OP DE FIETS NAAR MARS.

Bericht 5

Op mijn fietsreis van het jaar 2000 door Zuid Amerika bezocht ik op de Boliviaanse hoogvlakte de oude Pre-Inca- ruïnestad Tiahuanaco (ook wel geschreven als Tiwanacu). Daar staat de beroemde Puerta del Sol, de Poort van de Zon, ons allen natuurlijk wel bekend, want al zou u er nooit geweest zijn, in elk zichzelf respecterend fotoboek van Zuid Amerika staat dit archeologische fenomeen afgebeeld. Op dat ruïnegebied van Tiahuanaco staat echter ook, behalve nog veel meer prachtig, oeroud ‘puin’, de Puerta de la Luna, oftewel de Poort van de Maan. Die ziet er een stuk minder indrukwekkend uit dan de poort van de zon. Het is maar een klein, iel, eigenlijk wat onnozel poortje, waar de meeste bezoekers voorbij lopen zonder er veel aandacht aan te besteden. Sommigen missen het zelfs geheel, naarstig op zoek als zij zijn naar imposante steenconstructies die daar vele eeuwen geleden zijn neergezet door ijverige Tiahuanaco-bouwvakkers.

Toen ik op 16 juni van dat jaar bij die poort van de maan kwam was die voor mij echter belangrijker dan de mooie, grote poort van de zon, want juist daar had ik, met al mijn reizen bij elkaar, de afstand van de aarde naar de maan gefietst. Het was zuiver toeval dat dat precies zo uitkwam. Ik had dat niet zo uitgestippeld en voor mijn aankomst in Tiahuanaco nog een paar honderd kilometer rondjes gereden om op de kop af die 384.400 km op mijn totaalteller te hebben staan, die onze trouwe satelliet van ons vandaan staat. Om overigens héél precies te zijn, ontbraken er nog 17 kilometer aan (0,044%) en als ik het zo had willen uitmikken, zou ik eerst ook nog die 17 km heen en weer gereden hebben. Als extra grote toevalligheid was het die avond volle maan. Die combinatie inspireerde mij tot het schrijven van het verhaal ‘De poort van de maan’, dat is opgenomen in mijn gelijknamige boek ‘De poort van de maan’, een bundel van 21 korte reisverhalen. (Later schreef ik over die hele Zuid Amerika-reis ook nog het boek ‘De magische vijfduizendmetergrens’, waarvan kort geleden de tweede druk is verschenen, nu geheel in kleur. Dit even als zijsprongetje en ter informatie voor het geval het u is ontgaan!).

Foto 1: Ik in het jaar 2000 voor de Poort van de Maan in Tiahuanaco. (Uit de oude doos, die ik op zolder onder een flinke laag stof vandaan haalde)

Van meerdere kanten werd (en wordt) mij gevraagd om nog eens zo’n verzameling korte verhalen te schrijven, omdat die ‘zo lekker weglezen voor het slapen gaan’. En inderdaad ben ik kort geleden aan zo’n bundel begonnen, waardoor het opruimen van mijn huis, waar ik drie jaar geleden vol ijver aan begonnen ben, voor de zoveelste keer vertraging oploopt. Een titel heb ik al voor het boek: ‘Op de fiets naar Mars’. Dat leek mij leuk aan te sluiten bij ‘De Poort van de maan’. Ik ben natuurlijk wel even gaan rekenen aan een tijdschema om er een beetje een idee van te hebben hoe lang zo’n reis zou gaan duren. Uit die berekening volgde dat, als ik met dezelfde snelheid (in kilometers per jaar) blijf doorfietsen, waarmee ik de laatste jaren heb gefietst, ik op Mars ga aankomen op 12 juni om 19 minuten en 33 seconden over vier in de ochtend……. van het jaar 5455. (Ik ga u dat hier niet voorrekenen, maar hoop dat u mij gelooft. Zo niet, reken het dan zelf maar na!)

Ja, Mars is ver…… te ver eigenlijk om een beetje fatsoenlijk heen te kunnen fietsen….. Helaas. En dan ben ik nog maar uitgegaan van de afstand Aarde – Mars, op het moment dat Mars het dichtst bij de aarde staat, dus aan onze kant van de zon, want als deze rode planeet, die evenals de aarde om de zon draait, aan de andere kant staat, zou zelfs Methusalem met een fietsconditie van Joop Zoetemelk en nog wel op een elektrische fiets van 100 MW het niet halen. Dan komt er namelijk nog tweemaal de afstand Aarde – Zon bij en dat is ook weer een reuze eind. Op de fiets naar Mars (fictief natuurlijk want er voert nu eenmaal geen weg naar toe, zelfs geen ruige gravelweg) plaatste mij dus voor een onoplosbaar probleem…. Ik moest Mars dus maar vergeten….Jammer, maar wat niet kan, gaat gewoon niet. Een mens moet zich neerleggen bij zijn beperkingen.

Op een nacht, toen ik lag te piekeren over een heel ander probleem, een probleem dat niets te maken had met de maan, Mars, Jupiter (nog verder weg dan Mars!) en Venus (waar het veel te warm is om naar toe te gaan, zelfs voor mij!), kreeg ik de geniale vonk, iets wat ik maar hoogst zelden meemaak. Eénmaal sloeg die vonk over bij het schaken, waardoor ik van een grootmeester won. Die speelde echter simultaan, wat die geniale vonk weer enigszins deed verbleken. En een andere keer sloeg er net zo’n vonk over toen ik in mijn enthousiaste technische periode aan het prutsen was met spoelen, condensatoren, weerstanden en transformatoren. Per ongeluk vond ik plotseling de elektrische bel uit terwijl ik probeerde een knipperlicht te maken. Ook die geniale vonk verbleekte en wel door het feit dat de elektrische bel al honderd of meer jaar daarvoor was uitgevonden. Zou ik een te laat geboren genie zijn of toch slechts een suffe prutser?

Die derde fantastische vonk, die op die bewuste nacht, kortgeleden, oversloeg bestond hieruit, dat me opeens te binnen schoot dat er een ander Mars bestaat en wel in Frankrijk, dus een heel stuk dichterbij dan die rode bol daar ergens ver in de ruimte. En daar kon ik wél naar toe fietsen! Het probleem waarover ik lag te piekeren voordat die vonk mij kwam helpen, werd met één machtige slag naar de achtergrond verbannen. En zo vergaat met mij wel vaker: Als ik iets zoek (een oplossing voor een probleem, een voorwerp of het een of andere formulier) vind ik meestal iets wat ik op dat moment niet zoek, maar waarnaar ik mij daarvoor te pletter heb gezocht. Voor dat andere probleem, waarover ik lag te piekeren, zal ik ongetwijfeld te zijner tijd, als het allang niet meer van belang is, een goede oplossing vinden, terwijl ik dan op zoek zal zijn naar de oplossing van weer een ander probleem, dat op dat moment onvindbaar is.

De ochtend na die pieker-nacht zocht ik in de Wegenatlas van Frankrijk Mars op. Het bleek een uiterst klein dorpje te zijn aan de zuidflank van de Mont Aigoual, net even ten westen van Le Vigan. Dát Mars nu, was mijn doel van deze reis door Frankrijk, natuurlijk naast dat andere doel: dat van het reizen zelf, het zien van de wereld, het ontmoeten van mensen en het bezichtigen van oude, interessante monumenten. Maar op deze reis had ik nu dus een erg belangrijk fysiek doel: Mars in het departement du Gard.

Op de motorfietscamping, 2 km voorbij Lunas, waar ik met mijn vorige bericht ben blijven steken, zat ik niet zo ver meer van Mars (Gard) vandaan. Ondanks de slechte nacht die ik door de Brabantse moppen (zie mijn vorige bericht) had genoten, vervolgde ik de volgende ochtend mijn tocht. Ik kreeg meteen een 5,5 km lange klim naar de Col de la Baraque de Bral. Op die pas aangekomen stapte ik van mijn fiets met een gevoel in de benen alsof ik een echte Andespas had bedwongen in plaats van een pasje van slechts 611 meter boven zeeniveau.

Foto 2: Voor het bordje van de Col de la Baraque de Bral.

Als het nou nog maar leuke moppen waren geweest, die mijn nachtrust zodanig hadden verstoord dat ik op dat pasje zo afgepeigerd aankwam, had al dit getob nog extra waarde gehad. Maar misschien wáren het wel leuke moppen, die de Brabantse motorrijders de hele nacht heen en weer hadden gekaatst. Ik had ze weliswaar gehoord, maar door de afstand naar mijn tent niet verstaan. Ik had natuurlijk aan de bar tussen die motorrijders in moeten gaan zitten. Misschien had ik dan met een paar glazen bier achter de kiezen ook uitbundig kunnen lachen en had ik het in een bui van overmoed gewaagd om zélf een mop over de toonbank te smijten.

Een kleine troost voor het missen van al die moppen was het feit dat het bordje op de pas mij toe juichde met een grote ‘BRAVO !’, wat ik onder de gegeven omstandigheden terecht vond. Met een zekere trots schoot ik dan ook foto 2, gebruikmakend van de zelfontspanner op de camera.

Foto 3: Hier ter aanvulling en uit nostalgische overwegingen een echte Andespas. Deze komt evenals foto 1 uit een oude doos. Als je zo op zolder bezig bent met zoeken (en opruimen!!), kom je allemaal leuke oude dingen tegen. Dit is een gedigitaliseerde dia uit het jaar 1980. Toen was ik niet zozeer trots als wel voldaan en ook nog jong. Nu iets minder, maar toch nog best wel jong. Vergelijk de drie foto’s maar!

Ik ben ondertussen weer thuis. Dat zult u wel begrepen hebben, anders had ik niet plotseling op zolder kunnen zoeken naar oude dozen. Zoals altijd ijlen mijn blogverhalen een eind(je) na op de werkelijkheid. Ze komen wat later, maar ze komen! Dat is een ding dat zeker is, voor zover er iets in deze wereld zeker kan zijn.

Foto 4: Terug naar de Col de la Baraque de Bral. Vijf meter voor dat Bravo-bord van foto 2 (uit de nieuwe doos dus) stond nog een bord met de naam van de col er op, maar met een andere hoogte.

Aangezien de afstand tussen beide borden ongeveer vijf meter bedroeg, kon het hoogteverschil niet 1 meter zijn, want dan zou het stijgingspercentage tussen beide borden 20% zijn. Dat is zo te zien niet het geval en dus zouden we kunnen concluderen dat minstens een van de twee borden loog. Toch hoeft dat niet. Hoogten op zulke borden zijn natuurlijk altijd afgerond op hele meters. Bij het bord op foto 2 zou de hoogte 610,50 m kunnen zijn, wat dus wordt afgerond op 611 m, terwijl de hoogte bij het bord op de tweede foto 610,49 kan zijn, wat na afronden op 610 m uitkomt. Dan is er slechts een hoogteverschil tussen beide borden van 1 centimeter, wat een hellingspercentsge oplevert van 1 : 500, oftewel 1/5 : 100, dus 0,2%. Gelukkig! We kunnen er dus toch van uit gaan dat beide borden correct waren. Ik kon weer met een gerust hart verder.

Op weg van die Col de la Baraque naar Mars kwam ik op bekend terrein: het erg mooie oude plaatsje La Couvertoirade, waar ik toch nog maar weer een plaatje schoot, hoewel ik er al een heel setje van heb. Deze is toch weer iets anders dan de voorgaande.

Foto 5: La Couvertoirade, een oud vestingstadje dat rond 1150 gebouwd werd door de Orde der Tempeliers. Tegenwoordig wonen er allerlei kunstenaars, zoals schilders, beeldhouwers etc. Als je wilt, kun je daar je fiets volladen met souvenirs en kunst voorwerpen.Foto 6:  Een rots in de buurt van La Couvertoirade, waar je met veel fantasie een Marsman in zou kunnen zien, hoewel Mars nog ongeveer 50 km weg was….. of 59 miljoen, afhankelijk van welke Mars je bedoelt.Foto 7: Een oude monumentale windmolen boven op de heuvel achter La Couvertoirade.Foto 8: Een pittoresk, van natuursteen gebouwd huis op het Plateau de Larzac.Foto 9: Schrijver dezes (ik dus) aan de noordrand van de Cirque de Navacelles, een klein zijsprongetje op weg naar Mars.

Hier had ik een shirtje aan (uit de kringloopwinkel van Steenwijk, 75 cent) van de een of andere Oliebollenloop. Dat vormde een leuk contrast met de hittegolf van 43 graden, die daar op dat moment heerste. In de wijde omtrek waren er geen oliebollen te koop.

Foto 10: Mars kwam al aardig in de buurt, of eigenlijk kwam ík al aardig in de buurt van Mars. Nog maar 1,9 km. De spanning steeg.

Deze hele reis, vanaf Nederland, had ik scherp voor ogen gehad wat ik zou doen als ik bij Mars zou aankomen: Ik zou met behulp van mijn statief en de zelfontspanner een foto van het plaatsnaambordje van Mars maken met mijzelf naast of achter mijn volbeladen fiets. Die foto zou dan t.z.t. op de voorkaft van mijn boek prijken. Ik hoopte natuurlijk dat er mooi zonlicht op het bordje zou vallen, zodat ‘Mars’ goed uit de verf kwam. En daarna zou ik mezelf trakteren op een Mars, alles heel symbolisch.

Dat prachtige plan liep echter op een volledige mislukking uit.

Foto 11: Tot 200 meter voor mijn doel ging het allemaal nog goed, maar toen…..Foto 12: Bij het binnenrijden van Mars kwam de deceptie. De een of andere lolbroek had, waarschijnlijk uit verveling, de M op het bordje, waar ik deze hele expeditie voor had ondernomen, weggekrast. Daar zat ik dan, ontgoocheld, naast mijn fiets bij dat knudde-bordje. Ruim 2700 km voor niets getrapt! Ik maakte toch maar een foto, maar de sipheid droop hier van mijn gezicht, ondanks mijn mooie oliebollenshirtje.Foto 13: Op het kleine pleintje van dit gehucht trakteerde ik mijzelf niet op een Mars, maar op een ars.

Toen ik de ars gegeten had, zag ik alles echter weer in het juist perspectief: ik had die 2700 km natuurlijk niet voor niets getrapt! Dat andere doel, het reizen zelf, was belangrijker dan het fysieke doel, zeker nu de expeditie min of meer in duigen was gevallen. Tot hier toe had ik een mooie reis door Frankrijk gehad en daar ging het om. En die reis ging nog verder.

Foto 14: Een kilometer buiten Mars, redde ik van deze expeditie nog, wat er van te redden was. Sommige vrienden, aan wie ik deze foto stuurde, vonden dat ik hier nogal zuur keek, maar het is een vergissing om te veronderstellen dat dat door dat stomme ‘verkraste’ bordje kwam. Op foto’s kijk ik eigenlijk altijd zuur. Het wordt tijd voor een cursus ‘Lachen op de foto’ om mijn zelfopnamen een stuk aantrekkelijker te maken. Misschien worden mijn boeken, als ik die cursus met goed gevolg doorlopen heb, wel veel beter verkocht.

Die 12 ton op dat bordje (in verband met een bruggetje iets verderop) is interessant. Op het echte Mars zou je daar in verband met de veel kleinere versnelling van de zwaartekracht, met een vrachtwagen van 32 ton overheen kunnen rijden zonder er door te zakken. Daar zou ik ook veel minder hoeven te bezuinigen op mijn bagage en de luchtweerstand zou er vrijwel nul zijn. Allemaal voordelen, daar op dat echte Mars. Toch overheersen daar de nadelen: je krijgt het er snel benauwd want er is geen lucht, het is er gemiddeld 30 graden onder nul en als je pech krijgt aan je fiets is de dichtstbijzijnde fietsenmaker ver weg. Dus voorlopig blijven we op onze oude, trouwe aarde rondfietsen.

Foto 15: Ten slotte probeerde ik bij dat Marsbordje de 1 buiten de foto te houden, maar dat is nep en bovendien zou ik me dan later, om een mooie voorkaft voor het boek te krijgen, een hoop digitaal ‘poetswerk’ op de hals halen, want dat andere bord moet uit het beeld weg. Dus ook knudde.

Maar er is nog een andere mogelijkheid: Er zijn namelijk nog vijf andere Marsen in Frankrijk, dus ik kan in de toekomst heel wat keren op Marsexpeditie. De volgende keer wordt er echter weer serieus gefietst. Ook geen Venus, Jupiter of Alpha Centauri.

Frank van Rijn 

 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on October 16, 2025 11:13
No comments have been added yet.


Frank van Rijn's Blog

Frank van Rijn
Frank van Rijn isn't a Goodreads Author (yet), but they do have a blog, so here are some recent posts imported from their feed.
Follow Frank van Rijn's blog with rss.