,

Rif Quotes

Quotes tagged as "rif" Showing 1-6 of 6
Donald Barthelme
“- I tell you people lust for consummation. They see a shining dagger poised above a naked breast, they want it shoved in.”
Donald Barthelme, Forty Stories

“Als je een pad hebt om te bewandelen, en je weet dat je misschien gedood wordt, moet je het toch bewandelen. Als je niet gedood wordt, kun je je taak volbrengen, en dat is goed. Word je wel gedood, dan ben je een man geweest, en dat is ook goed.

— Si Abd-el-Haddi, een inwoner van de Rif, tegen de Zweedse journalist Hans Langlet”
Yassin Akouh, Koloniale vloek: De relaties tussen de Marokkaanse staat en de Rif

“Sheean is onder de indruk van wat hij heeft meegemaakt. Hij krabbelt in zijn notitieboekje:

Zijn [Abdelkrim] moed is prachtig. Zijn ideeën zijn niet veranderd, zijn zelfs versterkt door het huidige gevaar. Op basis van wat ik vandaag van hem heb gezien, weet ik dat ik voorheen geen idee van hem had. Hij heeft een grootsheid, versterkt door de omstandigheden van verschrikking en groot gevaar. Maar desondanks is hij humoristisch, grappig: hij laat me lachen, vooral wanneer hij een schoolmeesterachtige houding aanneemt en mijn Spaans corrigeert.”
Yassin Akouh, Koloniale vloek: De relaties tussen de Marokkaanse staat en de Rif

“In 1947 is de Koude Oorlog in volle gang en krijgt die veel aandacht van de internationale publieke opinie. Op de vraag of hij niet vreest dat het communistische gedachtegoed aan populariteit wint ten gevolge van de steun aan de onafhankelijkheidsaspiraties van de Arabieren, antwoordt Abdelkrim:

Wij zijn grotendeels moslims, wat betekent dat we in de Koran een filosofie en religie vinden die ons volledig bevredigt. We hebben dus geen behoefte aan een verdachte doctrine die vanuit het buitenland komt en in strijd is met onze mentaliteit.”
Yassin Akouh, Koloniale vloek: De relaties tussen de Marokkaanse staat en de Rif

“Het Marokkaanse volk zal op een dag opstaan – waarschijnlijk binnenkort. Ze zullen de aanwezigheid van Franse en Spaanse troepen op Marokkaanse bodem niet tolereren.

— Emir Abdelkrim al-Khattabi (1957)”
Yassin Akouh, Koloniale vloek: De relaties tussen de Marokkaanse staat en de Rif

“The chief thing,” commenced Ali the Jackal, "is this. We, who sit here in Fez and watch the Christians walk down our streets with great confidence, knocking lesser persons out of their path — we, who say 'yes’ when they demand money, and tremble when they draw us into their Bureaus for questioning, do not realize that there are poor folk in their own land, humble people, many who cannot read and write, who plough their fields as do we, and are content with their own cattle and grain. These people do not lift their chins when they look at us, but treat us with respect, like our own kind. In his own country the Christian is a bull without horns, but when he comes to live among us he grows long hair about his shoulders and takes on the stature of a wild ox.”
Carleton S. Coon, The Riffian