het eerste hoofdstuk ging heel technisch over genen. Daarna was het makkelijker te begrijpen. Interessant boek wanneer je in dit onderwerp bent geïnteresseerd.
Dit boek zou door iedereen gelezen moeten worden. Hoewel op sommige punten wellicht wat verouderd en helaas vrij cis geschreven (als we het over gender hebben is de pure cis man-vrouw benadering natuurlijk niet compleet en brengt het bestaan van trans mensen ook nieuwe perspectieven op tafel), is het zeker nog relevant en veegt het de vloer aan met veel hardnekkige mythes
Weer een boek om mensen goed mee om de oren te kunnen slaan. Na al het lezen over feministische ideologieën over opgelegde genderrollen is het heel fijn om een boek te vinden die dit wetenschappelijk onderbouwt en ook nog eens heel prettig te lezen is.
Prima overzicht van ideeën en onderzoeken over m/v. Een van de interessantste commentaren was: verschillen tussen mensen onderling zijn groter dan de verschillen tussen man en vrouw.
Asha ten Broeke geeft kritiek op de wetenschap van man/vrouwverschillen. Deels is dat ook al door anderen gedaan, maar ze schrijft op een bijzonder leesbare manier. En ze introduceert een 'derde weg' tussen 'nature' en 'nurture': de epigenetica.
Lekker vlot doorheen gelezen. Interessante uiteenzetting over de verschillen en vooroordelen over mannen en vrouwen. Interessante materie die door de schrijfster goed is verwoord.