Boeken Quotes

Quotes tagged as "boeken" Showing 1-30 of 37
Bob den Uyl
“Ik ben, wellicht op een verkeerde manier, bezeten van boeken. Altijd, dag en nacht, moet er een boek bij me in de buurt zijn. Zonder boek naar bed of naar de w.c. gaan is voor mij onmogelijk. Blijk ik in een trein een boek of blad vergeten te zijn, dan stap ik uit en schaf me drukwerk aan. Verblijf ik bij iemand die geen boeken in huis heeft, dan word ik rusteloos en agressief.”
Bob den Uyl

Astrid Lindgren
“Nieuwe boeken ruiken zo lekker; je kunt gewoon aan de reuk merken hoe fijn het moet zijn om ze te lezen.”
Astrid Lindgren

Kees van Kooten
“Op visite in zo'n ongestoffeerd huis kun je moeilijk aan de gastheer vragen of u even op zijn iPad mag kijken wat hij de laatste tijd zoal gelezen heeft.”
Kees van Kooten, De verrekijker

Walter Moers
“Nog één ding, jongen, wat je in je oren moet knopen: het gaat niet om hoe een verhaal begint. Ook niet om hoe het eindigt. Maar om wat daartussenin gebeurt.”
Walter Moers

Louis Paul Boon
“Het was een vergissing vanwege de juf, te denken dat alleen de dingen die in de boeken staan interessant zijn. Ook deze, die er nog niet in staan, zijn merkwaardig.”
Louis Paul Boon

Boudewijn Büch
“Als ik moest kiezen, was ik liever een zeehondje dan een boek. Wie het boek, het bibliotheekwezen, de bibliofilie en de boekwereld diepgaand beschouwt, zal moeten toegeven dat mensen meestal voorzichtiger met een gestrand beestje omgaan dan met een boek. De twintigste eeuw is de meest vijandige geweest uit het halve millennium dat het gedrukte boek in Europa bestaat.”
Boudewijn Büch, Boekenpest

Roos Boum
“Roos Boum, Spraakmakende boeken waar je stil van wordt.”
Roos Boum

Erasmus
“Een leven zonder boeken is onleefbaar.”
Erasmus din Rotterdam

Harry Mulisch
“Boeken die niet gebaseerd zijn op een schema zijn weekdieren.”
Harry Mulisch

Carl Sagan
“Toen onze genen niet meer alle informatie konden opslaan die nodig was om te overleven, vonden we langzamerhand de hersenen uit. Maar toen kwam de tijd, misschien 10.000 jaar geleden, dat we meer moesten weten dan de hersenen gevoeglijk konden bevatten. Dus leerden we enorme hoeveelheden informatie buiten ons lichaam op te slaan. Wij zijn voor zover we weten de enige soort op onze planeet die een gemeenschappelijk geheugen heeft uitgevonden dat noch in onze genen noch in onze hersenen zetelt. De opslagplaats van dat geheugen wordt bibliotheek genoemd.
Een boek wordt gemaakt van een boom. Het is een verzameling vlakke, buigzame delen (nog steeds 'bladen' genoemd), bedrukt met donker gekleurde kriebels. Eén oogopslag en je hoort de stem van iemand anders - misschien een persoon die al duizenden jaren dood is. Millennia na dato spreekt de schrijver, duidelijk en zwijgend, binnen in ons hoofd. De schrijfkunst is misschien wel de grootste van alle menselijke vindingen; ze bindt mensen te zamen, bewoners van ver verwijderde tijdperken die elkaar nooit hebben gekend. Boeken verbreken de kluisters van de tijd, een bewijs dat de mens een tovenaar kan zijn.”
Carl Sagan, Cosmos

Jeanette Winterson
“Boeken zijn werelden. Iemand die leest, heeft geen enkele moeite meerdere universums te accepteren.”
Jeanette Winterson

Graham Greene
“In onze jeugd zijn alle boeken toekomstvoorspellingen.”
Graham Greene

“Een goed boek moet ons niet iets geven, maar iets afnemen: een van onze zekerheden.”
Jan Greshoff

C. Buddingh'
“Ik heb er nooit spijt van gehad een bepaald boek te hebben gekocht, maar wel kan ik met veel weemoed terugdenken aan die boeken - gelukkig niet zo erg veel - die ik heb moeten laten staan omdat ik er op dat moment geen geld voor had, of zelfs dacht: nu ja, een andere keer maar. Maar die "andere keer" komt vaak nooit weerom.”
Cees Buddingh'

“Ik praat alleen met mezelf en met mijn boeken.”
Plinius der Jüngere

Godfried Bomans
“Alleen mensen die het goed hebben, lezen thrillers. Zij die in nood verkeren lezen rustige boeken.”
Godfried Bomans

“Een brug naar vroegere tijden en tussen de mensen, zo heb ik boeken altijd gezien. Gesprekken met Julius Caesar, Plato, Dante Alighieri: wie of wat hij ook is, geen mens is alleen met een boek in zijn handen. Meer nog: hij heeft het beste gezelschap voor het uitkiezen.’ De meester van Antwerpen* zweeg, om na te denken of om op adem te komen. ‘In boeken ben ik mezelf kwijtgeraakt en kwam ik mezelf weer tegen. Ik heb ze verafschuwd en meer liefgehad dan de mensen; Ik heb ze gezien als het werk van God en dat van de duivel.’
* Plantin”
Amineh Pakravan, De boekhandelaar van Amsterdam

“Ze keek naar de boeken, de voorwerpen, niet naar de titels op de ruggen.”
Johan Terrin
tags: boeken

Tom Lanoye
“Omhoog schieten ze, langs de pui van ons relatief jonge stadhuis, omhoog langs de façade van onze eeuwenoude cipierage – een gewezen gevangenis die in je jeugd nog heeft gediend als, oh symbool, bibliotheek, en waarvan ze binnenkort, oh teken des tijds, lofts willen maken, zoals ze tegenwoordig van alles lofts willen maken, zelfs van gewezen bibliotheken waarin jij ooit nog je ogen kapot hebt mogen lezen, zonder daar ooit een moment spijt van te krijgen, en waar op een bepaald ogenblik niet één boek meer overbleef dat je, volgens jouw leeftijdscategorie, mocht lezen, en waar vervolgens de bibliothecaris – zijn nagedachtenis weze in ere gehouden, zijn naam geprezen, zijn bloedlijn gezegend – jou de toestemming verleende om te beginnen aan de boeken van de volgende categorie, op voorwaarde dat je er met niemand over sprak, en zo geschiedde.”
Tom Lanoye, Sprakeloos

Tom Lanoye
“Wat is de duurtijd van een boek in tijden die zich van boeken lijken af te wenden?”
Tom Lanoye, Sprakeloos

C. Buddingh'
“Sommige boeken beginnen zo fascinerend dat je nauwelijks verder durft te lezen.”
Cees Buddingh

Thomas à Kempis
“Nergens heb ik meer rust gevonden dan in bossen en boeken.”
Thomas a Kempis

“Uit een boek leert men altijd wat, al was ’t alleen maar dat men beter een ander boek had kunnen kopen.”
Chr. G. van Buuren

Philippe Claudel
“Ik ben vijftien. Ik heb al honderden boeken gelezen. Ik voel me zwaar van al die boeken, een heerlijke zwaarte. Ik zal mijn leven lang blijven lezen. Ik zal er mijn beroep van maken. Ik word leraar. Een leraar van een bijzondere soort die nooit lesgeeft, die geen leerlingen heeft, maar boeken schrijft over wat hij gelezen heeft, met als doel anderen het verlangen en de behoefte te geven om hem na te volgen.”
Philippe Claudel, Een Duitse fantasie

Lucas Rijneveld
“Onze dagen zullen verlengd worden, net zoals we boeken uit de bibliotheek verlengen om er langer in te kunnen verdwalen zonder kans te maken op een geldboete.”
“wij zijn versleten boeken, zonder kaft, van de buitenkant ziet niemand waar we over gaan”, zegt Hanna, en we grinniken om dit kleine besef.”
Marieke Lucas Rijneveld, The Discomfort of Evening

Peter Zantingh
“Ik probeerde bomen te redden, zij maakte er boeken van.”
Peter Zantingh, Tussentijds

Elias Canetti
“Hij las alles, van a tot z. De inkt was verbleekt. Met moeite onderscheidde hij de vage lijnen der letters. De blinde die hij had gezien op straat, kwam hem in gedachten. En hijzelf speelde met zijn ogen alsof ze tot in eeuwigheid geopend zouden blijven! In plaats van hun werktijd te beperken, breidde hij die lichtzinnigheid van maand tot maand uit. Ieder papier dat hij weglegde, kostte zijn ogen een hoeveelheid kijkkracht. Honden leven maar kort en honden lezen niet, daardoor zijn ze in staat blinden met hun ogen te helpen. Iemand die het licht van zijn ogen verspilt, is een waardige metgezel van het dier dat hem leidt.”
Elias Canetti, Het martyrium

Elias Canetti
“Boeken hadden geen leven, goed, het ontbrak hen aan gevoel, dus ook aan pijn zoals dieren en waarschijnlijk ook planten, die ervaren; maar wie had de gevoelloosheid van het anorganische ooit werkelijk bewezen? Wie weet of een boek niet verlangt naar andere boeken waarmee het lang samen was, op een manier die ons vreemd is en die wij daarom niet opmerken?”
Elias Canetti, Het martyrium

Milan Kundera
“Franz vond zijn leven tussen boeken onwerkelijk. Hij verlangde naar het werkelijke leven, naar de aanraking van andere mensen die zij aan zijn met hem liepen, naar hun geroep. Hij besefte niet dat juist datgene wat hij als onwerkelijk beschouwde (het werk in de eenzaamheid van de studeerkamer en bibliotheken) zijn werkelijke leven was, terwijl de optochten die voor hem de realiteit vertegenwoordigden niets anders waren dan theater, dans, feest, met andere woorden: een droom.”
Milan Kundera, The Unbearable Lightness of Being

Milan Kundera
“In een welvarende maatschappij hoeven mensen niet met de handen te werken en kunnen zich wijden aan geestelijke activiteiten en hoe langer hoe meer studenten. Om te kunnen afstuderen moeten de studenten onderwerpen voor hun proefschrift bedenken. De onderwerpen zijn ontelbaar, want je kun in deze wereld over alles een verhandeling schrijven. De volgeschreven vellen papier stapelen zich op in archieven die troostelozer zijn dan kerkhoven omdat niemand ze betreedt, zelfs niet op Allerzielen. De cultuur verdwijnt in de geproduceerde hoeveelheid, onder een lawine van letters, in de waanzin van kwantiteit. Daarom vind ik dat één verboden boek in jouw voormalig vaderland oneindig meer betekent dan miljarden woorden die onze universiteiten spuien.”
Milan Kundera, The Unbearable Lightness of Being

« previous 1