Fragment uit DRIJFZAND

Ineens komen er mensen in beweging. Er gebeurt iets. De deuren gaan open en een meute mensen met koffers stroomt naar buiten. Net als de andere wachtenden veer ik overeind en kom naderbij, tussen de drommen mensen door loerend of ik Donna ergens zie. Een ogenblik denk ik Donna te herkennen, maar het is een ander meisje met steil blond haar.

De stroom mensen wordt dunner en een angstig voorgevoel bekruipt me. Het is alsof mijn keel wordt dichtgeknepen. Er komt niemand meer door de deuren en een glimp die ik van de bagagehal erachter opvang, doet vermoeden dat er ook niemand meer zal komen. Als een kip zonder kop zigzag ik door de ontvangsthal. Waar is ze? Misschien is ze me voorbij gelopen in het gedrang. Maar nergens is een spoor van Donna te bekennen. Er moet iets vreselijk mis zijn gegaan. Donna zal haar vliegtuig toch niet gemist hebben? Als ik mijn telefoon uit mijn achterzak vis, zie ik dat deze nog uitstaat. Nadat de wekker van het toestel voor de derde keer afging, heb ik hem waarschijnlijk per ongeluk uitgezet. Domkop. Het logo verschijnt als ik op het knopje druk en het opstartmelodietje klinkt. Schiet op, stom ding.

Nadat ik mijn pincode intoets, verschijnt een symbooltje van een nieuw WhatsApp-bericht. Het is al om zeven uur vanochtend verstuurd. “Wat tussen gekomen. Bel me.” Typisch Donna. In het echt klinkt ze ook altijd alsof ze in sms-taal spreekt.

Onmiddellijk druk ik op de snelkiestoets met Donna’s portret en de telefoon gaat over. Dan springt het over op de voicemail. Nijdig druk ik het gesprek weg en bel dan naar de boetiek van mijn moeder. Die zal hier wel meer van weten. Vijf seconden later wordt er opgenomen.

“Styling LaSalle, goedemorgen, met Donna.”

“Donna! Wat doe je daar nog? Hoezo, er is iets tussengekomen?!” roep ik zo hard dat de omstanders in de aankomsthal in mijn richting kijken.

“Milaan. Mag mee met mevrouw LaSalle naar het Mode-event.”

“Hoe kan het ook anders, verdomme. Ik had kunnen weten dat ze zoiets zou flikken.”

“Maar, Flo. Ben je niet blij voor me? Unieke kans!”

Tranen schieten in mijn ogen. Natuurlijk snap ik dat dit een uitgelezen kans voor haar is om een kijkje achter de schermen te nemen, ervaring op te doen en haar netwerk uit te breiden. Het lukt me alleen niet om blij voor haar te zijn. Niet nu ik me zo op haar komst naar Londen had verheugd.

“Voor hoe lang heeft ze je gestrikt?” is het enige wat ik uit kan brengen.

Er klinkt een kleine aarzeling. “Twee weken…”

“Wat? En onze vakantie dan? Luister, Donna, jij stapt nu op dat vliegtuig of ik ga alleen.”

“Flo, sorry. Ik stond op het punt-”

“Hou maar op. Er is me een heleboel duidelijk geworden.” Moeder is nu echt te ver gegaan en Donna ziet niet in dat ze gewoon gebruikt wordt. “Veel plezier in Milaan,” voeg ik er sarcastisch aan toe. Dan smijt ik met een grote zwaai mijn telefoon door de aankomsthal. Het ding zeilt door de lucht, slaat met een klap tegen een plantenbak aan en springt in duizend onderdeeltjes uit elkaar. Een nietsvermoedende toerist vliegt van schrik opzij en slaakt een verwijfd gilletje. De bewaker die bij de muur staat, is gelijk alert. Zijn hand glijdt in een reflex naar zijn wapen. Maar als hij ziet wat het lawaai veroorzaakte, ontspant hij weer.



Wat een smerige rotstreek van moeder. Dit zal ik haar betaald zetten. Donna kan er natuurlijk niets aan doen; ze wordt gewoon gemanipuleerd om mij te treiteren en heeft het zelf niet door. Zij heeft alleen oog voor haar carrière. Nog even en ze wordt net als moeder. Een cold-hearted fashion-bitch.

Ontmoedigd plof ik neer op een zitbank in de aankomsthal. Grondiger kan mijn dag niet verknald zijn. Het is altijd hetzelfde liedje met moeder. Als zij zich eenmaal in iets of iemand vast heeft gebeten, laat ze nooit meer los. Donna zal er blijven werken zolang moeder dat wil.

Aan de andere kant besef ik dat er zonder Donna eigenlijk niets van de vakantie overblijft. Wat is er nu aan om in mijn eentje in zo’n kasteel te zitten? Maar wat dan? Teruggaan naar het dierenasiel zie ik niet zitten. Dan is het enige wat overblijft toch terug te gaan naar huis. Nee, dat zou een te grote afgang betekenen. Als ik met hangende pootjes terugkeer, heeft moeder gewonnen. Bovendien, wat moet ik daar uitvoeren? Donna zou er toch niet zijn. Bijna wens ik dat ik voor die twee weken van de aardbol kan verdwijnen.

Voorovergebogen, met mijn ellebogen op mijn knieën steunend en met mijn gebalde vuisten tegen mijn slapen, zit ik in de grote aankomsthal. Te midden van zoveel mensen en toch zo onvoorstelbaar alleen. Opeens open ik mijn ogen door het gevoel dat er iemand heel dichtbij staat. Het eerste wat ik zie zijn twee paar leren sandalen. Twee mensen staan op nog geen meter van me vandaan.
 •  0 comments  •  flag
Share on Twitter
Published on August 10, 2018 05:30 Tags: drijfzand, fragment
No comments have been added yet.