Stefan Hertmans is niet de eerste dichter die onbeschroomd kiest voor schoonheid in troebele tijden. Zijn gedichten zweven tussen deze twee polen - vormbewuste verleiding en scherp poëtisch bewustzijn.
Onder een koperen hemel is een meeslepende bundel waarin veel registers en toonhoogtes worden bespeeld. De gedichten ademen tegelijk tijdloosheid en de hemel van Giotto hangt inmiddels vol satellieten. Zoveel andere stemmen klinken mee, van W.B. Yeats en J.H. Leopold tot Jeff Buckley en Moby - en toch gaat het om de unieke, intieme stem van Stefan Hertmans. Wie zei dat dichters eindelijk moeten beginnen iets te zeggen? Deze krachtige nieuwe bundel bewijst opnieuw dat Hertmans nooit is opgehouden alles te zeggen.
Stefan Hertmans is a Flemish Belgian author, poet and essayist. He is the author of a literary and essayistic oeuvre - including poetry, novels, essays, plays, short stories. His poetry has been translated into various languages and he has taught at the Ghent Secondary Art Institute and the Royal Academy of Fine Arts in Ghent. He has given lectures at the Sorbonne University, the universities of Vienna, Berlin and Mexico City, the Library of Congress in Washington D.C. and University College London. His work has been published in The literary Review (Madison) The Review of contemporary fiction (Illinois) and Grand Street (New York). He was awarded the ECI Literatuurprijs and the Golden Book Owl Audience Award for War and Turpentine, a novel based on his grandfather's notebooks recollecting his time before, during and after the First World War.
Stefan Hertmans is een Belgisch schrijver, dichter en essayist.
Hij is auteur van een literair en essayistisch oeuvre (poëzie, roman, essay, theatertekst, kortverhaal) dat hem in binnen- en buitenland bekend maakt. Zijn gedichten en verhalen verschenen in het Frans, Spaans, Italiaans, Roemeens, Kroatisch, Duits, Bulgaars. Hertmans doceerde aan het Stedelijk Secundair Kunstinstituut Gent en de Koninklijke Academie voor Schone kunsten (KASK, Hogeschool Gent) en leidde er het Studium Generale tot oktober 2010. Hij gaf lezingen aan de Sorbonne, de universiteiten van Wenen, Berlijn en Mexico City, Library of Congress (Washington), University College London. Zijn werk verscheen onder meer in The literary Review (Madison) The Review of contemporary fiction (Illinois) en Grand Street (New York). Hertmans werkte mee aan tijdschriften zoals Raster, De Revisor, Het Moment, NWT, Yang, Dietsche Warande & Belfort, Poëziekrant en Parmentier. Van 1993 tot 1996 was hij redacteur van het Nederlandse tijdschrift De Gids, hij recenseerde voor De Morgen en schreef de boekenbijlage van De Standaard. In Nederland publiceerde hij in Trouw.
In 2017 werd hij Commandeur in de Kroonorde. Stefan Hertmans is een Vlaams schrijver, dichter en essayist.
Het moet zes jaar geleden zijn dat ik deze bundel las. Omwille van mijn onforuinlijke GR-crash vorig jaar, kan ik helaas mijn eigen notities erover niet meer herlezen. Toch herinner ik me nog dat ik er behoorlijk mee geworsteld heb, omwille van de soms on(be)grijpbare densiteit van de veelal titelloze gedichten. Ja, er schemerde een aura van schoonheid en métier in door, maar ik wist niet wat ik ermee aan moest. Dat ik de bundel dus ooit nog eens zou moeten herlezen, stond buiten kijf.
Na het lezen van Dius, Stefan Hertmans' bloedmooie, pas uitgekomen roman, voelde ik me gewapend en ontvankelijk genoeg om me aan die tweede lezing te wagen. En wat ik las beviel me beter deze keer. In eerste instantie kreeg ik vooral nog meer oog voor het métier van de dichter. De compositie, het gebruik van kruis- en binnenrijm, de dosering van strofen en de enjambementen liggen er nergens vingerdik bovenop, precies zoals je dat van een gerijpte pen verwacht.
Inhoudelijk bleven veel gedichten wel hun ingedikte lading behouden, grotendeels zonder de houvast van een cyclus of een titel en met veel associatief aanvoelende beelden en gedachten die je als lezer het gevoel geven dat de dichter je op de proef stelt; je niet zomaar binnenlaat in zijn rijke ideeënwereld. En dat laatste bezit Hertmans absoluut. Net als in zijn recentste roman, sijpelt constant de kunst, literatuur- en filosofiegeschiedenis zijn versregels binnen. Tegelijk, en dat is in Dius niet anders, zijn dit stuk voor stuk gedichten van vlees en bloed. Ze worden bevolkt door mensen, geliefden, natuurelementen, verbeelde en beleefde landschappen, mythische en wereldse zaken die onze alledaagse menselijke conditie vorm geven.
Naast de vier gedichten die Stefan Hertmans in het kielzog van Oorlog en terpentijn schreef, voelde ik ook sterk de invloed van of intubatie door De bekeerlinge, voor mij zijn meest complete roman. Ook de actualiteit doet bij Hertmans altijd een duit in het zakje, maar net zoals in de vorm gebeurt dat ook hier uiterst ambachtelijk en onnadrukkelijk ingebed in de poëtica van de meester. Om maar te zeggen dat deze bundel er vandaag een ster bij krijgt. En over zes jaar herlees ik hem zeker nog eens.
Hoewel ik een groot fan ben van zijn romans, kan ik me in Hertmans' poëzie niet thuis vinden. Op de serie gedichten die naar de Eerste Wereldoorlog verwijst na, raakte geen er van mij echt.
Het heeft heel lang geduurd vooraleer de gedichten van deze bundel mij begonnen te bekoren. Gedurende de eerste 80 pagina's ontnam een schijnbaar geforceerde zoektocht naar eruditie en ongemakkelijke en obscure verwijzingen mij elk gevoel van authenticiteit en inleving. Toch ben ik blij dat ik verder gelezen heb. In de laatste twintig gedichten stuitte ik op een hervonden eerlijkheid alsook een wil om de poëzie zichzelf te laten zijn. Ook al bleven de verwijzingen en atypisch woordgebruik aanwezig, hier kwamen ze veel organischer over en speelden ze een verrijkende rol in de poëzie, waardoor ik alles bij elkaar de bundel toch neerleg als een tevreden lezer.
Ik zou willen dat deze gedichten witte bordjes met een kleine beschrijving hadden, zoals kunstwerken in een museum.
Soms voel je een gedicht heel duidelijk. Melancholie, of meer een gevoel als bij een mooi muziekstuk. Veel van de gedichten staan wel zo vol verwijzingen naar dingen die echt geen common knowledge zijn, dat je je wat dom gaat voelen. Ik in elk geval. De rode lijn (of überhaupt het onderwerp) is zelden te volgen. Om deze reden vier sterren ipv vijf, want de gedichten zijn wel mooi, ontroerend, verwarrend. Ik denk zeker dat deze een herlezen verdient.