,

Literatuur Quotes

Quotes tagged as "literatuur" Showing 1-20 of 20
Dimitri Verhulst
“Er zijn vele wegen die hij in het leven kan nemen en ik wil zijn atlas zijn.”
Dimitri Verhulst, De helaasheid der dingen

Louis Paul Boon
“Het was een vergissing vanwege de juf, te denken dat alleen de dingen die in de boeken staan interessant zijn. Ook deze, die er nog niet in staan, zijn merkwaardig.”
Louis Paul Boon

Bernard-Henri Lévy
“De literatuur of het leven? Het leven want de literatuur; het leven leeft voor mij pas echt, het is pas echt diepgaand en lijfelijk het leven, wanneer ik weet dat ik er woorden aan zal kunnen ontrukken.”
Bernard-Henry Lévy

Joris-Karl Huysmans
“Vraiment, quand j'y songe, la littérature n'a qu'une raison d'être, sauver celui qui la fait du dégoût de vivre!”
Joris-Karl Huysmans

Thomas Mann
“Een schrijver is een persoon voor wie schrijven moeilijker is dan voor andere mensen.”
Thomas Mann

Martijn Benders
“Er zijn van die types die dolgraag een 'literaire correspondentie' met je beginnen. Zo een van het type 'daar ga jij meer tijd aan kwijt zijn dan je volgende boek', Schrijvers met gevoelige egos (niet alles gaat er met gevoel op vooruit, weet u) zijn daar al snel de dupe van. Sterker nog, dankzij deze 'literaire correspondenties' bleef u waarschijnlijk menig kwakkelend boek bespaard, hoewel je natuurlijk ook weer het soort figuren hebt die die 'correspondenties' tot een boek gaan maken, waarschijnlijk een leitmotiv voor de figuren die zo graag zulke correspondenties onderhouden. Het zijn vaak de meest oervervelende boeken uit het spectrum van de literatuur.”
Martijn Benders

Mohamed Mbougar Sarr
“Ik weet dat Madag me op een nacht zal komen opzoeken om me rekenschap te vragen of misschien om zich te wreken. En wanneer zijn fantoom op me afstapt, zal het de verschrikkelijke existentiële keuze formuleren die het dilemma van zijn leven was; de keuze waarover eenieder die van de literatuur bezeten is in zijn hart steeds zal aarzelen: schrijven, niet schrijven.”
Mohamed Mbougar Sarr, La plus secrète mémoire des hommes

“Fictie is de plaats waar de mens soeverein kan zijn. In de spiegel van de verbeelding kan hij zijn vrijheid verwezenlijken, in tegenstelling tot in de werkelijkheid.”
Frans Ruiter en Wilbert Smulders (red.)

Arie Storm
“Hoe krijg je intimiteit in taal? Hoe wordt de roman die ook een film is toch weer een roman met alle typisch romanachtige kanten ervan? En hoe krijg je léven in die roman? Er moet een relatie zijn tussen taal en het andere; de wereld van vlees en bloed daarbuiten. Die laatste kant had ik misschien te weinig ontwikkeld. Ik word tegenwoordig soms zo overvallen door de gekste emoties, of liever gezegd: door verlangen naar die emoties.”
Arie Storm, Het laatste testament van Frans Kellendonk

C. Buddingh'
“Mijn huis staat met boeken volgestapeld, het zijn er nu over de dertienduizend, denk ik, maar iedere keer als we in Engeland zijn brengen we er toch wel weer minstens honderd terug. Maar het is zo fascinerend om al die vaak kleine zaakjes na te speuren. In Totnes. In Westward Ho (nu helaas verdwenen). In Barnstaple. In Marlborough. In Ripon. In, ja, noem maar op. Een van de redenen is natuurlijk dat Engelsen zo'n enorm rijke literatuur hebben, ik zeg altijd: het creatieve genie van de Nederlanders is in de schilderkunst gegaan en van de Engelsen in hun literatuur; onze Shakespeare heet Rembrandt. En van al die boeken - zeker uit de eerste helft van deze eeuw - is dikwijls zo weinig herdrukt. Je moet dus de oorspronkelijke uitgaven hebben.”
C. Buddingh', Engelse Zondagen

Martijn Benders
“Het delibelliseren van de literatuur. Hoe beginnen we eraan?”
Martijn Benders

Fernand Braudel
“Binnen een economische wereld konden de culturele en economische kaart er daarentegen heel anders uitzien, soms zelfs precies tegenovergesteld zijn, zoals de respectievelijke zwaartepunten van economische en culturele zones duidelijk laten zien. In de dertiende, veertiende, en vijftiende eeuw was het niet Venetië of Genua, de twee koninginnen van de handel, maar Florence dat in de Westeuropese beschaving de toon aangaf: hier ontstond de renaissance en hiervandaan zou de culturele stroming zich verspreiden; daarnaast drong Florence zijn dialect - het Toscaans - op aan de literatuur. Het levendige Venetiaanse dialect dat op dit vlak een geduchte rivaal had kunnen zijn, ondernam hiertoe geen enkele poging. Zou dat komen omdat een op economisch vlak triomferende stad of een al te overheersende staat niet alles tegelijk kon hebben? In de zeventiende eeuw vierde Amsterdam zijn hoogtijdagen als handelsstad, maar de barok die Europa veroverde kwam ditmaal uit Rome, of eventueel uit Madrid. Evenmin zou Londen in de achttiende eeuw de culturele scepter in handen krijgen. Toen Abbé Le Blanc tijdens zijn verblijf in Engeland van 1733 tot 1740 over Christopher Wren kwam te spreken, de architect van de Saint-Paul's Cathedral, merkte hij op dat 'op de verhoudingen na die hij [bovendien] niet goed in acht heeft genomen, [hij] niet meer heeft gedaan dan het ontwerp van de Sint-Pieter van Rome tot twee derde van zijn oorspronkelijke grootte terugbrengen'. Vervolgens uitte hij zich in weinig lovende bewoordingen over de Engelse landhuizen die 'nog in Italiaanse stijl [gebouwd zijn], maar niet altijd met evenveel succes'. In dezelfde achttiende eeuw werd Engeland niet meer zozeer door door de Italiaanse cultuur beïnvloed als wel door de ideeën uit Frankrijk, dat in die tijd een culturele uitstraling op Europa had en de toon aangaf op het gebied van het geestesleven, de kunst en de mode, ongetwijfeld ter compensatie voor het gebrek aan politiek en economisch overwicht. 'De Engelsen houden zo van onze onze taal dat ze er zelfs genoegen in scheppen om Cicero in het Frans te lezen,' aldus dezelfde abbé Le Blanc.
En moe van het almaar moeten aanhoren hoeveel Franse bedienden er in Londen werkten, antwoordde hij: 'Het feit dat er in Londen zoveel Fransen zijn om jullie te bedienen, komt omdat jullie mensen de manie hebben net zo gekleed, gekapt en gepoederd te willen worden als wij. Ze hebben zich in hun hoofd gehaald dat ze onze mode willen volgen en betalen veel geld aan mensen die hun leren hoe ze zich moeten tooien met onze absurditeiten.' En zo gaf Londen, dat het centrum van de wereld was en zelfs een schitterende cultuur had, steeds meer toe aan de Franse invloeden. Dit werd trouwens niet altijd toegejuicht, want we weten omstreeks 1770 van het bestaan van een genootschap van Antigallicans, 'dat als eerste streven had om geen enkel kledingstuk van Franse makelei te dragen'. Maar wat een genootschap uitrichten tegen zoiets ongrijpbaars als mode? Hoewel Engeland door zijn economische vooruitgang steeds belangrijker werd, deed het geen poging om het geestelijke gezag van Parijs de ondermijnen, en heel Europa tot aan Moskou toe streefde ernaar om de Franse taal tot de taal van de aristocratie en tot voertuig van het Europese denken te verheffen. Evenzo vormde Frankrijk aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw overduidelijk het middelpunt van de Westeuropese literatuur en schilderkunst, terwijl het op economisch gebied ver op de rest van Europa achterliep; in de tijd dat Italië en Duitsland op muzikaal vlak de toon aangaven, waren ze geen van beide economische machthebbers; en ook vandaag de dag mogen de Verenigde Staten wel een enorme economische voorsprong hebben opgebouwd, maar daarmee hebben ze nog niet de literaire of artistieke leiding over de wereld.”
Fernand Braudel, Civilization and Capitalism 15th-18th Century, Vol 2: The Wheels of Commerce

Hugo Claus
“Literatuur wordt door zieken gemaakt. Wie gezond is, schrijft geen boeken.”
Hugo Claus

Connie Palmen
“Met andere woorden: wat maakt literatuur tot literatuur?”
Connie Palmen, De wetten

Willem Frederik Hermans
“Literatuur is de neerslag of het verslag van een geestelijk avontuur in een taal die eigen, levend en origineel is.”
Willem Frederik Hermans

Johan Harstad
“Want hij is op de maan geweest en niets kan ooit nog hetzelfde zijn.”
Johan Harstad, Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?

Imre Kertész
“Ik denk dat niet alleen mensen, maar ook maatschappijen niet voor het geluk maar voor de strijd zijn geboren.
Het nagestreefde doel is altijd geluk, maar dat is altijd alleen het beeld van de verlokking.
Het is nog steeds niet bekend hoe het individuele leven te verenigen is met de doelen van de maatschappij, waar we nauwelijks een notie van hebben.
We weten nog steeds niet wat ons beweegt en waarom we, voorbij het vegetatieve automatisme, eigenlijk leven.
In feite is nog steeds niet opgehelderd of wij zelf bestaan of dat we alleen de belichaamde figuren zijn van de cellenmassa die in ons aan het werk is - een symbool dat doet alsof het een autonome werkelijkheid is, omdat het niet anders kan. Ik ben niet belangrijk, maar voor mij is iets wat niet belangrijk is toch belangrijk: zo staat het ongeveer met de literatuur.”
Imre Kertész, Dossier K: A Memoir

Italo Svevo
“Waarom zou iemand die handel drijft in boeken niet lijken op degene die zich met wijn bezighoudt? Ook voor wijn was er iets subliems nodig geweest dat de handel vooraf was gegaan en had geschapen: de wijnstok en de zon.”
Italo Svevo, A Perfect Hoax

Stephan De Winter
“Literatuur is verbonden verbeelding.”
Stephan De Winter, Voor altijd geleden

Maartje Wortel
“Alleen als ik iets maak voel ik me vrij. Verder eigenlijk nooit. Ja, misschien in water. Ik moet in, bij of met water zijn óf iets maken. Omdat ik meestal niet in, bij of met water ben, maak ik zo veel mogelijk. Ik werk me een ongeluk en gooi vrijwel alles wat ik schrijf weer weg”
Maartje Wortel, De groef