Bien > Recent Status Updates

(p.84:) “‘De bibliotheek vindt haar oorsprong in een zeer ver verleden,’ zei Malachias, ‘en de boeken staan geregistreerd naar de volgorde van aanschaf of van schenking, dus het tijdstip waarop ze binnen onze muren zijn gekomen.’”

(p.45:) “De bibliotheek is ontstaan volgens een plan dat door de eeuwen heen voor iedereen verborgen is gebleven en dat geen van de monniken geroepen is te kennen. Alleen de bibliothecaris heeft het geheim ervan ontvangen van de bibliothecaris die hem voorafging (…).”

(p.69:) “Terraformingsoorlogen waren dus biopolitieke conflicten, waarin hele bevolkingsgroepen werden onderworpen aan vormen van geweld die massale biologische en ecologische ontwrichtingen inhielden.”

(p. 7:)’The entrance to the library is flanked by two gigantic statues: hybrid creatures - half human, half animal. Lamassus are protective spirits.’

P.227: ‘“The point is, Somni, it takes a reader of truly eclectic habits for the head librarian to bother alerting me.”’

p. 186: “In Freiberg raakte Novalis ervan overtuigd dat natuur- en scheikunde net zulke scheppende ondernemingen waren als schilderijen en gedichten. ‘De wetenschappen moeten allemaal gepoëtiseerd worden,’ schreef hij”

(p. 8:) “We zullen het uitvoerig vertellen, nauwkeurig en grondig. (…) wij zijn van mening dat alleen het grondige echt onderhoudend is.”

(p.88:) “‘Je zou denken,’ schreef Olga aan haar zus, ‘dat professor Cense het truttig zou vinden dat ik een soort naaikransje ben begonnen, maar hij vindt het juist een prachtkans. Op zijn verzoek heb ik een schriftje aangelegd waarin ik huis-, tuin- en keukentermen van de Makkasaarse vrouwen noteer.”

(P. 204:) “De verteller vindt het in dit verband buitengewoon jammer dat hij hier niet iets echt spectaculairs kan vertellen, het troostrijke optreden van een of andere held bijvoorbeeld, of een bepaalde opzienbarende daad, zoals je die in de oude verhalen tegenkom. Maar niets is minder sensationeel dan een plaag. Alleen al door hun lange duur zijn grote rampen eentonig.”

“De week daarop kwam er geen enkele slede over het ijs van de Wolga: de rivier was leeg en wit, slechts doorsneden door de zigzaglijnen van wolvensporen.”

(p. 73:)”He used often to say there was only one Road; that it was like a great river: its springs were at every doorstep, and every path was its tributary.”