Doden Quotes

Quotes tagged as "doden" Showing 1-8 of 8
Colum McCann
“Het was makkelijk genoeg om een programma te schrijven dat de doden zou ordenen, zei hij, maar eigenlijk wilde hij een programma schrijven dat de zin van het sterven kon verklaren. Dat was de verre toekomst.
Ooit zouden de computers alle grote geesten bijeenbrengen. Over dertig, veertig, honderd jaar. Als we elkaar voor die tijd niet opblazen. We zitten op het topje van de menselijke kennis, mamma.”
Colum McCann, Let the Great World Spin

“Het is tijd om te eisen van de gelovigen dat ze hun persoonlijke keuzes, voorkeuren en geloof aan niet-rationele en soms gevaarlijke zaken strikt in de privésfeer houden. Iedereen is absoluut vrij om te geloven wat ze willen, op voorwaarde dat ze anderen niet lastig vallen (of dwingen, of doden).. Maar niemand heeft het recht om privilegies te eisen op grond van het feit dat ze aanhangers zijn van een of ander van 's werelds vele godsdiensten.”
A.J. Beirens, Gesels van een imaginaire god

“Victor keek naar buiten. Een paar sterren maar hadden de kracht om zich aan de hemel af te tekenen.
Hij herinnerde zich het beeld dat hij in zijn kinderjaren als een onomstotelijke waarheid met zich meegedragen had. Dat van een zwart uitspansel dat met een speld doorprikt was, en waarachter licht brandde; de plek waar de doden zich ophielden, die hem door gaatjes die hij niet kon zien, bespiedden.”
Johan Terrin

Tommy Wieringa
“Aan de rand van zijn bewustzijn, waar het kind leeft dat hij was, spelen ze al die tijd verstoppertje. Sommige doden hebben een hardnekkig naleven.”
Tommy Wieringa, Dit is mijn moeder

J. Bernlef
“Ze hadden het erover dat een dode geen troost kan bieden aan de overlevenden, maar dat het kijken naar de dode misschien wel noodzakelijk was om te kunnen overleven.
Jan Razelius had in zijn leven twee doden gezien, twee lijken. Zijn vader en een vriend. Toen hij naar hen keek, liggend in hun kist, zag hij dat zij waren ‘overgegaan’, zoals de mensen dat noemen. Hij zag dat er iets aan hen veranderd was en dat zij nu onherroepelijk behoorden tot het niet-menselijke deel van de wereld. Hij zag het. Begrijpen deed hij het niet, maar hij kon het zien.”
J. Bernlef, Sneeuw

Philippe Claudel
“Wat kun je eigenlijk met een karabijn? Witlof verbouwen, muziek maken, naar een bal gaan, sokken stoppen? Een karabijn is gemaakt om mee te doden, punt uit, iets anders kun je er niet mee. En ik heb nooit welwillend tegenover de smaak van bloed gestaan. Toch nam ik het apparaat van hem aan, omdat ik dacht dat ik, als ik het Edmond liet behouden, misschien ooit, zonder het te weten, een onbelangrijke, met cider overgoten moord op mijn geweten zou krijgen. Sindsdien heb ik de gewoonte opgevat om de karabijn op mijn zondagse wandelingen mee te nemen en als wandelstok te gebruiken.”
Philippe Claudel, Grey Souls

Torgny Lindgren
“Könik wilde kisten bouwen waaruit je gemakkelijk zou kunnen opstaan. Daarom maakte hij de deksels van het dunste hout en hij zette ze vast met twee houten pennen die er van onderaf zo uitgetikt konden worden, in de kinderkistjes maakte hij zelfs geen pennen, hij legde de deksels er als een kap overheen, hij wilde de kinderen niet onnodig bang maken. Het hout dat hij had gedroogd, was maar voor korte tijd toereikend, algauw moest hij noodgedwongen dennen klieven en gebruiken als ze nog zo vers waren dat het hout onder de schaaf wel deeg leek. Eerst stierven namelijk de mannen, zij hadden grotere kisten nodig, de vrouwen en kinderen hielden het langer vol. Toen de mannen stierven waren er nog nabestaanden, meest vrouwen en kinderen, maar toen later de vrouwen en kinderen begraven moesten worden, toen waren er alleen nog maar een stuk of wat buren, en verre familieleden over. Het was gewoon zo, dat hoe meer er stierven, hoe minder nabestaanden er waren.”
Torgny Lindgren, Light

“Water wordt wijwater voor de doden.”
Anthonie van de Wardt, Omgeploegde herinneringen