In Kind van de onderwereld beschrijft Claudia Schoemacher (40) hoe zij op achtjarige leeftijd in contact komt met haar biologische vader, een Italiaanse beroepsgokker die in criminele kringen verkeert. Als Claudia veertien is en nietsvermoedend op school zit, wordt haar vader na een schietpartij opgepakt en in de Bijlmerbajes vastgezet. Claudia schrikt de volgende dag wakker van een sleutel in de voordeur. In plaats van haar vader staan twee Amsterdamse rechercheurs met getrokken pistolen in haar slaapkamertje. Het verandert niet alleen haar jeugd, maar ook haar karakter voorgoed.
Vooraf had ik een klein bergje vooroordelen over de auteur en dit boek. Ja, ik schaam me.
Maar het boek is soepel en licht geschreven vanuit een inktzwart verleden. Arm kind. Arme adolescent. En misschien nu nog steeds wel arme vrouw. Meer zelfreflectie had ik prettig gevonden, maar ik denk dat dat de vaart uit het boek had gehaald.