Goede voornemens
Ik ben iemand die deadlines nodig heeft. Een vastomlijnd moment waarop iets moet gebeuren. Niet alleen voor werk, maar voor eigenlijk alles. Naar bed gaan, de afwas doen, alles wat moet gebeuren. Vooral als die deadline een stukje in de toekomst ligt, vermindert het stress: het hoeft nu nog niet.
Echt werken doet het niet. Als ik mezelf heb voorgenomen om precies 2:00 naar bed te gaan, of zondagmiddag te gaan afwassen, en ik ben nog niet moe of ik heb geen zin, gebeurt het ook niet. Dan kijk ik onbewogen hoe de klok verspringt naar half drie, drie uur, en schuif ik de stapel vuile borden naar een ander stukje van het aanrecht.
Dat komt omdat er niet echt een reden is. Waarom zou ik afwassen, er is verder niemand die er last van heeft (als ik bezoek verwacht, is het wat anders natuurlijk). Waarom zou ik gaan schrijven, er is niemand die op mijn verhaal zit te wachten. Dat kan later ook wel, veel later misschien wel.
Ik had twee goede voornemens, die op 1 januari in zouden moeten gaan: minder (troep) eten en gaan schrijven.
Het werd 2 januari, want smoesjes (het was zondag, het was een feestdag, ik had niks gezonds in huis en ik was het weekend weggeweest dus moest eerst bijlezen op Facebook en toen geen tijd meer om te gaan schrijven). Maar ik ben wel begonnen. Geen chocola meer, niet twee kaneelbroodjes als voorafje of een zak oliebollen in plaats van avondeten. Wel 1500 woorden per dag buffelen.
Want er zit nu iemand op mijn verhaal te wachten.
Na een geniale ingeving (goed, niet heel geniaal, maar wel bruikbaar) op Sinterklaasavond, die mijn redacteur goed vond klinken, ben ik begonnen met iets dat mijn volgende boek moet worden. Ik merk meteen hoe anders het schrijft als je weet dat iemand het wil hebben als het straks af is. Het is een verhaal waar ik naar gezocht heb, in plaats van dat ik het naar me toe liet komen. Een verhaal dat zich idealiter sneller laat afronden dan de drie jaar die ik over Aldus Sybren heb gedaan.
Schrijven heb ik nooit echt leuk gevonden. Geschreven hebben wel. Werken aan Aldus Sybren (en aan Cadans) was relaxt want geen deadlines. Dubbel Leven en Oog in Oog waren anders, maar daarvan kende ik de personages al en wist ik waar het verhaal heen moest. Verder is dat al zo lang geleden dat ik niet meer goed weet hoe moeilijk het toen was. Nu ben ik helemaal opnieuw begonnen, met personages die ik helemaal zelf moet bedenken, een plotlijn waarvan ik maar moet afwachten of het zich ontwikkelt tot wat ik in de synopsis heb beschreven, en een toon en stijl waar ik nog niet goed in zit. Om eerlijk te zijn zie ik er als een berg tegenop en ik heb mezelf verbaasd dat ik werkelijk al ben begonnen.
We zullen zien hoe het gaat. In ieder geval heb ik geen excuses of smoesjes meer. Mijn deadline is 1 juni. Laat maar komen.