Proloog – Aldus Sybren
Onderstaande proloog heeft het tot versie 3.3 uitgehouden. Daarna besloot ik dat hij eruit moest, het verhaal moest meteen beginnen, zonder samenvatting van tevoren. Ik denk dat iedereen het met me eens is dat het een goede beslissing is geweest.
Overigens, op basis van de laatste zin heeft het verhaal nog een poosje de werktitel “Blauwe Inkt” gehad, maar daar was niemand van gecharmeerd.
Single.
Voor het eerst sinds tien jaar. Sterker nog, voor het eerst van mijn leven.
Ook toen mijn kersverse ex-man zijn veel nettere en volwassener ogende handtekening onder de scheidingspapieren zette, kon ik nog weinig anders denken dan: Jezus, hoe anders is mijn leven nu dan toen ik hem voor het eerst zag.
Twee tieners, hij net achttien, ik bijna negentien, klaar met highschool. Onhandig op het genante af, al hadden we vooraf via AOL instant messenger afgesproken dat we niet awkward zouden doen en elkaar gewoon zouden knuffelen. Het begin van een ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’, iets waar mijn klasgenoten me van hadden overtuigd dat dat niet voor mij was weggelegd.
Nu bleek dat het leven niet te plannen valt, wat iedereen ook beweert.
Hij legde de pen neer en schoof de papieren terug naar de mediator, schaapachtig en met een gelaten blik in zijn ogen. Ik onderdrukte de opwelling zijn hand te pakken; elke poging van toenadering was de afgelopen maanden afgestraft en met publiek erbij zou hij zich helemaal geen raad weten met zijn houding.
“Dan is alles nu in orde,” zei de mediator met haar opgeruimde stem. “Ik zal alle papieren opsturen en als ze een beetje opschieten, is het over zes weken definitief. Ik wens jullie beiden veel geluk.”
We stonden tegelijk op, wilden tegelijk haar hand schudden en zij wist niet welke van de twee mannen die nu voor haar stonden het eerst moest. Ik liet Brian voorgaan – als het niet volgens het boekje kon, zou zijn humeur nog verder kelderen, en we moesten nog samen naar huis.
Zes weken dus, dan was ik vrij om te gaan. Naar Nederland, was het plan, het land waar ik de eerste acht jaar van mijn leven had doorgebracht met mijn ouders en broertje. Nog zes lange weken in de logeerkamer slapen, op de bank naar dezelfde televisieseries kijken, ieder in zijn eigen hoekje, niet tegen elkaar aangekropen zoals vroeger.
Ineens wist ik niet zeker of ik dat wel zou kunnen. Brian leek onbenaderbaarder dan ooit tevoren op dit moment, bijna een vreemde. Zeker niet de man met wie ik tien jaar van mijn leven gedeeld had.
Maar zou hij niet hetzelfde denken als hij mij zag? Vijf jaar geleden was hij getrouwd met een vrouw. Nu was hij gescheiden van een man.
Ik weigerde me schuldig te voelen over waar ik hem doorheen had gesleept zonder dat hij erom had gevraagd. Ik had er óók niet om gevraagd, net zomin als men vraagt om een dwarslaesie of een angststoornis. Nee, schuldig voelde ik me niet, maar ik vond het wel lullig voor hem. Ik had de afgelopen jaren geprobeerd om de impact van mijn transitie van vrouw naar man zo klein mogelijk te houden, maar ook al laat je een bom heel voorzichtig vallen, ontploffen doet hij toch wel.
Zes weken lang wisselden we alleen de hoogstnoodzakelijke woorden. Ik spendeerde meer en meer tijd bij vrienden of in de homobar The Element, nam afscheid van mijn vrienden en regelde de laatste dingen voor mijn vertrek. De dag dat ik de oostkust van Amerika definitief achter me liet, vertrok hij naar zijn werk zonder nog iets tegen me te zeggen. Zo goed en zo kwaad als het kon zette ik het van me af. Het was tijd voor een nieuw hoofdstuk.
Geschreven in blauwe inkt.
Published on July 11, 2016 09:48
No comments have been added yet.